Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Amsterdam 210513

Rb Amsterdam 210513

Citeerwijze: www.letselschademagazine.nl/2013/rb-amsterdam-210513

beschikking

RECHTBANK AMSTERDAM 

Sector Kanton 

Locatie Amsterdam 

Zaaknummer 1413457 EA VERZ 13-241 

Beschikking van: 21 mei 2013 
481 

Beschikking van de kantonrechter ex artikel 1019 w Rv. 

Inzake 

Mr. K, in zijn hoedanigheid van curator van X
kantoorhoudende te Beek 
verzoeker 
nader te noemen K
gemachtigde: mr. A.P. Hovinga 

tegen 

1. DELTA LLOYD SCHADEVERZEKERINGEN N.V. 
gevestigd te Amsterdam 
nader te noemen Delta Lloyd 
2. BOSTACON BOUW B.V. 
gevestigd te Beek 
verweersters 
gemachtigde: mr. J. Boer 

VERLOOP VAN DE PROCEDURE 

Keulers heeft op 10 februari 2013 een verzoek ingediend dat strekt tot behandeling van een deelgeschil zoals bedoeld in artikel 1019w Rv. Dit naar aanleiding van een bedrijfsongeval dat heeft plaats gevonden op 15 april 2005. 

Verweersters hebben een verweerschriftingediend. 
Het verzoek is behandeld ter terechtzitting van 16 april 2013. K en X zijn verschenen bij de gemachtigde. Delta Lloyd is verschenen hij de heren G en W, bijgestaan door hun gemachtigde. Verweerster sub 2 is verschenen bij haar gemachtigde.

Partijen hebben ter zitting hun standpunten nader toegelicht. Na afloop van de zitting hebben partijen de mogelijkheid van een schikking (nader) onderzocht. Een schikking is niet tot stand gekomen. 

De kantonrechter heeft bepaald dat thans een beschikking zal worden gegeven. 

BEOORDELING VAN HET VERZOEK 

1. Als gesteld en onvoldoende weersproken kan van het volgende worden uitgegaan:
a. op 15 april 2005 heeft een arbeidsongeval plaatsgevonden, waarbij de heer X (verder: X) letsel heeft opgelopen. Toentertijd was X bij verweerster sub 2 in dienst.
b. Delta Lloyd heeft, als verzekeraar van verweerster sub 2, aansprakelijkheid erkend. 
c. sinds 2006 zijn partijen met elkaar in overleg over de afwikkeling van de schade, waarbij X sinds enige tijd wordt bijgestaan door mr. A.P. Hovinga.
d. bij e-mail van 16 november 2011 heeft de heer C, als register-Expert verbonden aan Delta Lloyd verbonden, aan mr. Hovinga onder meer het volgende bericht: "Tot nu toe heeft Delta Lloyd een bedrag van € 125.000,- betaald. Dit geld iszoals de heer Y (maatschappelijk werker van X, ktr) het uitdrukte, als sneeuw voor de zon verdwenenDe heer Y gaf aan dat bewindvoering gewenst isHet lijkt mij dat nadere bevoorschotting pas weer aan de orde kan komen als er een bewindvoerder aangewezen is.' 
e. bij e-mail van 3 januari 2012 heeft mr. Hovinga aan de heer W (werkzaam bij Delta Lloyd) het volgende geschreven: "Momenteel ben ik met de rechtbank bezig om een ondercuratelestelling te regelendienaangaande heb ik contact gehad met de zuster van cliënt en zij gaf aan dat een curatele nuttig zou kunnen zijn"
f. 
op 9 januari 2012 heeft X contact gezocht met Delta Lloyd, met de mededeling dat hij een regeling wilde aangaan en dat hij niet meer werd bijgestaan door mr. Hovinga. 

g. er is een vaststellingsovereenkornst getekend door X en Delta Lloyd heeft het daarmee gemoeide bedrag van € 65.000,- op 17 januari 2012 op de rekening van X gestort. 
h. mr. Hovinga heeft op 27 februari 2012 bij de directie van Delta Lloyd een klacht ingediend. 
i. bij beschikking van de Rechtbank Maastricht van 9 mei 2012 is X wegens verkwisting onder curatele gesteld. 
j .blijkens de brief van K van 10 december 2012 laat de financiële positie van X slechts een weekgeld van € 35,- toe.

Verzoek en verweer 
2. K verzoekt de kantonrechter om te bepalen dat het in januari 2012 door Delta Lloyd betaalde bedrag van € 65.000,- geen voorschot is op de te vergoeden schade en daarom niet meetelt bij de Haag welke bedragen aan voorschotten er in totaal werden betaald. K verzoekt voorts om de kosten te begroten op € 6.393,94 en verweersters tot betaling daarvan te veroordelen. 
3. Daartoe stelt K - kort gezegd - dat het betaalde bedrag van € 65.000,- gecompenseerd moet worden met de schadevergoeding die Delta Lloyd dienaangaande jegens X verschuldigd is. 
4. Delta Lloyd is tot schadevergoeding verplicht omdat zij onrechtmatig (immers onzorgvuldig) jegens X heeft gehandeld. Delta Lloyd heeft namelijk, terwijl zij wist dat X ernstige psychische problemen had en absoluut niet met geld om kon gaan, en verder ook nog wist dat er een curatele was aangevraagd, met X (buiten diens advocaat om) een vaststelllngsovereenkomst gesloten. Zij heeft hem voorts een grote som geld ter beschikking gesteld, waarbij zij had kunnen weten dat X dit er meteen doorheen zou jagen, hetgeen ook is gebeurd.
5.Voorts is de gesloten vaststellingsovereenkornst vernietigbaar, vanwege een wilsgebrek. 
6. Verweersters hebben gemotiveerd verweer gevoerd. Dit verweer zal, voor zover van belang, in het hierna volgende worden besproken en beoordeeld.

Beoordeling
7. Delta Lloyd heen erkend dat zij fout heeft gehandeld door met X een vaststellingsovereenkomst te sluiten, terwijl hij niet werd bijgestaan door een belangenbehartiger. 

8. Delta Lloyd heeft aangevoerd dat dit de vernietiging van de vaststellingsovereenkomst tot gevolg heeft en dat daarom in beginsel de geleverde prestaties moeten worden teruggedraaid. Dit betekent dat er geen sprake is van finale kwijting, terwijl X het ontvangen bedrag moet terugbetalen, althans dat met dit bedrag rekening moet worden gehouden bij de verdere schadeatwikkeling, in de zin dat het als betaald voorschot moet worden beschouwd. 
9. Naar het oordeel van de kantonrechter is de onder 8 gevolgde gedachtegang van Delta Lloyd juist. De vernietiging van de vaststellingsovereenkomst kan niet tot de conclusie leiden dat met het bedrag van E 65.000,- als voorschot geen rekening moet worden gehouden. 
10. K heeft zich daarnaast beroepen op onrechtmatig handelen van Delta Lloyd en gesteld dat daardoor een schade is geleden van € 65.000.-. 
11. De kantonrechter acht de handelwijze van Delta Lloyd. onder de gegeven omstandigheden. inderdaad onrechtmatig jegens X. Uit de overgelegde stukken blijkt dat het Delta Lloyd bekend was dat X ernstige psychische problemen had. Bovendien schrijft (nota bene) een medewerker van Delta Lloyd zelf in november 2011 (zie l.d) dat eerder aan X betaalde bedragen als sneeuw voor de zon waren verdwenen, zodat Delta Lloyd niet kan volhouden dat zij niet op de hoogte was van verkwisting aan de kant van X. Blijkens de onder l.d genoemde brief acht Delta Lloyd het in feite niet verantwoord nadere voorschotten te verstrekken voordat een (beschermings)bewindvoerder is benoemd. En daar komt dan nog bij dat Delta Lloyd op 3 januari 2012 wist (zie onder l.e) dat mr. Hovinga doende was een ondercuratelestelling voor X aan te vragen. 
12. dat er schade is geleden tot een bedrag van € 65.000,- heeft K, naar het oordeel van de kantonrechter, voldoende aannemelijk gemaakt. Had Delta Lloyd gewacht met het doen van (voorschot)betalingen totdat er een beschermingsrnaatregel was getrotfen (hetgeen volgens haar eigen e-mail van november 2012 de juiste weg was) dan waren deze betalingen onder het beheer van K (als curator) gekomen en waren de gelden er niet in twee weken doorheen gejaagd, zoals nu blijkbaar wel het geval is geweest. 
13. Aan het bovenstaande doet niet af tdat K niet exact heeft kunnen nagaan hoe X precies het geld heeft opgemaakt. Voldoende aannemelijk is geworden dat het geld binnen twee weken op was, en niet is besteed aan duurzame goederen ten behoeve van de huishouding of kleding. 
14. K verzoekt om veroordeling van verweersters in de kosten van de procedure. Op grond van artikel 1019aa Rv dient de kantonrechter bij de begroting van de kosten van de deelgeschilprocedure de redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 BW in aanmerking te nemen. Verweersters hebben zich niet verzet tegen het (specialistische) uurtarief van mr. Hovinga ad € 260,- exclusief 5% kantoorkosten en exclusief btw, behoudens de reistijd van 3 uur. 
Zij menen dat het aantal gevorderde uren bovenmatig is, terwijl geen duidelijk inzicht in het aantal bestede uren wordt gegeven. 
15. De kosten kunnen naar het oordeel van de kantonrechter de dubbele redelijkheidstoets doorstaan. Zij worden niet bovenmatig geacht, terwijl zij in voldoende mate gespecificeerd zijn. De kantonrechter is het wel met verweersters eens dat de reistijd voor vergoeding in aanmerking komt op basis van het basis uurtarief (ad € 208,-) en niet op basis van het specialistische tarief. Dat betekent dat € 198,20 op het gevorderde bedrag in mindering zal worden gebracht. Aldus zullen de kosten worden begroot op € 6.195,94.

BESLISSING 
De kantonrechter: 

I. bepaalt dat het in junuari 2012 door Delta Lloyd betaalde bedrag van € 65.000.- geen voorschot is op de te vergoeden schade en daarom niet meetelt bij de vraag welke bedragen aan voorschotten er in totaal werden betaald; 
II. begroot de kosten aan de zijde van K op € 6.195,94 inclusief kantoorkosten en inclusief btw:
III. veroordeelt verweersters tot betaling van het onder II genoemde bedrag.

Aldus gegeven door mr. T.M.A. van Löben Sels, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 mei 2013 in tegenwoordigheid van de griffier.

Met dank aan mr. A. Hovinga, Advocatenkantoor Hovinga, voor het inzenden van deze uitspraak.