Overslaan en naar de inhoud gaan

Hof L.warden 150909 rechtvaardigingsgrond voor toebrengen messteek

Hof L.warden 150909 rechtvaardigingsgrond voor toebrengen messteek
7. Het hof stelt voorop dat op grond van de door [appellant] als productie 6 overgelegde medische stukken vast staat dat de door hem gestelde letselschade is veroorzaakt door de eerste door [geïntimeerde] toegebrachte messteek in de linker bovenarm van [appellant].
7.1. Hoewel de vaststelling door de strafkamer van dit hof dat het toebrengen van de betreffende messteek noodweer oplevert, niet noodzakelijkerwijs in de onderhavige civielrechtelijke procedure tot het oordeel behoeft te leiden dat dit een rechtvaardigingsgrond voor de handelwijze van [geïntimeerde] oplevert, heeft deze vaststelling wel vrije bewijskracht in deze procedure. Voorts staat vast dat [appellant] en [betrokkene] bij onherroepelijk geworden vonnissen strafrechtelijk zijn veroordeeld ter zake van het medeplegen van poging tot afpersing van de Vries en het wederrechtelijk binnendringen van zijn woning. Nu voorts vast staat dat bij het gezamenlijk binnendringen van de woning [appellant] fysiek geweld tegen [geïntimeerde] heeft gebruikt door hem te duwen en een schop te geven en voorts heeft gedreigd [geïntimeerde] te slaan, waarbij hij een pollepel en koekenpan van [geïntimeerde] ter hand had genomen, is het hof van oordeel dat in elk geval het toebrengen van de eerste messteek door [geïntimeerde] een rechtvaardigingsgrond voor zijn handelwijze jegens [appellant] oplevert. Nu hiermede de onrechtmatigheid aan de handelwijze van [geïntimeerde] ontvalt, ontvalt ook de rechtsgrond aan de door [appellant] ingestelde vordering tot schadevergoeding. LJN BJ7903