RBNHO 050624 geen letsel; bal van schoolplein tegen langsrijdende auto; geen aansprakelijkheid school of toezichthoudende leerkracht
- Meer over dit onderwerp:
RBNHO 050624 geen letsel; bal van schoolplein tegen langsrijdende auto; geen aansprakelijkheid school of toezichthoudende leerkracht
- 843a vordering toegewezen; school moet gegevens van ouders van leerling die bal over hek deed gaan verstrekken aan automobilist
De zaak in het kort
Spaarnesant is het bevoegd gezag van openbare basisschool De Kring. Vanaf het schoolplein van deze school is een bal tegen de langsrijdende auto van [eiseres] aangekomen. De kantonrechter oordeelt dat er geen sprake is van een onrechtmatige daad van Spaarnesant of van de toezichthoudende leerkracht. Spaarnesant hoeft daarom niet de door [eiseres] gestelde schade aan de auto te vergoeden. Spaarnesant moet aan [eiseres] wel de gegevens verstrekken van de ouders van de leerling die de bal over het hek heeft doen gaan, omdat [eiseres] anders geen mogelijkheid heeft eventuele schade te verhalen.
(... red. LSA LM)
2De feiten
2.1.
Spaarnesant is het bevoegd gezag over de openbare basisscholen in [plaats], waaronder Openbare basisschool De Kring (hierna: de school).
2.2.
Op 15 november 2022 reed [betrokkene] in de auto van [eiseres] langs de school. Vanaf het schoolplein is een bal tegen de auto van [eiseres] gekomen.
2.3.
[betrokkene] heeft de auto geparkeerd en is naar de school gelopen om contactgegevens uit te wisselen. Zij heeft haar contactgegevens achtergelaten en is met een medewerker van de school naar de auto gelopen. Deze medewerker heeft gezegd dat zij geen schade zag en heeft foto’s van de auto gemaakt.
2.4.
Op 1 december 2022 heeft Gomes Schadecentrum te Aalsmeer in opdracht van [eiseres] een schadecalculatie afgegeven. Daarin worden kosten van diverse herstelwerkzaamheden berekend op € 1.472,49 inclusief btw.
2.5.
[eiseres] en [betrokkene] hebben de school gezegd dat dit bedrag moet worden vergoed. Spaarnesant heeft de aansprakelijkheid van de hand gewezen en gezegd dat een eventuele aansprakelijkheid bij de ouders van het kind ligt. Daarbij heeft zij meegedeeld dat het haar niet vrij staat persoonsgegevens van leerlingen met [eiseres] te delen.
3De vordering
3.1.
[eiseres] vordert dat de kantonrechter, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
-
Spaarnesant veroordeelt tot betaling aan [eiseres] van € 1.472,49, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 november 2022, dan wel
-
Spaarnesant gebiedt om over te gaan tot afgifte van de NAW-gegevens van de ouders/voogd van de leerling die de schade aan de auto van [eiseres] heeft veroorzaakt, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 200,- per dag met een maximum van € 2.000,-,
-
Spaarnesant veroordeelt tot betaling van de buitengerechtelijke kosten van € 220,87, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dagvaarding,
-
Spaarnesant veroordeelt in de proceskosten, inclusief nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na dit vonnis.
3.2.
[eiseres] legt aan haar vorderingen het volgende ten grondslag. Er is inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van [eiseres]. De groepsleerkracht had er alles aan moeten doen wat binnen zijn of haar vermogen ligt om ongelukken te voorkomen. Doordat er onvoldoende toezicht was is het eigendom van [eiseres] beschadigd. Daarnaast is er in strijd met de maatschappelijke betamelijkheid gehandeld. Er was sprake van gevaarzetting: op een schoolplein waar leerlingen buiten spelen mag worden verwacht dat er een grote mate van oplettendheid en voorzichtigheid in acht wordt genomen, zeker nu het schoolplein zich in de binnenstad bevindt naast een weg waar auto’s rijden. Een leerkracht had moeten ingrijpen voordat de bal over het hekje op de weg zou belanden, maar hij/zij heeft dit nagelaten. Daarom is er sprake van een onrechtmatige daad van de groepsleerkracht. Spaarnesant is op grond van de wet aansprakelijk voor fouten van ondergeschikten. Daarom is Spaarnesant aansprakelijk voor de door [eiseres] geleden schade, aldus [eiseres].
3.3.
Verder zegt [eiseres] dat als Spaarnesant niet aansprakelijk is, Spaarnesant gehouden is om de gegevens van de ouders/voogd van het kind dat de schade heeft veroorzaakt te overleggen. Zij vordert afgifte van deze gegevens op grond van artikel 843a Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) in samenhang met art. 6 lid 1 onder f Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Het belang van [eiseres] om te beschikken over deze gegevens weegt zwaarder dan de belangen van de ouders. [eiseres] verkrijgt zo namelijk de mogelijkheid om de ouders aansprakelijk te stellen, want zij weet niet door welke leerling de schade heeft veroorzaakt. Het kan niet zo zijn dat zij door een weigering van de school de gegevens te verstrekken met de schade blijft zitten, aldus nog steeds [eiseres].
4Het verweer
4.1.
Spaarnesant voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [eiseres], met veroordeling van [eiseres] in de proceskosten te vermeerderen met de wettelijke rente.
4.2.
Spaarnesant zegt dat er geen sprake is van een onrechtmatige daad. Zij voert aan dat het toezicht op het schoolplein voldoende was en goed uitgevoerd en brengt naar voren dat niet op elk kind direct toezicht hoeft te worden gehouden. Van een fout van de leerkracht is geen sprake geweest. Ook was er geen situatie van gevaarzetting: voetbal is een normale activiteit op school en bij de entree van de Parklaan staat met grote letters ‘school’ op het wegdek. Passerend verkeer weet dat het rekening moet houden met de aanwezigheid van (spelende) kinderen. Spaarnesant betwist ook dat de bal schade aan de auto heeft veroorzaakt. De medewerker van de school is met [betrokkene] meegelopen en heeft toen geen schade geconstateerd. Op de foto’s is ook geen schade te zien. Ook blijkt niet van een causaal verband tussen de bal en de schade in de schadecalculatie, aldus Spaarnesant.
4.3.
Over de gevorderde afgifte van NAW-gegevens voert Spaarnesant aan dat [eiseres] geen belang heeft bij die gegevens, omdat zij geen schade heeft. Daarbij staat de AVG in de weg aan de gegevensverwerking, omdat niet wordt voldaan aan de voorwaarden voor verwerking op grond van het gerechtvaardigd belang. Hierbij brengt Spaarnesant naar voren dat het gegevens betreft van een minderjarige onder de 16 jaar, waarvoor strengere regels gelden. Ook is het verstrekken van de gegevens strijdig met het doel waarvoor Spaarnesant de gegevens heeft verkregen en daarmee in strijd met art. 5 lid 1 onder b van de AVG.
5De beoordeling
Bezwaar tegen te laat ingediende stukken
5.1.
Spaarnesant heeft ter zitting bezwaar gemaakt tegen de ingediende stukken van 25 en 30 april 2024, omdat zij vanwege de meivakantie die op 26 april 2024 begon deze stukken niet meer inhoudelijk heeft kunnen bespreken met de collega die het gesprek voerde dat met de overgelegde USB-stick is ingebracht. Op grond van artikel 4.4 van het Landelijk Procesreglement voor rolzaken kanton moet een partij ervoor zorgen dat stukken uiterlijk tien dagen voor de dag van de zitting zijn ontvangen. Omdat de mondelinge behandeling op 8 mei 2024 plaatsvond is het stuk van 25 april 2024 voor de uiterste dag ontvangen. De aanvullende toelichting van 30 april 2024 is weliswaar net binnen de termijn van tien dagen voor de zitting toegezonden, maar de kantonrechter is van oordeel dat deze niet wegens strijd met de goede procesorde buiten beschouwing hoeft te blijven. Het gaat hier namelijk om een toelichting op een tijdig toegezonden geluidsopname van een gesprek dat [betrokkene] met twee medewerkers van de school had. Dat dit gesprek heeft plaatsgevonden wordt door Spaarnesant niet betwist. Mede gelet op de beperkte omvang van de toelichting mocht van Spaarnesant verwacht worden dat zij – ook bij een schoolvakantie die tot en met 3 mei 2024 liep – voor 8 mei 2024 aan het stuk de aandacht had gegeven die zij nodig achtte.
De vorderingen
5.2.
Tussen partijen is niet in geschil dat een bal, door handelen van een leerling van de school, vanaf het schoolplein tegen de auto van [eiseres] is gekomen. Partijen twisten over de vraag of Spaarnesant hiervoor aansprakelijk is en – als dat niet zo zou zijn – of Spaarnesant verplicht is de gegevens van de ouders/voogd van de leerling aan [eiseres] te verstrekken. Omwille van de leesbaarheid wordt in het vervolg met ‘de ouders’ van de leerling ook een voogd bedoeld.
Geen onrechtmatige daad
5.3.
Iemand die richting een ander een onrechtmatige daad pleegt, die hem kan worden toegerekend, is verplicht de schade die de ander daardoor lijdt, te vergoeden.1 Als onrechtmatige daad worden aangemerkt een inbreuk op een recht en een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt (een en ander behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond).2
5.4.
De kantonrechter komt tot het oordeel dat de schadevergoedingsvordering van [eiseres] moet worden afgewezen. Hij volgt [eiseres] niet in haar stelling dat de toezichthoudende leerkracht een onrechtmatige daad heeft gepleegd. Ook heeft Spaarnesant zelf geen onrechtmatige daad gepleegd. De kantonrechter motiveert dit als volgt.
5.5.
[eiseres] stelt dat de door haar gestelde schade aan haar auto moet worden aangemerkt als een inbreuk op een recht. Dat is echter niet juist. In de heersende leer wordt schade aan een zaak niet als een inbreuk op een recht gezien, maar wordt zij gerekend tot het terrein van de maatschappelijke zorgvuldigheid. Schade aan een eigendom geeft op zichzelf nog geen onrechtmatige daad. Het gaat er daarom om of de toezichthoudende leerkracht (of Spaarnesant) in strijd heeft gehandeld met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt.
5.6.
[eiseres] heeft onvoldoende onderbouwd dat de toezichthoudende leerkracht in zodanige mate is tekortgeschoten in de op hem rustende zorgplicht, dat kan worden gezegd dat hij heeft gehandeld in strijd met de zorgvuldigheid die in het maatschappelijk verkeer betaamt. Het enkele feit dat er een balspel werd gespeeld op het schoolplein en dat er daarbij een bal over het hek is gegaan is daarvoor niet voldoende. Het spelen van een balspel op een schoolplein is – ook als dat schoolplein naast een weg ligt – op zichzelf niet in strijd met de maatschappelijke zorgvuldigheid. Dat het balspel op een zodanig onvoorzichtige manier werd gespeeld dat de toezichthoudende leerkracht moest ingrijpen – een ernstig gevaar waarvan de waarnemer zich daadwerkelijk bewust was – is door [eiseres] onvoldoende onderbouwd. Ook bij een rustig balspel, dat in beginsel is toegestaan en waarbij niet hoeft te worden ingegrepen, kan een bal per ongeluk over het hek gaan. Daarbij is van belang dat Spaarnesant onweersproken heeft toegelicht dat er geen sprake was van gevaarlijk of wild balspel, maar dat kinderen ‘gewoon aan het ballen’ waren. Van onrechtmatige gevaarzetting is geen sprake. Zonder nadere onderbouwing aan de zijde van [eiseres], zijn de algemene termen waarin [eiseres] haar stelling heeft onderbouwd onvoldoende om vast te stellen dat de kans op ongevallen in samenhang met de mogelijke ernst daarvan een onrechtmatig gevaarlijke situatie oplevert.
5.7.
Voor zover [eiseres] stelt dat Spaarnesant niet voldaan heeft aan haar zorgplicht door niet te zorgen voor voldoende en adequaat toezicht op het schoolplein, heeft zij die stelling onvoldoende onderbouwd. [eiseres] zegt namelijk niet waarom het toezicht dat plaatsvond als onvoldoende moet worden gekwalificeerd. Dat er een bal over het hek is gegaan, is daarvoor niet voldoende. Bij de mondelinge behandeling heeft Spaarnesant toegelicht dat op het speelplein per (ongeveer) 23 kinderen één leerkracht toezicht hield. [eiseres] heeft niet gezegd dat dat op 15 november 2022 anders was. De kantonrechter acht de manier waarop het toezicht daarmee georganiseerd is niet ongebruikelijk en ook niet onverantwoord. De maatschappelijke zorgvuldigheid vereist niet van een school dat op iedere leerling rechtstreeks toezicht wordt gehouden zodanig dat elke onregelmatigheid direct wordt opgemerkt en dat direct kan worden ingegrepen.3
5.8.
Omdat geen sprake is van een aan Spaarnesant toe te rekenen onrechtmatige daad van de toezichthoudende leerkracht of van een onrechtmatige daad van Spaarnesant, komt de kantonrechter niet toe aan de vraag of er schade is. De vordering onder 1 zal worden afgewezen.
Gegevens van de ouders moeten worden verstrekt
5.9.
[eiseres] heeft gevorderd afgifte van gegevens van de ouders van ‘de leerling die de schade aan de auto van [eiseres] heeft veroorzaakt’. Die vordering acht de kantonrechter niet toe te wijzen omdat [eiseres] in deze procedure tegenover de betwisting van Spaarnesant onvoldoende heeft onderbouwd dat zij schade heeft geleden doordat een bal afkomstig van het schoolplein haar auto heeft geraakt. Daarbij overweegt de rechtbank dat de door [eiseres] gestelde schade niet te zien is op de door Spaarnesant overgelegde foto’s en ook de door [eiseres] overgelegde foto’s geen duidelijkheid geven. Dat de overgelegde calculatie van schade ziet op het incident bij de school is evenmin gebleken, ook al niet omdat bij die calculatie onderdelen worden genoemd die op een andere plek zitten dan die waar de bal volgens [eiseres] de auto raakte. De rechtbank legt de vordering van [eiseres] daarom uit als wordt gevraagd Spaarnesant te veroordelen om aan [eiseres] de NAW-gegevens te verstrekken van de ouders van het kind dat de bal over het hek heeft doen gaan. Deze vordering zal worden toegewezen. Daarbij is allereerst van belang dat Spaarnesant bij de mondelinge behandeling heeft aangegeven dat zij weet wie de bal over het hek heeft doen gaan. Zou Spaarnesant dit niet weten, dan was het voor haar immers onmogelijk om gevolg te geven aan de veroordeling de NAW-gegevens te verstrekken.
5.10.
Artikel 843a Rv geeft een recht om een afschrift of uittreksel van gegevens te vorderen. Daaraan stelt het artikel – kort gezegd – drie voorwaarden: (1) er moet een rechtmatig belang zijn, (2) het moet gaan om bepaalde bescheiden (3) die bescheiden moeten een rechtsbetrekking aangaan waarin de eiser partij is. Daarbij moet de verwerking ook rechtmatig te zijn in de zin van de AVG. Op grond van artikel 6 lid 1 sub f van de AVG kan een verwerking rechtmatig zijn als deze noodzakelijk is voor de behartiging van de gerechtvaardigde belangen van een derde, behalve wanneer belangen of de grondrechten en de fundamentele vrijheden van de betrokkene die om bescherming van persoonsgegevens vragen, zwaarder wegen dan die belangen, met name wanneer de betrokkene een kind is
5.11.
Aan de eerste voorwaarde van artikel 843a Rv is voldaan. Het rechtmatig belang van [eiseres] is erin gelegen dat zij zonder de NAW-gegevens niet in staat is de ouders van de leerling die de bal over het hek heeft doen gaan aansprakelijk te stellen voor de door haar gestelde schade. [eiseres] heeft daartoe geen andere (minder vergaande) mogelijkheid, nu alleen Spaarnesant op de hoogte is van de identiteit van de leerling. Anders dan Spaarnesant heeft aangevoerd, is het voor het hebben van een rechtmatig belang voldoende dat mogelijk sprake is van schade. Die mogelijkheid is aanwezig. De verdere beoordeling of [eiseres] een vordering te gelde kan maken op de ouders van de leerling, gaat het bestek van deze procedure tussen [eiseres] en Spaarnesant te buiten. Ook is voldaan aan de tweede en derde voorwaarde van artikel 843a Rv. Het gaat immers om “bepaalde” bescheiden, te weten de NAW-gegevens (naam, adres en woonplaats) van de ouders van de leerling. Ook is er een rechtsbetrekking die voortvloeit uit de door [eiseres] gestelde vordering uit onrechtmatige daad.
5.12.
De AVG staat niet in de weg aan deze gegevensverwerking. Uit hetgeen hiervoor is overwogen volgt dat de verwerking noodzakelijk is voor de behartiging van de gerechtvaardigde belangen van [eiseres]. De verwerking is noodzakelijk, omdat alleen Spaarnesant de gegevens kan verstrekken. Dat belangen of de grondrechten en de fundamentele vrijheden van de ouders die om bescherming van persoonsgegevens vragen, in dit geval zwaarder wegen dan de hiervoor benoemde belangen van [eiseres] is niet gebleken. Daarbij neemt de kantonrechter in aanmerking dat het gaat om minimale verstrekking van gegevens aan een individuele partij en dat het, zoals terecht aangevoerd door [eiseres], niet gaat om de gegevens van het kind zelf maar van de ouders. Wel dienen bij de gegevensverwerking de belangen van de ouders in acht te worden genomen. Aangezien de ouders niet op de hoogte zijn van deze procedure, dienen zij door Spaarnesant vooraf geïnformeerd te worden over de verstrekking van hun gegevens.
5.13.
Omdat de verwerking op grond van artikel 6 lid 1 sub f van de AVG is toegestaan, slaagt het beroep van Spaarnesant op artikel 5 lid 1 van de AVG niet.
5.14.
De kantonrechter zal gelet op bovenstaande Spaarnesant veroordelen tot afgifte van de NAW-gegevens van de ouders van de leerling door wiens handelen de bal over het hek is gekomen.
5.15.
De gevorderde dwangsom zal worden afgewezen. Ter zitting heeft Spaarnesant toegezegd dat zij bij een veroordelend vonnis de gegevens zal verstrekken, zodat er geen aanleiding is een financiële prikkel aan de veroordeling te verbinden.
Buitengerechtelijke kosten
5.16.
De vordering tot betaling van de buitengerechtelijke kosten berekend volgens de BIK-staffel zal worden afgewezen. Het Besluit BIK is van toepassing op kosten gemaakt voor inning van een geldsom. Omdat in deze procedure de door [eiseres] gevorderde geldsom wordt afgewezen, is vergoeding van buitengerechtelijke kosten op grond van het Besluit BIK niet aan de orde. Voor vergoeding van andere buitengerechtelijke kosten, is een nadere specificatie nodig. [eiseres] heeft die niet gegeven.
Proceskosten
5.17.
Spaarnesant is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. Omdat [eiseres] heeft geprocedeerd op basis van een toevoeging, zal Spaarnesant niet worden veroordeeld tot betaling van de explootkosten en betekeningskosten. Omdat de geldvordering van [eiseres] is afgewezen, worden de proceskosten van [eiseres] begroot op:
- griffierecht |
€ |
87,00 |
|
- salaris gemachtigde |
€ |
164,00 |
(2,00 punten × € 82,00) |
- nakosten |
€ |
41,00 |
|
Totaal |
€ |
292,00 |
5.18.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing. ECLI:NL:RBNHO:2024:5445
1Zie artikel 6:162 lid 1 BW.
2Zie artikel 6:162 lid 2 BW.
3Zie het arrest van het Hof ’s-Hertogenbosch 7 september 2000, ECLI:NL:GHSHE:2000:AA7344.