RBROT 220323 knieletsel bij voetballen; geen aansprakelijkheid voor verplichte deelname of onvoldoende toezicht, wel voor onvoldoende nazorg bewoner gesloten kliniek
RBROT 220323 knieletsel bij voetballen; geen aansprakelijkheid voor verplichte deelname of onvoldoende toezicht, wel voor onvoldoende nazorg bewoner gesloten kliniek
2De feiten
2.1.
In 2020 verbleef [eiser] in een door Ipse de Bruggen geëxploiteerde kliniek in Forensisch Psychiatrisch Centrum De Kijvelanden te Poortugaal , in het kader van een voorwaardelijke invrijheidsstelling met bijzondere voorwaarden.
2.2.
Op 29 augustus 2020 heeft [eiser] letsel opgelopen tijdens een beweegmoment dat door Ipse de Bruggen werd georganiseerd, behorend tot het behandelprogramma. [eiser] deed toen mee aan een voetbalwedstrijd met medebewoners waaraan ook een begeleider van Ipse de Bruggen deelnam.
2.3.
Na het ongeval is [eiser] door een begeleider van Ipse de Bruggen met een personenauto naar het ziekenhuis gebracht.
2.4.
In het ziekenhuis is vastgesteld dat een spier aan de linkerknie van [eiser] is afgescheurd. [eiser] is met een spalk terug naar de kliniek gegaan, en, gerelateerd aan coronaproblematiek, pas drie weken later aan zijn knie geopereerd en in het gips gezet.
2.5.
Vervolgens heeft [eiser] een revalidatietraject met fysiotherapie van acht maanden doorlopen.
2.6.
Op 8 juli 2021 heeft [eiser] Ipse de Bruggen schriftelijk aansprakelijk gesteld voor de schade die hij als gevolg van dit ongeval geleden heeft en lijdt.
2.7.
Per brief van 22 februari 2022 heeft Centramed, de verzekeraar van Ipse de Bruggen , de aansprakelijkheid afgewezen.
3Het geschil
3.1.
[eiser] vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. te verklaren voor recht, althans vast te stellen dat Ipse de Bruggen aansprakelijk is voor het ongeval en haar gevolgen dat [eiser] op 29 augustus 2020 te Poortugaal is overkomen;
2. Ipse de Bruggen te veroordelen in de kosten van de procedure.
3.2.
[eiser] legt aan zijn vorderingen ten grondslag dat door Ipse de Bruggen onrechtmatig jegens [eiser] is gehandeld.
3.3.
Ipse de Bruggen voert verweer strekkende tot afwijzing van de vorderingen van [eiser].
4De beoordeling
4.1.
[eiser] stelt dat Ipse de Bruggen op 29 augustus 2020 onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld vanwege drie opeenvolgende situaties in samenhang bezien, namelijk (1) [eiser] verplichten tot deelname aan de voetbalwedstrijd ondanks zijn bezwaar daartegen, (2) onvoldoende toezicht houden tijdens de voetbalwedstrijd en (3) onzorgvuldig handelen direct na het ongeval.
Ipse de Bruggen betwist dat er sprake is geweest van onrechtmatig handelen.
De rechtbank is van oordeel dat de verwijten (1) en (2) niet terecht zijn. Het derde verwijt is wel terecht. De rechtbank licht hieronder toe hoe zij tot haar oordeel is gekomen.
Onrechtmatig handelen: verplichte deelname na protest?
4.2.
[eiser] stelt dat hij door een begeleider van Ipse de Bruggen werd verplicht om mee te doen aan een voetbalwedstrijd ondanks dat [eiser] hiertegen bezwaar had gemaakt. [eiser] voelde zich fysiek niet fit en gaf dit aan bij de begeleider. Hieraan werd geen gehoor gegeven, [eiser] moest deelnemen. Indien [eiser] niet mee zou doen met de voetbalwedstrijd dan zouden sancties volgen, zoals het intrekken van verlof of terugkeer naar de penitentiaire inrichting. Door [eiser] te verplichten om deel te nemen aan de voetbalwedstrijd is hij op een onverantwoorde manier blootgesteld aan de aanmerkelijke kans op het oplopen van lichamelijk letsel. Deze kans heeft zich ook verwezenlijkt.
4.3.
Ipse de Bruggen betwist dat de begeleider [eiser] heeft verplicht om mee te doen aan de voetbalwedstrijd. De bewoners worden geacht om mee te doen met de door Ipse de Bruggen georganiseerde beweegmomenten maar worden niet verplicht om mee te doen met bepaalde activiteiten. Als een bewoner niet mee wil doen aan een voetbalwedstrijd, kan de bewoner er ook voor kiezen om mee te gaan om een rondje om het veld te wandelen en de wedstrijd vanaf de zijlijn te bekijken. Aan het niet deelnemen aan de activiteiten zijn geen sancties verbonden. Verder betwist Ipse de Bruggen dat [eiser] heeft gezegd dat hij fysiek niet in staat was om mee te doen met de voetbalwedstrijd. [eiser] heeft ook niet aan de begeleider aangegeven dat hij niet wilde deelnemen. Bij de wedstrijd deed hij juist fanatiek mee.
4.4.
Beide partijen schetsen een duidelijk van elkaar verschillende feitelijke gang van zaken voorafgaand aan de voetbalwedstrijd. Op de mondelinge behandeling was mevrouw [persoon A] aanwezig. Zij zei één van de twee begeleiders van de voetbalwedstrijd te zijn geweest en bij de wedstrijd aan de kant te hebben gezeten, en zij heeft daarbij tegenover de rechtbank bevestigd dat bewoners die niet mee willen doen met het voetballen worden meegevraagd om (slechts) te komen kijken naar de wedstrijd. Voorts is door Ipse de Bruggen op de mondelinge behandeling een rapportage van de dag van het ongeval in het geding gebracht. Een dergelijke rapportage wordt elke dag opgemaakt door de betreffende begeleiders en/of betrokken artsen. De begeleider die [eiser] heeft opgehaald voor de voetbalwedstrijd en die vervolgens (ook volgens [eiser] ) zelf heeft meegedaan aan de voetbalwedstrijd heeft het volgende geschreven over de situatie voorafgaand aan de voetbalwedstrijd:
“ [voornaam eiser] is goed in contact en helpt in de middag R.L. met het maken van saotosoep . [voornaam eiser] was bezig met het maken van de eieren en kip. [voornaam eiser] stopt hier rond 16;45 mee zodat hij even kan roken en omkleden voor het sportmoment. [voornaam eiser] doet mee met partijtje (…) ”
In de rapportage is niets te lezen over het uiten van bezwaren door [eiser] om mee te doen aan de voetbalwedstrijd, terwijl een dergelijke situatie gelet op de gedetailleerde verslaglegging wel zou moeten zijn opgenomen in de rapportage.
4.5.
Gelet op hetgeen door Ipse de Bruggen op zitting is verklaard en aan dagrapportage is overgelegd, had het op de weg van [eiser] gelegen zijn stelling, dat hij is gedwongen mee te doen aan de voetbalwedstrijd, nader te onderbouwen, althans nader in te gaan op hetgeen Ipse de Bruggen naar voren heeft gebracht. Dat heeft hij nagelaten.
De stelling van [eiser] dat hij gedwongen is mee te doen aan de voetbalwedstrijd is dan ook naar het oordeel van de rechtbank niet, althans onvoldoende onderbouwd en wordt om die reden verworpen. Aan bewijslevering op dit punt wordt niet toegekomen.
Onrechtmatig handelen: onvoldoende toezicht en instructies?
4.6.
[eiser] stelt dat tijdens de voetbalwedstrijd slechts één begeleider aanwezig was en dat deze zelf ook meedeed aan de voetbalwedstrijd. Door de medebewoners werd grof gespeeld en er was veel fysiek contact. De begeleider had hier geen aandacht voor en de spelregels werden niet door de begeleider gehandhaafd. Door middel van een sliding van een medebewoner op [eiser] is [eiser] ten val gekomen waarbij het letsel is ontstaan. Door het houden van onvoldoende toezicht en het geven van onvoldoende instructies kon het dus gebeuren dat [eiser] het letsel heeft opgelopen.
4.7.
Ipse de Bruggen betwist dat door de begeleiding onvoldoende toezicht is gehouden of onvoldoende instructies zijn gegeven. Tijdens de voetbalwedstrijd was niet slechts één begeleider, maar waren twee begeleiders aanwezig, op vijf bewoners, waaronder [eiser] . Eén begeleider nam zelf deel aan de wedstrijd om de teams even te maken. De tweede begeleider keek mee vanaf de kant en heeft [eiser] er meerdere malen op gewezen dat hij rustiger aan moest doen omdat hij erg fanatiek speelde. Ook de toedracht van het ongeval was anders dan [eiser] stelt. [eiser] maakte bij het schieten een verkeerde beweging waardoor hij ten val kwam en het letsel opliep. Het letsel is niet ontstaan door een sliding van een medebewoner. [eiser] heeft daarnaast niet onderbouwd welke concrete instructies Ipse de Bruggen heeft nagelaten te geven waarmee het ongeluk van [eiser] had kunnen worden voorkomen. Bij het spelen van een voetbalwedstrijd, een sport die niet inherent grote gevaren in zich bergt, had Ipse de Bruggen geen specifieke veiligheidsmaatregelen hoeven treffen.
4.8.
Ook hier schetsen partijen een geheel verschillende feitelijke toedracht. Op de mondelinge behandeling heeft mevrouw [persoon A] bevestigd dat zij als tweede begeleider aanwezig was bij de voetbalwedstrijd en vanaf de bank meekeek. Volgens mevrouw [persoon A] had zij vanaf de bank goed zicht op de voetbalwedstrijd en zij zag dat [eiser] erg fanatiek was. Zij bevestigde ook dat zij [eiser] meermalen heeft gezegd dat hij rustiger aan moest doen. Zij heeft [eiser] zien vallen. [eiser] wilde een schietbeweging maakte, dit mislukte, waardoor hij ten val kwam en het letsel op liep. In de door Ipse de Bruggen overgelegde dagrapportage heeft de andere begeleider die zelf deelnam aan de voetbalwedstrijd over de toedracht van het ongeval het volgende geschreven:
“ (…) [voornaam eiser] doet mee met partijtje en het staat op dat moment 9-7 in [voornaam eiser] zijn voordeel. [voornaam eiser] maakt een loopactie richting het goal van de tegenstanders en maakt meerdere malen een nepschot beweging. Hiermee wil [voornaam eiser] de tegenstanders afleiden en meer ruimte creëren voor zichzelf. Als [voornaam eiser] dichterbij het goal komt wil hij genadeloos uithalen en dit mislukt. [voornaam eiser] staat in een rare houding en wil de bal zo hard schoppen dat hij zichzelf blesseert. Grl (rechtbank: de begeleider die zelf meedoet) is 5 meter van [voornaam eiser] vandaan en hoort een krakend geluid. Mede cliënten zitten op de bank ongeveer 13 meter verder en die horen ook een krakend geluid. (…) ”
4.9.
Het letsel van [eiser] is volgens Ipse de Bruggen , volgens mevrouw [persoon A] en volgens de dagrapportage niet ontstaan door een sliding van een medebewoner, maar door het eigen handelen van [eiser] (en, naar zeggen van mevrouw [persoon A] , ondanks waarschuwingen dat hij te fanatiek meedeed). Gelet op de gemotiveerde betwisting van Ipse de Bruggen omtrent de toedracht, had het op [eiser] weg gelegen zijn verwijten ter zitting te specificeren en nader in te gaan op hetgeen Ipse de Bruggen naar voren heeft gebracht. Dat heeft [eiser] niet gedaan. Hij noemde bijvoorbeeld ook op zitting nog altijd niet de naam van de medebewoner die de sliding zou hebben gemaakt waardoor [eiser] ten val zou zijn gekomen. Ook de stellingen van [eiser] in het kader van verwijt (2) aan Ipse de Bruggen zijn daarom onvoldoende onderbouwd en worden gepasseerd. Aan bewijslevering wordt niet toegekomen.
Onrechtmatig handelen: na het ontstaan van het letsel?
4.10.
[eiser] stelt dat Ipse de Bruggen na het ongeval onzorgvuldig heeft gehandeld waardoor [eiser] onnodig lang en veel pijn heeft geleden. Direct na het ongeval heeft [eiser] het uitgegild van de pijn en heeft hij meerdere malen gevraagd om een ambulance. [eiser] heeft vervolgens twee uur moeten wachten totdat een begeleider hem met eigen personenauto naar het ziekenhuis heeft gebracht, omdat het vervoer per ambulance niet noodzakelijk zou zijn geweest. Gedurende de wachttijd en bij het vervoer per auto (in het bijzonder bij het in- en uitstappen) heeft [eiser] onnodig veel pijn ondervonden. Mede gelet op de ernst van het letsel, is door Ipse de Bruggen niet adequaat en zorgvuldig gehandeld.
4.11.
Ipse de Bruggen betwist dat er na het ongeval door Ipse de Bruggen onzorgvuldig is gehandeld. Na het ongeval zijn de begeleiders direct naar [eiser] toegekomen en hebben zij medische hulp ingeroepen. Vervoer per ambulance was vanwege de aard van het letsel niet mogelijk waardoor één van de begeleiders (mevrouw [persoon A] deelde op zitting mee dat zij dat was geweest, maar [eiser] kon dat bevestigen noch ontkennen) [eiser] naar het ziekenhuis heeft gebracht. Het afstemmen van het vervoer heeft mogelijk extra tijd in beslag genomen omdat [eiser] verbleef in een gesloten kliniek. Niet valt in te zien dat deze tijdsduur van invloed is geweest op de behandeling van het letsel van [eiser] of anderszins nadelige gevolgen voor hem heeft gehad.
4.12.
De rechtbank stelt het volgende vast. De begeleider die bij de voetbalwedstrijd aanwezig was en zelf ook deelnam, schrijft in de rapportage het volgende:
(…) Als [voornaam eiser] dichterbij het goal komt wil hij genadeloos uithalen en dit mislukt. [voornaam eiser] staat in een rare houding en wil de bal zo hard schoppen dat hij zichzelf blesseert. Grl is 5 meter van [voornaam eiser] vandaan en hoort een krakend geluid. Mede cliënten zitten op de bank ongeveer 13 meter verder en die horen ook een krakend geluid. Vanaf dat moment wist grl dat er iets ernstigs aan de hand was en helpt [voornaam eiser] . Grl belt naar de afdeling om te vragen of collega een rolstoel naar het sportveld kan brengen want [voornaam eiser] kon op dat moment niet goed op zijn Linker been leunen. Grl belt naar de AWN ( rechtbank: avond, weekend en nacht verpleegkundige ) om te vragen of ze even langs kan komen. Toen de AWN was aangekomen voerde ze wat kleine testjes uit en die informatie wou ze delen met de arts omdat het er niet goed uitzag. [voornaam eiser] wordt terug naar de afdeling gebracht in een rolstoel en grl houdt zijn linkerbeen steeds omhoog. [voornaam eiser] geeft elke minuut aan hoeveel pijn hij heeft en [voornaam eiser] zegt ik kan nu nooit meer werken, nooit meer lopen het leven is ook helemaal kut. Dit is niet goed voor mijn bloeddruk. Grl kalmeert [voornaam eiser] en dit lukt half. De AWN heeft in de tussentijd gebeld naar de arts en die komt langs om te beoordelen of [voornaam eiser] naar het ziekenhuis moet gaan of niet. Toen bleek dat [voornaam eiser] naar het ziekenhuis toe moest werd de achterwacht op de hoogte gesteld van wat er zich afspeelde. Grl vraagt aan AWN & arts of er een ambulance kan komen het antwoord is voor dit soort situaties komt er geen ambulance je moet zelf naar het ziekenhuis toe. Grl stelt een eigen auto beschikbaar om naar het ziekenhuis toe te rijden. [voornaam eiser] vond het schandalig dat er geen ambulance naartoe kwam wat is dit voor kut kliniek. Grl geeft aan dat wij deze keuze niet kunnen maken, als de arts en de AWN tegen ons zeggen dat we het zelf moeten doen dat moeten wij het ook zelf doen. [voornaam eiser] begrijpt dit en toont een klein beetje empathie. Grl probeert [voornaam eiser] in de auto te krijgen en dit gaat erg lastig. 1 grl moest namelijk de hele tijd zijn been gestrekt omhoog houden. [voornaam eiser] ging op de bijrijder stoel voorin zitten en dat is lastig instappen als je je linkerbeen niet kan bewegen. Dit ging ook met veel pijn en moeite. Eenmaal in de auto wou [voornaam eiser] dat er een 2e grl mee ging want hoe kom ik nou in godsnaam uit die auto. Grl steld [voornaam eiser] gerust en zegt dat het ziekenhuispersoneel gaat helpen om jou veilig uit de auto te krijgen. Grl gaat naar boven en stelt de achterwacht + AWN hoe moeizaam [voornaam eiser] de auto in kwam en grl houdt beide op de hoogte. (…)
4.13.
In de rapportage schrijft de achterwacht het volgende:
AWN Poortugaal neemt telefonisch contact op; geeft aan dat [voornaam eiser] vanmiddag op het sportveld is gevallen en zijn knie flink geblesseerd heeft. Grl die in de buurt was hoorde ook een ‘knak’. AWN heeft overlegd met dienstdoende arts en uitkomst is dat er twee opties zijn: of nu insturen naar het ziekenhuis voor een rontgenfoto (mogelijke ontwrichting knie/geschuurde banden) of pijnmedicatie geven voor de nacht en morgenochtend als de zwelling is afgenomen door een arts daar laten beoordelen. Deze beoordeling kan niet op dit moment omdat zwelling aanwezig is. AWN geeft aan mij deze keuze voor te willen leggen omdat ze vindt dat hierbij ook mee weegt welke titel hij heeft/hoeveel begeleiding dit vraagt/hoe bezetting op de groep is. Besproken dat het medische keuze is en ik hierin niet onderlegd ben + geen keuze in kan maken. Toegezegd te overleggen met de afdeling + dossier na te lezen om te onderzoeken wat nodig is mocht hij naar het ziekenhuis gaan.
Telefonisch contact met grl [persoon B] . [voornaam eiser] is erg geschrokken; heeft het uitgeschreeuwd van de pijn. Intelligentieniveau speelt hierbij ook rol; is bang en geeft aan dat zijn bot eruit is gegaan, maar nu weer terug is’. Is momenteel op kamer met 1-op-1 begeleiding en redelijk rustig, maar wel is duidelijk merkbaar dat hij nog veel pijn heeft. Bezetting is vanavond goed (4 pers); morgenochtend tot 13:00 bestaat bezetting uit 3 personen en daarna 4. Verblijft onder titel artikel 15a; vrijwillige status. Grl geeft aan dat [voornaam eiser] ook al eerder onder begeleiding van groepsleiding naar de bank is geweest voor een afspraak.
Kort telefonisch overleg met [persoon C] ; deze bevestigd verhaal van grl + geeft aan keuze bij medische team te laten en hen eventueel met HAP te laten overleggen.
Telefonisch overleg met AWN Poortugaal ; besproken dat er mogelijkheid is om naar het ziekenhuis te gaan en wat mij betreft voorop staat wat er medisch nodig is op het moment en niet onnodig te wachten; juist omdat dient erg geschrokken is en bang; zal mogelijk onrustige nacht voor hem worden. AWN geeft aan met voorwacht arts te zullen overleggen en hem/haar zal vragen met HAP te overleggen. Afgesproken terugkoppeling te krijgen van het vervolg.
20:30
Nog geen terugkoppeling gekregen en zelf telefonisch contact opgenomen met grl [persoon B] ; deze geeft aan dat [voornaam eiser] onder begeleiding van groepslid half uur geleden naar het ziekenhuis is gegaan.
(…)
4.14.
In de rapportage schrijft de AWN (avond, weekend en nacht verpleegkundige) het volgende:
Dhr is rond 18.00 tijdens het sportmoment gevallen. Knie zag dik. Dhr is naar afdeling gebracht. knie gekoeld pijnstilling PCM gegeven. Vw (rechtbank: voorwacht (arts)) is in huis geweest. Overleg met VW en Ipse hun achterwacht besloten om een foto te laten maken.
AW Ipse heeft aangegeven dat dhr met een man begeleiding naar het ZH mocht. Dhr heeft pees onder zijn knie gescheurd komt straks terug met gips. Krijgt vd week een oproep voor een operatie.
4.15.
In de rapportage schrijft de voorwacht (arts) het volgende:
Beoordeling ivm traumatisch knieletsel
Sprake van rotatietrauma van knie links tijdens voetbal, waarbij er een harde knap werd gehoord.
Hierna kon patient niet belasten. Direct na trauma ontstond een zwelling onder de patella links. Forse pijn klachten
LO/ pijnlijke patient, kan been links niet belasten.
Forse zwelling zichtbaar onder de patellaschijf. Palpatie patella intact. Bewegingsonderzoeken niet te testen vanwege de pijn. Kan ook nauwelijks flecteren.
C/ traumatisch knieletsel links waarbij fractuur dan wel combinatieletsel niet uitgesloten kan worden.
4.16.
Uit de rapportage blijkt dat het ongeval rond 18:00 uur heeft plaatsgevonden en dat [eiser] rond 20:00 uur (de achterwacht schrijft om 20:30 “een half uur geleden”) naar het ziekenhuis is gebracht. Dit bevestigt de stelling van [eiser] dat hij twee uur heeft moeten wachten totdat hij werd vervoerd. Uit de rapportage is af te leiden dat het tijdsverloop voornamelijk komt door veelvuldig overleg heen en weer tussen verschillende partijen. Er waren duidelijke signalen die erop wezen dat het op zeer pijnlijke wijze goed mis was met de knie van [eiser] . Tijdens de voetbalwedstrijd werden zowel door de aanwezige begeleiders als door de medebewoners en [eiser] zelf een knak / een krakend geluid gehoord. Vervolgens schreeuwt [eiser] het uit van de pijn en blijkt dat [eiser] zijn been niet meer kan belasten. [eiser] geeft elke minuut aan hoeveel pijn hij heeft. Daarnaast heeft [eiser] meerdere malen zelf verzocht om een ambulance. In de rapportage is niet te lezen dat door de begeleiders en/of de arts is geprobeerd om een ambulance te bellen. Zonder navraag te doen naar de mogelijkheden is door de betrokken arts gezegd dat een ambulance niet komt voor een dergelijke situatie. Ook de begeleider die aanwezig was op de mondelinge behandeling heeft verklaard dat de arts een ambulance niet nodig vond. Dit terwijl het letsel, een afgescheurde spier aan de knie, niet door de betrokken arts is vastgesteld. [eiser] is met een personenauto door een begeleider naar het ziekenhuis vervoerd. In de rapportage wordt het verhaal van [eiser] bevestigd dat het vervoer per personenauto met veel pijn en moeite is verlopen. Vooral het instappen in de auto is erg lastig gegaan omdat [eiser] zijn linkerbeen niet kon buigen en bewegen.
4.17.
De rechtbank is van oordeel dat gesteld noch gebleken is dat de handelwijze van Ipse de Bruggen van invloed is geweest op de behandeling van het letsel toen [eiser] eenmaal in het ziekenhuis was aangekomen. Maar de rechtbank is ook van oordeel dat door Ipse de Bruggen , althans door haar medewerkers, onzorgvuldig is gehandeld in de zorg die zij heeft verleend aan [eiser] direct na het ontstaan van het letsel totdat [eiser] in het ziekenhuis aankwam.
[eiser] heeft twee uur moeten wachten totdat de beslissing werd genomen dan wel was uitgevoerd om hem met een personenauto naar het ziekenhuis te brengen. Gedurende deze tijd heeft [eiser] veel pijn ondervonden. Daarnaast heeft [eiser] extra pijn geleden door het vervoer met de personenauto naar het ziekenhuis.
Het voortvarend bellen van een ambulance was op zijn plaats geweest vanwege de duidelijke signalen die wezen op de aanwezigheid van ernstig en zeer pijnlijk letsel. Protocollen in verband met het verblijf van [eiser] in de kliniek en vragen rondom zijn verblijfsstatus en rondom de personele bezetting hadden aan dat voortvarende optreden niet in de weg mogen staan.
Nu er geen ambulance is gebeld, kan de rechtbank niet afgaan op de visie van de betrokken arts dat de ambulance niet zou zijn gekomen, en moet het ervoor gehouden worden dat [eiser] minst genomen sneller én op minder pijnlijke wijze had kunnen worden vervoerd, en dus ook sneller (in het ziekenhuis) gefixeerd zou zijn met een spalk/in gips, welke fixatie (ook) van belang is tegen de pijn, naar algemeen bekend is. Inzet op sneller en geschikter vervoer en snellere fixatie zou daarom, moet worden aangenomen, onnodig leed – met een maximale duur van twee uur – hebben voorkomen.
Dat van Ipse de Bruggen in casu adequatere zorg mocht worden verwacht klemt extra omdat van haar zorg en adequaat optreden kwetsbare en verstandelijk minderbegaafde mensen zoals [eiser] in de situatie die zich voordeed, volledig afhankelijk zijn.
4.18.
Ipse de Bruggen is aansprakelijk voor het hiervoor beschreven tekortschieten in zorg. Zij is als werkgever aansprakelijk voor het handelen en/of nalaten van haar werknemers op grond van artikel 6:170 BW en heeft dat ook niet betwist. De vordering zal worden toegewezen op de wijze zoals hieronder vermeld. ECLI:NL:RBROT:2023:2480