RBOBR 140824 regres uitzendbureau; inlener volledig aansprakelijk voor zorgplichtschending t.z.v. ongeval tijdens reparatie vuilniswagen
- Meer over dit onderwerp:
RBOBR 140824 regres uitzendbureau; inlener volledig aansprakelijk voor zorgplichtschending t.z.v. ongeval tijdens reparatie vuilniswagen
In relatie tot:
RBOBR 140824 geschil tussen gemeente en verzekeraars over dekking t.z.v. ernstig arbeidsongeval tijdens reparatie aan vuilniswagen; WAM-verzekering biedt dekking
2 De feiten
2.1.
Start People is een uitzendbureau met vacatures in de transport, industrie, logistiek en bij de overheid.
2.2.
Start People en Afvalstoffendienst zijn in 2017 een raamovereenkomst inzake de levering van flexwerkers overeengekomen. Hierin is – voor zover hier van belang – het volgende overeengekomen:
“Artikel 8
8.1
De flexwerker verricht de werkzaamheden in het kader van de opdracht en op locatie waar de Opdrachtgever zijn werkzaamheden verricht onder leiding en toezicht van Opdrachtgever. Opdrachtgever is gehouden de werkzaamheden te laten verrichten
met inachtneming van hetgeen bij of krachtens de Arbeidsomstandighedenwet is gesteld.
8.2
Opdrachtgever draagt zorg voor een adequaat (veiligheid) instructie en levert deze tijdig aan Opdrachtnemer. Opdrachtnemer informeert de flexwerker over de verkregen instructie voordat de flexwerker start met de werkzaamheden.
(..)
Artikel 14 Uitsluiting aansprakelijkheid Opdrachtgever
14.1
Opdrachtgever is niet aansprakelijk voor schade die voor Opdrachtnemer direct of indirect voortvloeit uit gebeurtenissen, welke intreden zonder dat Opdrachtgever terzake daarvan zelf grove schuld treft of ernstig nalatig is gebleven.
14.2
Opdrachtnemer en Opdrachtgever zijn gezamenlijk aansprakelijk voor en dient een verzekering te hebben voor dekking van ongevallen- en letselschade die flexwerker kan oplopen tijdens de uitvoering van de werkzaamheden.”
2.3.
In de Nota van Inlichtingen met aanvullende vragen van 5 september 2022 is over artikel 14.2 het volgende opgenomen:
“110. artikel 14.2 2.1.3. 27 aug 2016 10
Vraag : Bij een aantal percelen heeft u in de NvI voor de selectiefase (bijv. vraag 5 van de NvI voor perceel aangegeven te streven naar een 'voor beide partijen evenwichtige goed uitvoerbare raamovereenkomst te sluiten’. Artikel 14.2 van de raamovereenkomst is daar niet in overeenstemming mee. Bij uitzenden wordt een flexwerker ter beschikking gesteld aan opdrachtgever om onder leiding en toezicht van opdrachtgever werkzaamheden te verrichten. De opdrachtnemer heeft daar geen invloed op. Bovendien is de opdrachtgever verantwoordelijk voor het zorgdragen voor veilige werkomstandigheden. In dit kader wijzen wij u, wellicht ten overvloede, tevens op voorschrift 3.9.D van de Gids Proportionaliteit. Daarin wordt aangegeven dat 'voor het bepalen in welke mate een aansprakelijkheidseis proportioneel is, gekeken kan worden naar wat een gebruikelijke aansprakelijkheidseis is in de betreffende branche Hierbij kan gekeken worden naar de bepalingen in de in die branche gebruikelijke contracten alsmede naar hetgeen gebruikelijk verzekerbaar is in die branche'. In de uitzendbranche is het gebruikelijk dat aansprakelijkheid voor schade aan en door flexwerkers onder de verantwoordelijkheid van opdrachtgevers valt en niet van de opdrachtnemers. Artikel 18.7 van de Pianoo-voorwaarden (die in de selectiefase aan u zijn verstrekt), geeft een goede weergave van de in de branche gebruikelijke bepalingen rondom aansprakelijkheid in de uitzendbranche. Wij verzoeken u derhalve om In plaats van het bepaalde In artikel 14.2 van de raamovereenkomst het bepaalde uit artikel 18.7 van de Pianoo-voorwaarden op te nemen dan wel, indien u daar niet toe bereid bent, in ieder geval in artikel 14.2 'opdrachtnemer' te vervangen door 'opdrachtgever'.
Uw antwoord op 26 aug 2016 9:19 :
Een flexwerker die tijdens zijn werkzaamheden schade lijdt kan zowel de opdrachtnemer, (= het uitzendbureau = formele werkgever) als de opdrachtgever (=inlener =de materiële werkgever) op grond van artikel 7:658 lid 3 BW aansprakelijk stellen. Dit kan alleen wanneer de opdrachtnemer en/of de opdrachtnemer tekort is geschoten in zijn zorgplicht.
De zorgplicht gaat met name om de zorg voor een veilige werkplek, het treffen van veiligheidsmaatregelen en het geven van instructies voor veilig werken. Deze zorgplicht geldt voor zowel de opdrachtnemer als opdrachtgever. De opdrachtnmer dient hiervoor dus ook verzekerd te zijn.
Artikel 14.2 zal hierop aangepast worden dat dit voor beide partijen geldt.”
2.4.
De heer [A] (hierna: [A] ) was vanaf 2015 in dienst bij Start People. [A] is vervolgens door Start People te werk gesteld bij Afvalstoffendienst in de functie van chauffeur/belader.
2.5.
Op 24 juni 2020 is [A] een arbeidsongeval overkomen tijdens de uitvoering van zijn werkzaamheden bij Afvalstoffendienst. Uit het bezoekrapport van [B] Personenschade (hierna: [B] ) volgt – samengevat en voor zover hier van belang – het volgende.
Op de betreffende dag verrichtte [A] arbeid bestaande uit het inzamelen van GFT-afval ofwel het legen van GFT-containers. Hierbij ontstond een defect aan het beladingsmechanisme van de vuilniswagen. Er was een luchtslang losgeschoten. [A] heeft toen de knoppen van de belading uitgezet en geprobeerd de luchtslang terug te duwen in de koppeling. Hij was in de veronderstelling dat hij het beladingsmechanisme van de automaatstand af had gehaald voordat hij met zijn handen, tussen het beladingsmechanisme door, naar de luchtslang greep om deze terug te plaatsen. Voorafgaand aan deze reparatiewerkzaamheden had hij het beladingsmechanisme niet uitgeschakeld en niet druk- of spanningsloos gemaakt, hoewel dit wel mogelijk was. Terwijl [A] voorovergebogen over het beladingsmechanisme heen stond en met zijn handen tussen het beladingsmechanisme door de luchtslang aan het terugplaatsen was, kwam het beladingsmechanisme plotseling ongewild in beweging. [A] is gegrepen door het beladingsmechanisme en is vervolgens daartussen bekneld komen te zitten.
2.6.
[A] liep als gevolg van dit ongeval ernstig letsel op, waaronder een hartstilstand, verbrijzelde borstkas, klaplong, bloedingen en ontwrichte linkerschouder. Hij is met een ambulance naar het ziekenhuis gebracht en de volgende dag geopereerd. Hij werd acht dagen opgenomen op de intensive care en acht dagen op de verpleegafdeling.
2.7.
De Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (hierna: Inspectie SZW) heeft naar aanleiding van het ongeval een boeterapport d.d. 20 april 2021 tegen Afvalstoffendienst opgemaakt. Uit het onderzoek van de Inspectie SZW volgt – kort gezegd – dat door Afvalstoffendienst geen instructies zijn opgesteld over welke onderhouds- en reparatiewerkzaamheden werknemers wel en niet mochten en/of moesten uitvoeren. Ook zijn er door Afvalstoffendienst geen instructies gegeven over de te nemen veiligheidsmaatregelen bij het uitvoeren van reparaties. Er werden onderhoud-, reparatie- en reinigingswerkzaamheden met of aan een arbeidsmiddel uitgevoerd, terwijl het arbeidsmiddel niet was uitgeschakeld en drukloos of spanningsloos was gemaakt, waardoor de werkzaamheden niet veilig konden worden uitgevoerd. De Inspectie SZW is dan ook tot de conclusie gekomen dat Afvalstoffendienst lid 10 van artikel 16 van de Arbeidsomstandighedenwet en lid 2 van artikel 7.5 van het Arbeidsomstandighedenbesluit heeft overtreden.
2.8.
De schaderegelaar van [B] heeft in januari 2021 de schade voorlopig begroot op € 265.000,00.
2.9.
Het UWV heeft [A] arbeidsongeschikt verklaard en vanaf 14 februari 2023 een IVA-uitkering toegekend.
2.10.
[A] heeft Start People aansprakelijk gesteld voor (de gevolgen van) het ongeval.
2.11.
Zurich is de bedrijfsaansprakelijkheidsverzekeraar van Start People en heeft als zodanig de schaderegeling met [A] ter hand genomen. Zurich en Start People hebben met [A] een regeling getroffen voor zijn schade als gevolg van het hem op 24 juni 2020 overkomen arbeidsongeval. Eind juli 2023 is de regeling ter finale kwijting in een vaststellingsovereenkomst vastgelegd. In totaal is door Zurich en Start People € 242.032,19 aan schade en kosten betaald.
3 Het geschil
3.1.
Zurich en Start People vorderen, na wijziging van eis, het volgende:
-
een verklaring voor recht dat Afvalstoffendienst aansprakelijk is voor het arbeidsongeval van [A] van 24 juni 2020;
-
een verklaring voor recht dat Afvalstoffendienst in de onderlinge verhouding met Start People volledig draagplichtig is voor de schade van [A] als gevolg van het ongeval van 24 juni 2020 en dat Afvalstoffendienst gehouden is alle daaruit voortvloeiende schade te vergoeden;
-
betaling van Afvalstoffendienst van € 231.500,14 in verband met de aan [A] betaalde schadevergoeding, buitengerechtelijke kosten en medische verschotten, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de datum van betaling d.d. 25 september 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
-
betaling van Afvalstoffendienst van € 10.532,05 in verband met de kosten van [B] en [C] , te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van de vervaldata van de verschillende facturen;
-
en verklaring voor recht dat bij aanspraak van [A] op de belastinggarantie van artikel 4 van de vaststellingsovereenkomst, de daaruit voortvloeiende betalingsverplichting van Zurich door de Gemeente wordt overgenomen en aldus het bedrag van betreffende belasting door de Gemeente aan [A] wordt vergoed;
-
veroordeling van Afvalstoffendienst in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
Zurich en Start People leggen – kort gezegd –het volgende aan hun vorderingen ten grondslag:
-
Uit artikel 14.2 van de raamovereenkomst volgt dat onder meer Afvalstoffendienst aansprakelijk is bij arbeidsongevallen. Daarnaast volgt dit uit artikel 7:658 lid 4 BW.
-
Afvalstoffendienst heeft niet aan haar zorgplicht voldaan. Zij had het ongeval kunnen voorzien en voorkomen. Start People niet. Afvalstoffendienst is dan ook volledig draagplichtig voor de schade die [A] als gevolg van het ongeval heeft geleden.
-
[A] heeft schade geleden ten gevolge van het ongeval. Zurich en Start People hebben met [A] een vaststellingsovereenkomst gesloten waarin is opgenomen dat een totaalbedrag van € 200.000,00 ter finale kwijting aan [A] wordt vergoed. Daarnaast heeft [A] een totaalbedrag van € 26.984,93, inclusief BTW betaald aan buitengerechtelijke kosten voor juridische bijstand gedurende de schaderegeling. Deze kosten zijn door Zurich en Start People vergoed. Tot slot heeft [A] in totaal € 4.515,21 aan medische verschotten betaald. Ook deze verschotten zijn door Zurich en Start People vergoed.
-
Zurich en Start People hebben in totaal € 9.089,42 aan kosten gemaakt voor de inschakeling van [B] die [A] bij zijn letselschadezaak heeft geadviseerd en begeleid. Daarnaast hebben Zurich en Start People medisch advies ingewonnen bij adviseur [C] . Zij hebben hiervoor € 1.442,63 betaald.
-
In artikel 4 van de vaststellingsovereenkomst is – zoals gebruikelijk bij letstelschaderegelingen – een belastinggarantie aan [A] afgegeven. Mocht [A] aanspraak maken op deze belastinggarantie, dan dient die voor rekening van Afvalstoffendienst te komen.
3.3.
Afvalstoffendienst voert verweer. Volgens haar volgt uit de artikelen 14.1 en 14.2 van de raamovereenkomst juist dat alleen Start People aansprakelijk is voor het arbeidsongeval en daarmee draagplichtig voor de schade die [A] als gevolg daarvan heeft geleden. Dat is alleen anders als sprake is van grove schuld of ernstige nalatigheid en daarvan is in dit geval geen sprake, aldus Afvalstoffendienst.
Wat betreft de gestelde schade betwist zij de hoogte daarvan en wil zij deze door een externe, al dan niet gerechtelijke, deskundige laten beoordelen.
4 De beoordeling
Bevoegdheid en toepasselijk recht
4.1.
Aangezien Zurich niet statutair in Nederland gevestigd is, heeft de zaak een internationaal aspect. Er is geen blijk van een forumkeuze. In dit geval geldt de hoofdregel van artikel 4 lid 1 EEX-Vo II (Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees
Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken).
Volgens deze bepaling is de rechter van de woonplaats van gedaagde bevoegd.
Afvalstoffendienst is gevestigd in 's-Hertogenbosch. Dit betekent dat de Nederlandse rechter bevoegd is.
4.2.
Beide partijen gaan ervan uit dat Nederlands recht van toepassing is op hun rechtsverhouding. Beiden beroepen zich expliciet op Nederlandse wetsbepalingen. Daarmee is hun rechtskeuze voldoende bepaald, zodat de rechtbank Nederlands recht zal toepassen op het geschil.
Afvalstoffendienst is aansprakelijk voor het arbeidsgeval van [A]
4.3.
Zurich en Start People beroepen zich op artikel 14.2 van de raamovereenkomst. De Nota van Inlichtingen (zie rov. 2.3) legt dit artikel zo uit dat de flexwerker, in dit geval Van der Ploeg, zowel Afvalstoffendienst als materiële werkgever als Start People, de formele werkgever, aansprakelijk kan stellen als zij zijn tekortgeschoten in hun zorgplicht. De Nota van Inlichtingen (productie 27 van Zurich en Start People) verwijst in dat kader naar artikel 7:658 lid 4 BW, dat als uitgangspunt is genomen voor de uitleg van artikel 14.2 van de raamovereenkomst. Afvalstoffendienst is naast Start People dus als materiële werkgever aansprakelijk in het geval dat zij in haar zorgplicht is tekortgeschoten.
4.4.
Daarvan is in dit geval sprake. Uit het oordeel van Inspectie SZW volgt dat het ongeval heeft kunnen gebeuren, omdat Afvalstoffendienst artikel 16 lid 10 en artikel 7.5 lid 2 van de Arbeidsomstandighedenwet heeft overtreden (zie rov. 2.7). Afvalstoffendienst heeft op grond van die artikelen niet de juiste voorzorgsmaatregelen genomen om het ongeval van [A] te voorkomen. De rechtbank is van oordeel dat Afvalstoffendienst daarmee in haar zorgplicht tegenover Van der Ploeg is tekortgeschoten, zodat zij naast Start People aansprakelijk is voor de schade die [A] ten gevolge van dat ongeval heeft geleden. Er is dus sprake van hoofdelijke aansprakelijkheid.
De verklaring voor recht dat Afvalstoffendienst aansprakelijk is (vordering a.), zal dan ook worden toegewezen.
Afvalstoffendienst is volledig draagplichtig voor de schade
4.5.
Wie in welke mate draagplichtig is voor de schade die [A] heeft geleden, moet worden beantwoord aan de hand van de vraag wie in welke mate zijn zorgplicht heeft geschonden. In dit geval komt de rechtbank tot het oordeel dat de zorgplichtschending volledig bij Afvalstoffendienst ligt. Uit artikel 8.1 van de raamovereenkomst volgt immers dat Afvalstoffendienst verantwoordelijk is voor de veiligheid en werkomstandigheden van [A] en uit het rapport van de Inspectie SZW volgt dat Afvalstoffendienst deze verantwoordelijk onvoldoende heeft genomen. De volgende constateringen van de Inspectie SZW leiden tot dat oordeel:
I. Afvalstoffendienst heeft de aanwezige risico’s niet geïnventariseerd, terwijl zij wel bekend was met het defect aan het beladingsmechanisme en het feit dat werknemers de reparaties zelf uitvoerden.
II. Afvalstoffendienst heeft [A] niet geïnstrueerd om het defect niet zelf te repareren of op welke wijze de reparatiewerkzaamheden veilig uit te voeren.
III. Afvalstoffendienst heeft geen toezicht heeft gehouden op de werkzaamheden.
IV. Afvalstoffendienst heeft het defect nooit verholpen, ondanks meldingen van het defect door werknemers. Afvalstoffendienst stelt pas na het ongeval op de hoogte te zijn geraakt van een nodige modificatie aan het beladingsmechanisme van de vuilniswagen, maar heeft dit niet onderbouwd.
4.6.
Daar staat tegenover dat Start People haar zorgplicht niet heeft geschonden. Zij had volgens artikel 8.2 enkel de taak de door Afvalstoffendienst aan haar verstrekte veiligheidsinstructie aan [A] te verstrekken voorafgaand aan zijn indiensttreding. Hieraan heeft zij voldaan. Een verderstrekkende zorgplicht had Start People niet. Start People had weliswaar een rol bij de uitgifte van materialen aan flexwerkers en bij het verstrekken van veiligheidsinstructies, maar dat Start People ook invloed of zeggenschap had over de inhoud van de werkzaamheden en/of veiligheidsaspecten is niet gebleken.
Daarnaast heeft Afvalstoffendienst het standpunt van Zurich en Start People niet weersproken dat Start People niet op de hoogte was van het defect van de vuilniswagen en de risico’s van de reparatiewerkzaamheden. Start People had dus het ongeval niet kunnen voorzien of voorkomen. Het is dus alleen Afvalstoffendienst die in haar zorgplicht tegenover [A] is tekortgeschoten.
4.7.
Afvalstoffendienst stelt dat uit artikel 14.1 een exoneratie blijkt die ertoe leidt dat zij in de onderlinge draagplicht met Start People niet draagplichtig is voor de schade. Volgens haar regelt artikel 14.1 de interne verhouding en onderlinge draagplicht bij arbeidsongevallen en heeft zij Start People daarover via artikel 5.3 van het Programma van Eisen (productie 14 dagvaarding) geïnformeerd, zodat Start People daar in het kader van kosten en risico-inventarisatie rekening mee kon houden bij haar prijsstelling.
De rechtbank volgt Afvalstoffendienst hierin niet. In artikel 5.3 is het volgende bepaald: “Opdrachtnemer is aansprakelijk voor en dient een verzekering te hebben voor dekking van ongevallen en/of letselschade die flexwerker kan oplopen tijdens de uitvoering van de werkzaamheden bij opdrachtgever”. Hieruit volgt met name dat Start People een verzekering moest afsluiten voor arbeidsongevallen. Hierin is geen interne verhouding en onderlinge draagplicht te lezen. Zurich en Start People stellen daarnaast terecht, dat artikel 14.1 niet op arbeidsgevallen en letselschade van flexwerkers ziet. In de Nota van Inlichtingen wordt bij de discussie over arbeidsongevallen in het geheel niet verwezen naar artikel 14.1. Bij vraag 109 die op artikel 14.1 ziet, wordt ook geen verwijzing gemaakt naar arbeidsongevallen. Afvalstoffendienst verwijst bij arbeidsongevallen enkel en elke keer naar artikel 14.2. Ook de bewoording van artikel 14.1 en artikel 14.2 is duidelijk. Uitsluitend in artikel 14.2 wordt expliciet "ongevallen- en letselschade die flexwerker kan oplopen" genoemd. De rechtbank volgt Zurich en Start People dan ook in hun standpunt dat artikel 14.1 in dit geval niet van toepassing is.
4.8.
Gelet op het voorgaande is het ongeval van [A] volledig aan de zorgplichtschending van Afvalstoffendienst te wijten. Afvalstoffendienst is dan ook in de onderlinge verhouding tussen Afvalstoffendienst en Start People, volledig draagplichtig voor de schade. De verklaring voor recht (vordering b.) zal dan ook worden toegewezen.
Afvalstoffendienst mag zich in een akte uitlaten over door Zurich en Start People aanvullend overgelegde stukken
4.9.
Vaststaat dat Zurich en Start People aan [A] een bedrag van € 200.000,00 hebben betaald zoals zij zijn overeengekomen in de vaststellingsovereenkomst (productie 16 en 17 Zurich en Start People). Hetzelfde geldt voor het bedrag van € 26.984,93 aan buitengerechtelijke kosten (productie 24 Zurich en Start People), het bedrag van € 4.515,21 aan medische verschotten (productie 24 Zurich en Start People), het bedrag van € 9.089,42 aan [B] (productie 25 Zurich en Start People) en het bedrag van € 1.442,63 aan [C] (productie 26 Zurich en Start People). Afvalstoffendienst heeft echter de hoogte van de schade betwist. Een motivering van die betwisting ontbreekt, omdat zij volgens haar onvoldoende de gelegenheid heeft gehad om de omvang van de schade te beoordelen. Zij voert aan dat Zurich en Start People daar 3,5 jaar de tijd voor hebben gehad tegenover haar 1,5 maand, gerekend vanaf het moment dat Zurich en Start People hun akte met stukken hebben ingediend tot aan de zitting. Afvalstoffendienst heeft daarom ter zitting verzocht zich schriftelijk te mogen uitlaten over de stukken die aanvullend door Zurich en Start People zijn overgelegd, zodat zij nog de gelegenheid krijgt om de stukken door een externe deskundige te laten beoordelen.
Gelet op de omvang en de complexiteit van het letselschadedossier van [A] en de korte tijd die Afvalstoffendienst heeft gehad om de stukken die Zurich en Start People bij haar akte met haar vermeerderde eis heeft overgelegd, te beoordelen, krijgt zij de gelegenheid om zich bij akte uit te laten over de inhoud van de akte eisvermeerdering van Zurich en Start People met bijbehorende producties.
4.10.
In afwachting van de akte van Afvalstoffendienst, zal iedere verdere beslissing worden aangehouden. ECLI:NL:RBOBR:2024:3685