PIV-Bulletin 2011, 1 - Deelgeschilprocedure: de eerste zes maanden in de praktijk mr's P. Oskam en Chr.H. van Dijk
- Meer over dit onderwerp:
Op 1 juli 2010 is de Wet deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade in werking getreden. In PIV-Bulletin 2010, 4 kondigden wij al aan dat wij periodiek de relevante deelgeschillen zouden bespreken. Bij de behandeling van het wetsvoorstel sprak de minister van een grote belangstelling vanuit de rechtspraktijk1. De algemene verwachting was dat vanaf 1 juli 2010 een groot aantal verzoeken tot het geven van een beslissing omtrent een deelgeschil bij de rechtbanken zouden worden ingediend, mogelijk vooral door benadeelden omdat de kosten die gemoeid zijn met het voeren van een deelgeschilprocedure ex art. 6:96 lid 2 BW voor vergoeding door de aansprakelijke partij in aanmerking komen2. Hoeveel verzoeken vanaf 1 juli 2010 daadwerkelijk zijn ingediend, onttrekt zich aan onze waarneming. Voor zover ons bekend zijn tot op heden3 achttien beschikkingen in deelgeschilprocedures gepubliceerd. Bezien tegen de achtergrond van de in de rechtspraktijk verwachte hausse aan deelgeschillen is dit aantal relatief beperkt, hoewel het aantal publicaties toeneemt.
In dit artikel zullen wij aan de hand van een aantal onderwerpen de eerste zes maanden na invoering van de deelgeschillenwet evalueren. Allereerst gaan wij in op het toepassingsbereik van de deelgeschilprocedure en wat daarover in de rechtspraak is overwogen. Daarna zullen wij ingaan op de kosten van de deelgeschilprocedure. Wij sluiten af met een overzicht van de onderwerpen waarover de deelgeschilrechter tot op heden heeft beslist en gaan aan de hand daarvan in op de vraag of het doel van de deelgeschilprocedure, namelijk een versterking van het buitengerechtelijke traject bij de afhandeling van personenschade door middel van een eenvoudige en snelle toegang tot de rechter, in de praktijk lijkt te worden behaald.