Overslaan en naar de inhoud gaan

RBLIM 040220 eventuele fout van moeder van minderjarige kan niet als eigen schuld worden toegerekend aan minderjarige

RBLIM 040220 Koerdisch meisje met hersenletsel; schade broer, optredende als tolk/vertaler voor ouders; deels wel en deels niet onder art. 6:107 BW
- eventuele fout van moeder van minderjarige kan niet als eigen schuld worden toegerekend aan [minderjarige]

- verzocht 19 x € 265,-- ex btw, zowel uren als tarief bovenmatig, toegewezen 15 uur x € 230,- = € 3.450,00, incl. btw
- niet kan worden verlangd dat minderjarige zich, ter beperking van haar schade, laat begeleiden door InReha

4.13.

De Goudse stelt zich verder op het standpunt dat een deugdelijke beslissing over het verzochte slechts mogelijk is, indien ter zake nadere bewijslevering plaatsvindt, waarvoor een deelgeschilprocedure zich niet leent. Zonder bewijslevering is volgens De Goudse geen concrete uitspraak mogelijk over de uiteindelijke omvang (en het aandeel van de moeder van [minderjarige] daarin) van de aansprakelijkheid van De Goudse, zodat niet alleen het verzochte onder a, maar ook de volledige vergoeding van het verzochte onder b t/m f niet mogelijk is.

4.14.
Kennelijk wil De Goudse daarmee betogen dat eerst de omvang van de aansprakelijkheid van de moeder van [minderjarige] moeten worden vastgesteld, voordat een oordeel kan worden gegeven over de diverse verzoeken. Dit verweer berust op het impliciete, onjuiste standpunt dat een eventuele fout van de moeder van [minderjarige] als eigen schuld zou kunnen worden toegerekend aan [minderjarige] (vergelijk Hoge Raad: 31 mei 1985, NJ 1986, 690, Boon/Prenger). Bovendien, indien de moeder van [minderjarige] en de bestuurder van de auto die [minderjarige] heeft aangereden beiden onrechtmatig jegens [minderjarige] zouden hebben gehandeld, zijn dezen hoofdelijk jegens [minderjarige] aansprakelijk, hetgeen inhoudt dat [minderjarige] beiden voor de gehele schade kan aanspreken (zie artikel 6:102 BW). De vaststelling van de eventuele mate van schuld van de moeder van [minderjarige] is derhalve niet relevant.

ECLI:NL:RBLIM:2020:944