Overslaan en naar de inhoud gaan

Hof Arnhem 051206 whiplash, Inkomsten uit zwart werk

Hof Arnhem 05-12-06 whiplash, Inkomsten uit zwart werk
De rechtbank heeft een bedrag van € 15.000,00 toegewezen wegens gemiste inkomsten uit zwart werk. Daarbij is zij ervan uitgegaan dat [appellant] tot zijn 65e gemiddeld 20 uur per maand zou hebben zwart gewerkt voor f 20,00 per uur.
[appellant] heeft allereerst betoogd dat de rechtbank er ten onrechte van uit is gegaan dat hij 20 uur per maand werkte terwijl hij gemiddeld 40 uur per maand werkte en hij daarnaast ook nog een paar keer per jaar open haarden aanlegde. Over deze kwestie zijn in eerste aanleg getuigen gehoord. Alleen [appellant] heeft daarbij, als partijgetuige, verklaard dat hij schatte gemiddeld 40 uur per maand zwart te hebben gewerkt en dat hij daarnaast ook nog een paar keer per jaar een open haard aanlegde. De getuige [A.] heeft verklaard in het jaar vóór het ongeval nog twee of drie keer met [appellant] te hebben gewerkt en toen met hem onder meer twee keer een open haard te hebben aangelegd en voorts te denken dat [appellant] bijna elk weekend wel bijkluste. De getuige [B.] heeft verklaard ervan uit te gaan dat [appellant], hem kennende, bijna elk weekend bijkluste. De getuige [C.] heeft verklaard geen idee te hebben hoeveel [appellant] gemiddeld bijkluste. Deze verklaringen bevatten, ook in onderlinge samenhang beschouwd, te weinig concrete feiten en omstandigheden om als steunbewijs te kunnen gelden voor de verklaring van [appellant] dat hij gemiddeld 40 uur per maand zwart bijkluste en daarnaast ook nog eens een paar keer per jaar open haarden aanlegde. Weliswaar heeft [appellant] op dit punt aanvullend (getuigen)bewijs aangeboden, maar voor zover hij nader schriftelijk bewijs wil bijbrengen, had hij dat al meteen bij memorie van grieven kunnen en moeten doen en voor zover hij nader getuigenbewijs zou willen leveren, geldt dat het, nu op dit punt in eerste aanleg al getuigen zijn gehoord, op zijn weg had gelegen om aan te geven welke (nieuwe) getuigen aanvullend gehoord zouden moeten worden en waarover die getuigen dan nader of anders zouden kunnen verklaren. Nu hij dit alles heeft nagelaten wordt aan zijn aanbod tot nadere bewijslevering voorbij gegaan.
Verder heeft [appellant] aangevoerd dat niet inzichtelijk is hoe de rechtbank tot het bedrag van € 15.000,00 is gekomen. Het hof volgt [appellant] hierin niet. Wanneer ervan wordt uitgegaan dat hij tot zijn 65e zwart zou hebben gewerkt, gaat het over de periode van 25 maart 1998 (datum ongeval) tot 26 juli 2012 (65e verjaardag [appellant]) om 14 jaar en 4 maanden, zijnde 172 maanden. Redelijkerwijs kunnen daar 14 maanden van worden afgetrokken – per jaar één maand - voor vakanties en feestdagen, zodat 158 maanden overblijven. Dat zou betekenen dat [appellant] met zwart werk 158 x 20 uur x f 20,00 = f 63.200,00 zou hebben verdiend. Die inkomsten moeten worden teruggebracht naar een nettovergoeding, zoals volgt uit de jurisprudentie van de Hoge Raad (HR 24 november 2000, NJ 2001, 195). Dit is door de rechtbank verder niet geëxpliciteerd. Een van de factoren die daarbij van belang is, is dat rekening moet worden gehouden met belastingen en premieheffing. Het is redelijk in verband daarmee een korting toe te passen van 40%, zodat resteert een nettobedrag van f 37.920,00. Een andere van belang zijnde factor is dat [appellant] nu al vervroegd een vergoeding voor verdiensten zal ontvangen die hij anders in de toekomst zou hebben gehad. Daarom moet ook met kapitalisatiefactoren als rendement en inflatie rekening worden gehouden, terwijl daarnaast ook de kans dat [appellant] voortijdig zou zijn gestorven (de sterftekans) of door ziekte of anderszins niet meer in staat zou zijn geweest dit extra werk tot zijn 65e te verrichten, moet worden verdisconteerd. Aldus is het oordeel van de rechtbank dat [appellant]’s schade wegens gederfde inkomsten uit zwart werk kunnen worden geschat op € 15.000,00 (f 33.055,65) naar het oordeel van het hof voldoende inzichtelijk. [appellant]’s stelling dat de overwegingen van de rechtbank niet te volgen zijn, wordt dan ook gepasseerd.
Het voorgaande betekent dat ook grief 12 faalt.
LJN AZ6510