RBROT 281124 doodslag op echtgenote; shock-, en affectieschade kinderen, toekomstschade n.o. schade verstandelijk gehandicapt kind n.o.
RBROT 281124 doodslag op echtgenote; shock-, en affectieschade kinderen, toekomstschade n.o. schade verstandelijk gehandicapt kind n.o.
8Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
8.1.
Benadeelde partijen
Als benadeelde partijen hebben de volgende personen zich in het geding gevoegd:
- -
[benadeelde 1] ;
- -
[benadeelde 2] ;
- -
[benadeelde 3] ;
- -
[benadeelde 4] ;
- -
[benadeelde 5] ;
- -
[benadeelde 6] .
8.2.
Ingediende vorderingen
De benadeelde partijen vorderen de volgende schadevergoedingen.
- [benadeelde 1] :
o € 20.000 euro affectieschade;
o € 30.000 euro shockschade.
De shockschade is ontstaan doordat [benadeelde 1] direct is geconfronteerd met de verwondingen van het slachtoffer. Zij heeft de rituele wassing van de overledene, haar moeder, gedaan. Hierdoor heeft zij PTSS opgelopen.
- [benadeelde 2] :
o € 17.500 euro affectieschade.
- [benadeelde 3] :
o € 20.000 euro affectieschade;
o € 30.000 euro shockschade;
o € 16.650 euro materiële schade.
De shockschade is ontstaan doordat [benadeelde 3] het lichaam van haar moeder in de woning heeft zien liggen en daarbij de verwondingen heeft gezien. [benadeelde 3] is naar aanleiding hiervan psychotisch gedecompenseerd. Daarnaast wordt een forfaitaire vergoeding van materiële schade gevorderd voor één jaar studievertraging die is ontstaan door het gebeurde.
- [benadeelde 4] :
o € 20.000 euro affectieschade;
o € 30.000 euro voor de aantasting in de persoon op andere wijze;
o € 8.100 euro (primair) dan wel € 2.025 euro (subsidiair) materiële schade;
o € 15.000 euro aan toekomstige schade.
Het wegvallen van moeder (en eveneens deels van vader) is een inbreuk op de ontwikkeling en het (zelf)vertrouwen van een kind. Door het handelen van de verdachte is er sprake van een onrechtmatige daad jegens [benadeelde 4] . Daarnaast wordt een vergoeding van materiële schade gevorderd vanwege het gederfd levensonderhoud. Primair wordt uitgegaan van een maandelijkse bijdrage van € 100 euro door de moeder voor de duur van 81 maanden, subsidiair wordt uitgegaan van € 25 euro per maand als de minimale maandelijkse bijdrage in de behoefte van een kind voor de duur van 81 maanden. De toekomstige schade wordt gevorderd met het oog op een eventuele behandeling van de vordering in hoger beroep. De vordering zal alsdan worden onderbouwd en ligt nu gereed voor niet-ontvankelijk verklaring.
- [benadeelde 6] :
o € 20.000 euro affectieschade;
- [benadeelde 5] :
o € 20.000 euro affectieschade.
Op nadere vragen van de rechtbank heeft de advocaat van de benadeelde partij aangevoerd dat [benadeelde 5] weliswaar een ernstige verstandelijke beperking heeft en dat de verhouding tussen hem en zijn moeder zodanig complex was, dat zijn moeder niet bij hem op bezoek kon, maar dat niet uitgesloten kan worden dat hij emotionele gevolgen ondervindt door het overlijden van zijn moeder. Uit de wetsgeschiedenis volgt voorts dat een affectieve band verondersteld moet worden en uit een aantal uitspraken van onder meer het gerechtshof ’s-Hertogenbosch volgt dat ook als er al geruime tijd geen contact is geweest tussen een ouder en een kind, toekenning van de forfaitaire affectieschade op zijn plaats is. Deze situatie laat zich daarmee vergelijken.
8.3.
Standpunt officier van justitie
De toekomstige schade van € 15.000 euro, ingediend ten behoeve van [benadeelde 4] , is niet onderbouwd, maar ingediend met het oog op een eventuele behandeling in hoger beroep. De vordering dient daarom voor dat deel niet-ontvankelijk te worden verklaard. Voor het overige zijn alle vorderingen voldoende onderbouwd en komen zij voor toewijzing in aanmerking, inclusief wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.4.
Standpunt verdediging
Het standpunt van de verdediging is dat de verdachte integraal dient te worden vrijgesproken, dan wel dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging ten aanzien van het ten laste gelegde. Gelet op het voorgaande dienen de vorderingen niet-ontvankelijk te worden verklaard. Voor het geval de rechtbank wel tot een veroordeling komt kiest de verdediging er voor geen verweer te voeren tegen de vorderingen.
8.5.
Beoordeling
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partijen, met uitzondering van [benadeelde 5]
, door het bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks schade is toegebracht.
8.5.1.
Shockschade
Voor zover de benadeelde partijen vergoeding van immateriële schade hebben gevorderd op grond van geleden shockschade, zijn die vorderingen telkens genoegzaam onderbouwd en zullen deze als onweersproken in hun geheel worden toegewezen.
8.5.2.
Schade door de aantasting in de persoon op andere wijze
Voor zover de benadeelde partijen vergoeding van immateriële schade hebben gevorderd op grond van schade door de aantasting in de persoon op andere wijze, is die vordering genoegzaam onderbouwd en zal deze als onweersproken in haar geheel worden toegewezen, nu is komen vast te staan dat aan die benadeelde partij door het bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks schade is toegebracht.
8.5.3.
Affectieschade
De gevorderde affectieschade zal, met uitzondering van [benadeelde 5] , worden toegewezen aan de benadeelde partijen. Die vorderingen voldoen aan de daarvoor geldende uitgangspunten en zijn overeenkomstig het forfaitaire stelsel.
8.5.3.1. Vordering [benadeelde 5]
Anders dan de advocaat van [benadeelde 5] heeft bepleit, ziet de rechtbank geen mogelijkheid de vordering van [benadeelde 5] in deze procedure (verder) te behandelen en beoordelen. Zij beschikt over beperkte informatie over de toestand van [benadeelde 5] en kan als gevolg daarvan niet uitsluiten dat hij vanwege zijn beperkingen geen besef heeft van het overlijden van zijn moeder. De vraag of er sprake is van besef bij [benadeelde 5] en ook de – principiële – vraag of er überhaupt sprake moet zijn van besef van de situatie en de daaruit voortvloeiende vraag of bij het ontbreken van enig besef dan niet toch het ondervinden van leed verondersteld moet worden, laten zich niet beantwoorden op basis van de beschikbare informatie. Dat vergt verder en zorgvuldig onderzoek waar deze strafprocedure zich niet voor leent en wat dus een onevenredige belasting daarvan oplevert. De benadeelde partij zal dan ook niet-ontvankelijk worden verklaard. De vordering kan desgewenst bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
8.5.4.
Materiële schade
In de vordering van toekomstige schade van € 15.000,- verklaart de rechtbank [benadeelde 4] niet ontvankelijk nu deze niet is onderbouwd.
Voor het overige overweegt de rechtbank dat voor zover de benadeelde partijen vergoeding van materiële schade hebben gevorderd, die (primaire) vorderingen telkens genoegzaam zijn onderbouwd. Die zullen dan ook als onweersproken worden toegewezen.
8.5.4.1. Wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel
Ten aanzien van alle benadeelde partijen waarbij de vordering is toegewezen zal de te vergoeden schade worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 februari 2023. Tevens zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen.
8.5.4.2. Proceskosten
Nu de vorderingen van de benadeelde partijen in overwegende mate zullen worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
8.5.4.3. Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partijen een schadevergoeding betalen van:
- - [benadeelde 1] : € 50.000 euro;
- - [benadeelde 2] : € 17.500 euro;
- - [benadeelde 3] : € 66.650 euro;
- - [benadeelde 4] : € 58.100 euro;
- - [benadeelde 6] : € 20.000 euro.
In deze procedure wordt over de gevorderde schadevergoeding van [benadeelde 5] geen inhoudelijke beslissing genomen. ECLI:NL:RBROT:2024:12002