Overslaan en naar de inhoud gaan

RBGEL 070324 straf, aansprakelijkheid en schadevergoeding vanwege dwarslaesie na mishandeling bij woninginbraak;

RBGEL 070324 straf, aansprakelijkheid en schadevergoeding vanwege dwarslaesie na mishandeling bij woninginbraak;
- smartengeld 
vanwege incomplete dwarslaesie na mishandeling bij woninginbraak € 165.000,00
- affectieschade kinderen SO van incomplete dwarslaesie na mishandeling bij woninginbraak € 15.000,00


2.    Overwegingen ten aanzien van het bewijs 1

De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.

In de nacht van vrijdag 26 augustus 2022 bevond aangever de heer [ Y ]  (hierna: [ Y ] ) zich in zijn woning in [ plaats ] . Hij werd wakker van geblaf van zijn honden. Hierop is hij uit bed gestapt en naar beneden gelopen. [ Y ]  trof beneden meerdere personen aan en twee van hen spoten met pepperspray in zijn ogen. [ Y ]  probeerde de pepperspray uit zijn ogen te vegen en struikelde. Hij kwam ten val tegen de eettafel en voelde hierbij iets knappen in zijn nek. Daarna is hij opgestaan en is, hij achter de overvallers gerend die naar buiten vluchtten. [ Y ]  is daarop nogmaals ten val gekomen in de gang anderhalve meter voor de toegangsdeur en merkte dat hij zijn rechterbeen en armen niet kon bewegen. De overvallers kwamen na een aantal minuten weer terug in de woning, bonden [ Y ]  vast met touwen, sloegen hem meerdere keren in zijn gezicht met de ijzeren gesp van een riem, deden hem een hondenriem om zijn nek en trokken die meerdere keren aan en duwden een prop in zijn mond. Ze vroegen hem naar de locatie van contant geld in de woning en zijn vervolgens gaan zoeken. Daarna, gaven zij [ Y ]  nog meer klappen met de riem in zijn gezicht en vroegen hem naar de sleutel van de kluis. Na anderhalf uur vertrokken de overvallers en lieten [ Y ]  bloedend en vastgebonden achter. 2 De overvallers hebben een aantal spullen uit de woning meegenomen:
- Een aantal verpakkingen shag (merk: Look Out): 
- Mobiele telefoon (iPhone 6) 3.

[ Y ]  heeft ten gevolge van de woningoverval  een incomplete dwarslaesie opgelopen waarbij een spoedoperatie en langdurige klinische revalidatie noodzakelijk was.4 Door deze incomplete dwarslaesie zal [ Y ]  langdurig of blijvend in zijn functioneren worden beperkt. Hij zal naar verwachting niet volledig genezen.5

(....red. LSA LM)



8.    De beoordeling van de civiele vorderingen

De benadeelde partij [ Y ]  (slachtoffer) heeft in verband met het tenlastegelegde  een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 205.800,00 aan materiële schade en € 230.000,00 aan smartengeld. allebei vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.

De vordering is opgebouwd uit de posten zoals weergegeven in onderstaande schadestaat. In de opbouw van de vordering is rekening gehouden met eventueel in de toekomst opkomende en of verder oplopende schadeposten. De rechtbank wordt verzocht om de benadeelde partij voor deze in de toekomst opkomende of verder oplopende schade vooralsnog niet-ontvankelijk te verklaren in de vordering. Deze schade staat hieronder vermeld in de kolom 'schade (n-o)
 

Schadepost   Schade (totaal)   Schade (toewijzen)   Schade (n-o)
Kleding  € 50,00  € 50,00  €  
Medische kosten  € 30.000,00  € 767,87  € 29.232,13
Hulpmiddelen  € 30.000,00  € 561,32  € 29.438,68
Ziekenhuis- en  € 15.000,00  € 1.652,00  € 13.348,00
revalidatiedaggeldvergoeding            
Eigen bijdrage WLz  € 20.000,00  € 7.493,00  € 12.507,00
Auto  € 80.000,00  € 8.000,00  € 72.000,00
CBR-keuring  € 750,00  € 414,57  € 335,43
Verlies zelfwerkzaamheid  € 30.000,00  € 22.850,00  € 7.150,00
Smartengeld  € 230.000,00  € 200.000,00  € 30.000,00
Totaal  € 435.800,00  € 241.788,76  € 194.011,24
             


De benadeelde partij [ Y1 ]  (zoon van het slachtoffer) heeft in verband met het tenlastegelegde een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 15.000.00 aan smartengeld (affectieschade), vermeerderd niet de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.

De benadeelde partij [ Y2 ]  (dochter van het slachtoffer) heeft in verband met het tenlastegelegde een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 15.000,00 aan smartengeld (affectieschade), vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.

Standpunten
De officier van justitie heeft zich ten aanzien van de vordering van [ Y ]  op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij voor zover die ziet op materiële schade kan worden toegewezen met toekenning an de wettelijke rente, en vordert  oplegging  van de schadevergoedingsmaatregel. De officier van justitie heeft geen standpunt ingenomen ten aanzien van de hoogte van het smartengeld.
Ten aanzien van de vorderingen van [ Y1 ] en [ Y2 ]  heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen kunnen worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente. Hij heeft oplegging van de schadevergoedingsmaatregel gevorderd.

De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij [ Y ]  niet-ontvankelijk in de vordering moet worden verklaard vanwege de bepleite vrijspraak. Subsidiair heeft de verdediging aangevoerd dat bij de schadepost medische kosten sprake is van een dubbeltelling, omdat het bedrag onder 'eigen risico' en het bedrag onder 'eigen rekening' op hetzelfde ziet. Slechts € 382,87 is toewijsbaar: het meerdere dient te worden afgewezen. Ten aanzien van de eigen bijdrage WIz vanaf het jaar 2024 tot het jaar dat de benadeelde partij 100 jaar is dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk te worden verklaard. Er is sprake van toekomstige schade die vanwege onduidelijkheden en onzekerheden moeilijk te berekenen is, waardoor dit deel van de schadepost een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. Ook is een levensverwachting van 100 jaar niet reëel. Voor de eigen bijdrage Wlz over de jaren 2022 (€ 42.00) en 2023 (€ 312,00) refereert de verdediging zich aan het oordeel van de rechtbank. Het bedrag van € 8.000,00 voor de auto en de vergoeding voor de CBR-kosten dienen te worden afgewezen, omdat het geen rechtstreekse schade betreft. Daarnaast zijn de CBR-kosten onvoldoende onderbouwd. Ten aanzien van het verlies zelfwerkzaamheid heeft de verdediging zich gerefereerd aan het gevorderde bedrag over de jaren 2022-2023, maar voor zover sprake is van toekomstige schade dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk te worden verklaard vanwege een onevenredige belasting van het strafproces. De verdediging heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van de materiële posten kleding, hulpmiddelen en ziekenhuis- en revalidatiedaggeldvergoeding. Ten aanzien van de immateriële schade heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat het toewijsbare bedrag aanzienlijk dient te worden gematigd. De door de benadeelde partij aangehaalde strafzaken zijn in veel factoren ernstiger dan de onderhavige strafzaak. Daarnaast heeft de benadeelde partij niet voldaan aan zijn schadebeperkingsplicht vanwege zijn onwil om poliklinisch te revalideren.
De vorderingen van de benadeelde partijen [ Y 1]  en [ Y2 ]  dienen te worden afgewezen danwel dienen de benadeelde partijen niet-ontvankelijk te worden verklaard.

Overweging van de rechtbank

Ten aanzien van de vordering van .[ Y ]
Materiële schade
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks materiële schade heeft geleden.

De volgende posten zijn niet weersproken door de verdediging. Zij zijn voldoende onderbouwd en komen de rechtbank billijk voor. zodat deze posten geheel zullen worden toegewezen:
- kleding € 50.00:
- hulpmiddelen € 561 ,32:
- ziekenhuis en revalidatiedaggeldvergoeding € 1.652,00.

De posten waarop door de verdediging is gevoerd zullen hieronder afzonderlijk worden besproken.

Medische kosten
Ter zitting heeft de advocaat van de benadeelde partij erkend dat sprake is van een dubbeltelling. De rechtbank zal een vergoeding voor de gemaakte medische kosten toewijzen tot een bedrag van € 385,00. Het meerdere (€ 382,87) zal worden afgewezen.

Eigen bijdrage Wlz:
De verdediging heeft geen verweer gevoerd tegen het feit dat in de onderbouwing bij deze schadepost rekening is gehouden met toekomstige schade aangezien de benadeelde partij blijvend op Wlz-zorg is aangewezen. De rechtbank volgt de door de advocaat van de benadeelde partij gehanteerde berekening. In de gehanteerde rekentool is rekening gehouden met een corrigerende factor met betrekking tot de overlevingskans van het slachtoffer. Dat de eigen bijdrage in de toekomst kan stijgen of dalen maakt niet dat de rechtbank het schadebedrag niet kan schatten op het bedrag zoals is gesteld en (voldoende) is onderbouwd door de benadeelde partij. De rechtbank zal deze schadepost (€ 7.493,00) dan ook toewijzen.

Auto:
De benadeelde partij heeft ten gevolge van het bewezenverklaarde een aangepaste auto nodig. zodat causaal verbaal tussen het strafbare feit en de geleden schade voldoende is komen vast te staan. De rechtbank zal deze schadepost (€ 8.000.00) toewijzen.

CBR-keuring
De kosten die gepaard zullen gaan met een CBR-keuring staan in voldoende rechtstreeks verband met het bewezenverklaarde feit en zijn voldoende onderbouwd. De rechtbank zal deze schadepost (€ 414,57) dan ook toewijzen.

Verlies zelfwerkzaamheid
In de onderbouwing is rekening gehouden met toekomstige schade. Dat sprake is van toekomstige schade is door de verdediging onvoldoende weersproken. In de onderbouwing wordt onder verwijzing naar het arrest van het Hof Arnhem-Leeuwarden van 5 augustus 2014 rekening gehouden met een eindleeftijd van 75 jaar. De rechtbank acht het op zijn plaats om een eindleeftijd van 75 jaar als uitgangspunt te nemen en zal deze schadepost (€ 22.850.00) toewijzen.

Smartengeld
Op grond van artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek (BW) heeft de benadeelde partij recht op vergoeding van de immateriële schade, aangezien uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting voldoende is gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte lichamelijk letsel heeft opgelopen.
De begroting van immateriële schade geschiedt naar billijkheid met inachtneming van alle omstandigheden van het geval, waaronder de aard van de aansprakelijkheid en de ernst van het aan de aansprakelijke te maken verwijt, alsmede de aard van het letsel, de ernst van het letsel (waaronder de duur en de intensiteit), de verwachting ten aanzien van het herstel en de leeftijd van het slachtoffer. Voorts dient de rechter bij de begroting. indien mogelijk. te letten op de bedragen die door Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen zijn toegekend.
Ten gevolge van de nachtelijke woningoverval heeft het slachtoffer een incomplete dwarslaesie opgelopen. Ten aanzien van de verwijtbaarheid van verdachte overweegt de rechtbank dat de dwarslaesie, naar het zich laat aanzien, feitelijk het gevolg is van de val die het slachtoffer gemaakt heeft toen hij werd aangevallen met pepperspray. Deze aanval was er naar alle waarschijnlijkheid niet op gericht om het slachtoffer (dergelijk ernstig) lichamelijk letsel toe te brengen. Aan de andere kant hebben verdachte en medeverdachten na de val, terwijl het slachtoffer weerloos op de grond lag, nog fors geweld op hem uitgeoefend en hem gekneveld. Vervolgens is het slachtoffer in hulpeloze toestand achtergelaten. Het slachtoffer wordt dagelijks geconfronteerd met zijn beperkingen ten gevolge van de dwarslaesie en is  aangewezen op hulp van derden. Ook heeft hij last van constante hevige pijnklachten Er is geen uitzicht op herstel: het letsel is ernstig en blijvend. Uit de Wlz-indicatie valt immers af te leiden dat het slachtoffer de rest van zijn leven blijvend is aan aangewezen op 24 uur per dag zorg in de nabijheid of permanent toezicht. Als gevolg van deze afhankelijkheid van intensieve hulp en zorg. kan het slachtoffer niet meer zelfstandig zijn eigen bedrijf voortzetten en zijn eigen huishouden doen. Ten tijde van de woningoverval was het slachtoffer 62 jaar oud. De rechtbank overweegt dat het slachtoffer de middelbare leeftijd heeft bereikt en ouder is dan enkele slachtoffers in door de advocaat van de benadeelde partij aangehaalde jurisprudentie, maar nog een flink aantal jaren voor zich heeft waarin hij moet leven met de gevolgen van de woningoverval. De rechtbank heeft acht geslagen op de schadevergoedingen die in vergelijkbare gevallen door rechters zijn toegekend, zoals onder  meer de toegekende schadevergoedingen in de volgende zaken ECLI:NL:GHAMS:2019:1299ECLI:NL:GHAMS:2020:3077ECLI:NL:RBNNE:2018:822 en de daarin genoemde andere rechtspraak: ECLI:NL:RBOBR:2023:4691.
Alles afwegende zal de rechtbank het smartengeld vaststellen op € 165.000,00.

Schade (n-o)
Het vaststellen an de toekomstige of verder oplopende schade (zoals genoemd in de derde kolom 'schade n-o' van de hierboven vermelde schadestaat) zou een onevenredige belasting van het strafgeding betekenen. De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering 'van de 'extra bedragen ' zoals aangegeven in de derde kolom 'schade (n-o') van de bovenstaande schadestaat voor zover het materiële schade betreft. De rechtbank zal het 'extra bedrag' dat gevorderd is voor de immateriële schade afwijzen. De rechtbank heeft bij de vaststelling van het toewijsbaar bedrag aan smartengeld ook rekening gehouden met toekomstig leed.

Ten aanzien van de vorderingen van  [ Y1 ]  en  [ Y2 ] 
Smartengeld (affectieschade).

Affectieschade is de immateriële schade die bestaat uit het verdriet en de pijn die is veroorzaakt doordat een persoon waarmee men een affectieve band heeft, (zeer) ernstig blijvend letsel heeft opgelopen of is overleden. De rechtbank stelt vast dat de kinderen van het slachtoffer.  [ Y1 ]  en  [ Y2 ] , tot de kring van gerechtigden tot affectieschade behoren. Dat het letsel van het slachtoffer ernstig en blijvend is, is hiervoor reeds overwogen. De gevolgen hiervan hebben niet alleen een grote impact op het leven van het slachtoffer, maar ook op dat van zijn kinderen, wat ook niet door de verdediging is weersproken en hetgeen blijkt uit de onderbouwing van de vorderingen. [ Y1] , de zoon van het slachtoffer, heeft onder andere te kampen met burn-outklachten. waardoor hij twee maanden niet heeft kunnen werken. [ Y2 ] , de dochter van het slachtoffer. heeft zich gedwongen gezien te stoppen met haar HBO-opleiding. Uit artikel 1 van het Besluit vergoeding affectieschade volgt dat meerderjarige niet-thuiswonende kinderen van een gekwetste, die door een misdrijf ernstig en blijvend letsel heeft opgelopen, aanspraak maken op een (forfaitaire) vergoeding van € 15.000,00.
De rechtbank zal de vorderingen van [ Y1 ]  en [ Y2 ]  dan ook toewijzen.

Ten aanzien van alle vorderingen

Wettelijke rente


Verdachte is in alle gevallen wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd vanaf de dag dat de schade is ingetreden. De ingangsdatum van de wettelijke rente is per schadepost in onderstaand schema weergegeven.

Schadepost Ingangsdatum wettelijke rente
Kleding Vanaf 26 augustus 2022 over een bedrag
  van € 50,00 (datum delict)
Medische kosten Vanaf 1 augustus 2023 over een bedrag van 
  € 385,00 (zorgkosten t/m juli 2023)
Ziekenhuis- en Vanaf 11 november 2022 over een bedrag 
revalidatiedaggeldvergoeding van € 1.652,00 (datum ontslag St. 
  Maartenskliniek)
Eigen bijdrage Wlz vanaf 1 januari 2023 over een bedrag van
  € 42,00 (eigen bijdrage Wlz jaar 2022)
  vanaf 1 januari 2024 over een bedrag van
  € 7.451,00 (eigen bijdrage Wlz jaar 2023 en
  verder)
Auto vanaf 20 juni 2023 over een bedrag van
  € 8.000,00
CBR-keuring .7 maart 2024
Verlies zelfredzaamheid vanaf 1 januari 2023 over een bedrag van 
  € 587,00 (jaar 2022)
  vanaf 1 januari 2024 over een bedrag van
  €22.263,00 (vanaf jaar 2023 e.v.)
Smaretngeld [ Y ]  Vanaf 26 augustus 2022 over een bedrag
  van € 165.000,00 (datum delict)
Smartengeld [ Y1 ]  Vanaf 26 augustus 2022 over een bedrag
  van € 15.000,00 (datum delict)
Smartengeld [ Y2 ] Vanaf 26 augustus 2022 over een bedrag
  van € 15.000,00 (datum delict)

 
Schadevergoedingsmaatregel
Ten aanzien van alle benadeelde partijen ziet de rechtbank aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partijen toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.

Proceskosten
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partijen in deze procedure hebben gemaakt en de kosten die de benadeelde partijen mogelijk nog moeten maken om de toegewezen bedragen betaald te krijgen. De proceskosten tot vandaag worden begroot op nihil.

Hoofdelijkheid
De rechtbank overweegt dat verdachte en zijn medeverdachten ieder voor het hele schadebedrag (hoofdelijk) kunnen worden aangesproken. Verdachte hoeft niet meer te betalen indien en voor zover zijn medeverdachten de schade hebben vergoed.

Met dank aan de heer mr. B. Pernot, REX Advocaten voor het inzenden van deze uitspraak. 

Citeerwijze: www.letselschademagazine.nl/2024/RBGLD-070324


1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door A.M.J. Erens (17510201) van de politie Eenheid Oost-Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal. dossiernummer PL06002022391650. gesloten op 24 januari 2023 en bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processenverbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina's van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2 Proces-verbaal van aangifte. p. 59-62; proces-verbaal van verhoor aangever, p. 69-71 en proces-verbaal van bevindingen, p. 53.
3 Proces-verbaal van verhoor aangever, p. 72; proces-verbaal van bevindingen. p. 140.
4 Rapportage forensisch medisch onderzoek, p. 24.
5 Rapportage forensisch medisch onderzoek, p. 3 1 .
6. e.v. (... red. LSA LM)