Overslaan en naar de inhoud gaan

GHARL 100919 verhuurder niet aansprakelijk voor immateriële schade vanwege psychische klachten in verband met woning in Gronings aardbevingsgebied

GHARL 100919 verhuurder niet aansprakelijk voor immateriële schade vanwege psychische klachten in verband met woning in Gronings aardbevingsgebied

4.14
Voor zover deze schade het gevolg is van gevoelens van onveiligheid die de aardbevingen hebben opgeroepen, oordeelt het hof dat het zowel het zich voordoen van aardbevingen als de omstandigheid dat de woning destijds niet aardbevingsbestendig gebouwd is, niet aan Marenland is toe te rekenen. Het hof acht ook niet door [appellante] aannemelijk gemaakt dat Marenland eerder - ingrijpende - versterkingsmaatregelen had kunnen en moeten doorvoeren aan de woning om de woning wel aardbevingsbestendig te maken. Voor zover de gestelde psychische schade aardbevingsrelateerd is, oordeelt het hof dat Marenland daarvoor niet aansprakelijk kan worden gehouden. De opmerking van [appellante] dat Marenland dan maar een regresvordering bij de NAM moet instellen, mist eveneens een juridisch fundament. Het hof overweegt nog wel, onder verwijzing naar HR 19 juli 2019 ECLI:NL:HR:2019:1278, dat het [appellante] vrijstaat om zelf de NAM dan wel de Staat aan te spreken voor vergoeding van het door haar gestelde immateriële schade, waartoe het hof in het bijzonder wijst op de overweging 2.13.4 van dat arrest.ECLI:NL:GHARL:2019:7330