Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Dordrecht 150807 vechtpartij tussen twee bezoekers en portier in discotheek; bezoekers aansprakel

Rb Dordrecht 150807 vechtpartij tussen twee bezoekers en portier in discotheek; bezoekers aansprakelijk
6.1
Op 28 november 2004 heeft een vechtpartij plaatsgevonden in de discotheek. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] waren bij deze vechtpartij betrokken. Zij zijn op 10 mei 2005 door de politierechter veroordeeld wegens het op 28 november 2004 medeplegen van een poging tot zware mishandeling jegens [eiser]. Deze vonnissen zijn op tegenspraak gewezen en zijn in kracht van gewijsde gegaan en leveren op de voet van het bepaalde in artikel 161 Rv het dwingend bewijs op van het feit dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] zich op 28 november 2004 hebben schuldig gemaakt aan het medeplegen van een poging tot mare mishandeling jegens [eiser]. Dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] dat feit hebben begaan, betwisten zij op zich zelf ook niet, zodat het leveren van (tegen)bewijs niet aan de orde is.
6.2
In beginsel staat daarmee vast dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] een inbreuk hebben gepleegd op een persoonlijkheidsrecht van [eiser], namelijk het recht op lichamelijke integriteit, hetgeen onrechtmatig is jegens [eiser]. (...)
6.4
Het enkele feit dat over en weer klappen zijn gevallen leidt, anders dan [gedaagde 1] aanvoert, niet tot een ander oordeel ten aanzien van de onrechtmatigheid en evenmin het enkele feit dat [gedaagde 2] en Sierselna met elkaar hebben gevochten, zoals [gedaagde 2] als verweer aanvoert.
6.5
Het beroep van [gedaagde 2] op het bepaalde in artikel 6: 101 BW (eigen schuld van [eiser]) gaat niet op. Weliswaar heeft [eiser] zelf ook klappen uitgedeeld, maar geoordeeld wordt dat de vergoedingsplicht van [gedaagde 2] jegens [eiser] geheel in stand blijft omdat de billijkheid dit wegens de uiteenlopende ernst van de gemaakte fouten eist. Hierbij wordt in aanmerking genomen dat, zoals uit de processen-verbaal van de politie kan worden afgeleid [gedaagde 2] de vechtpartij is begonnen door [eiser] een kopstoot te geven en dat hij, nadat [eiser] in gevecht kwam met [gedaagde 1] die hard op [eiser] insloeg, weer op [eiser] is ingelopen en hem sloeg met gebalde vuist en hem nog een trap gaf. Dit wordt dermate ernstig geacht dat de klappen die [eiser] heeft uitgedeeld daarbij in het niet vallen en de schadevergoedingsplicht van [gedaagde 2] jegens [eiser] geheel in stand blijft.
6.6
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] hebben derhalve onrechtmatig jegens [eiser] hebben gehandeld, hetgeen hui ook kan worden toegerekend. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] zijn daarom in beginsel (ieder voor zich) aansprakelijk voor de eventuele schade die [eiser] als gevolg daarvan heeft geleden.
LJN BB3957