Rb Oost-Brabant 050314 vrijwilliger reisorganisatie aangevallen door verstandelijk beperkte man; reisorganisatie is zorgplicht tov reiziger en haar verplichtingen uit reisovk nagekomen
- Meer over dit onderwerp:
Rb Oost-Brabant 050314 vrijwilliger reisorganisatie aangevallen door verstandelijk beperkte man; curator en aansprakelijkheidsass man aansprakelijk;
- reisorganisatie (wg-er vrijwilliger) heeft aan zorgplicht tegenover vrijwilliger voldaan; niet aansprakelijk;
- vrijwaring; reisorganisatie is zorgplicht tov reiziger en haar verplichtingen uit de reisovereenkomst nagekomen
in de vrijwaringszaak met zaaknummer / rolnummer C/01/261589 / HA ZA 13-249
4.16.
[L] qq heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat Set-Reizen (mede)aansprakelijk is op grond van toerekenbare tekortkoming uit hoofde van de met Set-Reizen gesloten reisovereenkomst voor de schade waarvoor [L] qq wordt aangesproken in de hoofdzaak door [X]. Daarnaast heeft zij aan haar vordering ten grondslag gelegd dat Set-Reizen aansprakelijk is op grond van onrechtmatige daad en meer in het bijzonder handelen in strijd met de jegens [K] in acht te nemen zorgvuldigheid.
Het tekortschieten dan wel onzorgvuldig handelen bestaat er volgens [L] qq in dat de begeleiders van [K] onvoldoende vakkundig hebben gehandeld. [L] qq heeft echter onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld die, als zij zouden komen vast te staan, de conclusie zouden kunnen rechtvaardigen dat er sprake is van tekortschieten dan wel onrechtmatig handelen van Set-Reizen. [L] qq heeft gesteld dat er voor het voorval van 24 juli 2010 al meerdere momenten van onrust waren geweest bij [K] en dat het de vraag is of al niet eerder gereageerd had moeten worden door de begeleiding. [L] qq heeft die vraag niet beantwoord en heeft niet gesteld dàt er eerder gereageerd had moeten worden. Niet gebleken is dat die eerdere momenten van onrust niet op een juiste manier, gelet ook op hetgeen bij Set-Reizen over de persoon van [K] bekend was, waren opgelost. De door [L] qq aangevoerde omstandigheden, inhoudende dat [A] kort voorafgaand aan het voorval niet heeft gereageerd op het vloeken en schelden van [K], dat [X] tegen [K] heeft gezegd: ‘dat zeggen wij niet, [K]’ en dat hij zijn hand heeft uitgestoken toen [K] op hem af kwam gelopen, brengen niet mee dat Set-Reizen in strijd met verplichtingen uit de reisovereenkomst heeft gehandeld. Evenmin brengen die omstandigheden mee dat Set-Reizen onzorgvuldig tegenover [K] heeft gehandeld. [L] qq heeft er op gewezen dat op het aanmeldformulier is aangegeven dat [K] duidelijkheid nodig heeft, dat er met hem niet in discussie moet worden gegaan, dat men hem moet laten uitspreken en dat hem dingen op een nette manier moet worden gevraagd. Niet gebleken is dat er sprake is geweest van een situatie waarin aan [K] geen duidelijkheid is verstrekt, er met hem een discussie is aangegaan, hij niet heeft kunnen uitspreken of hem iets niet op een nette manier is gevraagd. Uit de door [K] en Cello aan Set-Reizen beschikbaar gestelde informatie over [K] volgt niet dat de begeleiders van [K] anders hadden moeten handelen dan zij hebben gedaan. Dat Set-Reizen tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de met [K] gesloten reisovereenkomst dan wel onrechtmatig jegens [K] heeft gehandeld is onvoldoende onderbouwd. De vordering jegens Set-Reizen zal daarom worden afgewezen.
4.17.
[L] qq zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. Deze kosten worden begroot op € 92,82 dagvaardingskosten en € 904,00 salaris advocaat (2 pnt x € 452,00, tarief II), zijnde in totaal € 996,82. De door Set-Reizen en Goudse gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
in de vrijwaringszaak met zaaknummer / rolnummer C/01/261590 / HA ZA 13-250
4.18.
Reaal heeft tegenover de aanspraken van [L] qq uit hoofde van de tussen [K] en Reaal gesloten aansprakelijkheidsverzekering een beroep gedaan de opzetclausule. [L] qq heeft zich daartegen verweerd op gelijke gronden als [X] in de hoofdzaak. Het beroep van Reaal op de opzetclausule wordt verworpen onder verwijzing naar hetgeen hiervoor in de hoofdzaak onder 4.3 is overwogen. Reaal heeft nog aangevoerd dat zij een mishandeling als de onderhavige niet mag dekken omdat dat in strijd zou zijn met de goede zeden en/of de openbare orde in verband waarmee de verzekering nietig zou zijn. Hetgeen hiervoor ten aanzien van het beroep van Reaal op de opzetclausule is overwogen, brengt mee dat er van een nietige verzekering in strijd met goede zeden en/of openbare geen sprake is. Ook dit verweer wordt daarom verworpen. De vordering van [L] qq zal daarom worden toegewezen.
4.19.
Reaal zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. Deze kosten worden begroot op € 92,82 dagvaardingskosten en € 904,00 (2 pnt x € 452,00, tarief II) salaris advocaat, zijnde in totaal € 996,82. ECLI:NL:RBOBR:2014:982