GHARL 250723 aardbevingsschade. eindvonnis mbt bewijs en diverse schadeposten w.o. kosten ter versterking constructie
- Meer over dit onderwerp:
GHARL 250723 aardbevingsschade. eindvonnis mbt bewijs en diverse schadeposten w.o. kosten ter versterking constructie
In vervolg op:
GHARL 151122 Na onderzoek en verhoor deskundigen heeft hof mogelijk toch behoefte aan stellen aanvullende vragen
en
GHARL 140921 aardbevingsschade; comparitie met deskundigen nadat een deskundigenbericht is uitgebracht
3.55
De conclusie is dat [appellant] aanspraak heeft op vergoeding van € 2.178,- + € 912,- + € 6.000,- + € 16.800,- + € 14.400,- = € 40.290,- wegens gevolgschade.
Conclusies
3.56 [appellant] heeft alles bij elkaar genomen aanspraak op € 92.433,34 (kosten van de versterking minus het al betaalde bedrag) + € 40.290,- = € 130.723,34. Het hof zal NAM veroordelen tot betaling van dat bedrag aan [appellant] . Het hof merkt op dat [appellant] geen wettelijke rente heeft gevorderd, zodat het hof geen wettelijke rente kan toewijzen.
3.57
[appellant] vordert daarnaast een vergoeding voor door hem gemaakte buitengerechtelijke kosten. Dat zijn raadsman werkzaamheden heeft verricht die niet vallen onder het bereik van een proceskostenveroordeling heeft NAM niet weersproken. NAM heeft ook geen verweer gevoerd tegen de omvang van de gevorderde kosten, zodat het hof haar zal veroordelen tot betaling van het gevorderde bedrag van € 2.842,-.
3.58
Gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen, zal het hof het vonnis van de rechtbank vernietigen en NAM alsnog veroordelen tot betaling van de hiervoor vermelde bedragen.
3.59
NAM wordt weliswaar veroordeeld tot betaling van een fors bedrag, maar wel een bedrag dat veel lager is dan door [appellant] is gevorderd. Het is ook gebaseerd op een geheel andere feitelijke grondslag dan waarop [appellant] oorspronkelijk zijn vordering heeft gebaseerd. Bovendien is de procedure in hoger beroep onnodig gecompliceerd door de wijze waarop [appellant] heeft geprocedeerd doordiverse eiswijzigingen en stellingen die op een zeer laat moment zijn betrokken. Het hof ziet in deze omstandigheden reden om de proceskosten bij de rechtbank en het hof te compenseren. Dat geldt niet voor de kosten van het deskundigenonderzoek dat nodig was om de schade te kunnen vaststellen. Het hof zal NAM daarom veroordelen tot betaling aan [appellant] van het door hem betaalde voorschot. Het betreft een bedrag van € 42.884,64. ECLI:NL:GHARL:2023:6339