RBMNE 200121 pakketreisorganisator niet aansprakelijk voor omvallen boom tijdens excursie (2)
- Meer over dit onderwerp:
RBMNE 200121 pakketreisorganisator niet aansprakelijk voor omvallen boom tijdens excursie
2.
De beoordeling
De kern van de zaak en de beslissing van de rechtbank
2.1 .
[ eiser ] is tijdens de door Bolderman georganiseerde pakketreis ’11 dagen de Highlights van Ierland’ getroffen door een omvallende boom. Hij houdt Bolderman aansprakelijk voor de schade die hij als gevolg daarvan heeft geleden, en nog zal lijden.
Bolderman meent dat zij niet aansprakelijk is en de schade van [ eiser ] niet hoeft te vergoeden.
2.2.
De rechtbank vindt dat het gelijk ligt bij Bolderman. Dit oordeel wordt hierna toegelicht.
Wat is er gebeurd?
2.3.
[ eiser ] is op 5 juni 2019 samen met zijn echtgenote naar Ierland afgereisd.
2.4.
Voor de deelnemers was er de optie om op 13 juni 2019 een 'Sheepdog Demonstration’ bij te wonen in Jerpoint Park, in Oost-Ierland (hierna: excursie). In de reisbeschrijving staat over de excursie het volgende:
'Na het ontbijt rijden we naar Jerpoint Park, een schapenboerderij met op het landgoed de resten van de verloren stad Newtown Jerpoint, ( ... ). U kunt mee met de rondleiding van Joe. de eigenaar, die aan het eind een demonstratie met de schapenhond geeft. We sluiten dit bezoek af met koffIe en scones.'
2.5.
[ eiser ] en zijn vrouw hebben deelgenomen aan de excursie. De groep bestond uit ongeveer 35 mensen. Zij hebben zich op enig moment rondom de schaapsherder verzameld, onder een boom. Op dat moment viel de boom. Het was windstil. Enkele takken bleven hangen op een hek, maar een deel van boom heeft verschillende deelnemers geraakt, waaronder [ eiser ] en zijn echtgenote.
2.6.
[ eiser ] is na het ongeval naar een restaurant in de buurt gegaan. Vervolgens hebben zij gebruik gemaakt van de mogelijkheid die Bolderman bood om met de bus terug te keren naar het hotel.
2.7.
De schaapsherder heeft de omgevallen boom kort na het ongeval in stukken gezaagd en de takken vernietigd.
2.8.
De reisleider, [ reisleider ] (hierna: [ reisleider ] ), heeft in een schriftelijke verklaring d.d. 14 juni 2019 het volgende vermeld:
'( ... ) [ eiser ] had in eerste instantie alleen maar een hoofdwond en een schaafwond op de linker schouder en pijn in de nek.
Op vrijdagmorgen 14-06-2019 meldde [ eiser ] aan ondergetekende, dat er ’s nachts meer problemen zijn ontstaan. Betrokkene meldde mij dat hij zijn linker arm niet meer op kon tillen. Ook waren naar zijn zeggen de nekklachten verergerd. Ook zijn gehoor aan de rechterzijde was slecht geworden en hij zou last hebben van oorsuizen. Voorts dien ik te vermelden dat [ eiser ] invalide is en zijn rechterarm mist door een eerder ongeval en dat hij dus geheel afhankelijk is van zijn linkerarm. ( ... ) ’
2.9.
[ eiser ] heeft bij terugkomst in Nederland zijn huisarts bezocht in verband met de door hem gemelde klachten. Dat was op 16 juni 2019. Hij is doorverwezen naar het ziekenhuis voor een scan van zijn linkerarm. Op de scan waren geen afwijkingen zichtbaar.
Wat willen partijen?
2.10.
Volgens [ eiser ] is Bolderman toerekenbaar tekort geschoten in de nakoming van de tussen partijen overeengekomen pakketreisovereenkomst in de zin van artikel 7:500 e.v. BW. Hij stelt dat Bolderman als reisorganisator verantwoordelijk is voor alle onderdelen van de pakketreis, ook het onderdeel dat door Jerpoint Park werd uitgevoerd
Aangezien tijdens deze excursie een boom is omgevallen, betekent dit dat de pakketreis niet conform de overeenkomst is uitgevoerd, aldus [ eiser ] . [ eiser ] beroept zich er op dat hij gelet op het bepaalde in de artikelen 7:510 en 511 BW recht heeft op een passende schadevergoeding van Bolderman. [ eiser ] wijst er op dat Bolderman niet heeft aangetoond dat de non-conformiteit is te wijten aan [ eiser ] zelf, of aan een derde die niet bij de uitvoering van de reisdiensten van de pakketreis is betrokken en dat de non conformiteit niet kon worden voorzien of voorkomen. Van onvermijdbare en buitengewone omstandigheden, waarop Bolderman zich beroept, is volgens [ eiser ] ook geen sprake.
2.11 .
[ eiser ] houdt Bolderman aansprakelijk voor zijn materiële en immateriële schade. Hij stelt dat de klachten als gevolg van het ongeval (oorsuizen, hoofd/nekpijn, emotionele buien, continue pijnklachten aan de linkerarm) aanhouden en dat deze hem beperken bij de uitoefening van zijn werk en de huishoudelijke taken. Hij vreest dat dit in de toekomst zal toenemen. Hij vordert om bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. te verklaren voor recht dat Bolderman aansprakelijk is voor de gevolgen van het [ eiser ] op 13 juni 2019 overkomen ongeval,
2. Bolderman te veroordelen tot vergoeding van de schade - nader op te maken bij staat – die [ eiser ] als gevolg van het ongeval heeft geleden, lijdt en nog zal lijden, te vermeerderen met de wettelijke rente,
3. die deskundigen te benoemen die de rechtbank geraden acht,
4. Bolderman te veroordelen in de proceskosten.
2.12.
Bolderman wijst aansprakelijkheid van de hand. Zij stelt zich primair op het standpunt dat geen sprake is van non-conformiteit. Subsidiair stelt zij dat haar een beroep op overmacht toekomt. Bolderman maakt ook bezwaar tegen verwijzing naar de schadestaatprocedure. De schade moet volgens haar in deze procedure begroot kunnen worden.
Het juridische kader
2.13 .
De rechtbank merkt op dat partijen ondanks dat het ongeval zich heeft voorgedaan in Ierland voor dit geschil zijn uitgegaan van Nederlands recht. De rechtbank sluit daar bij aan. Verder is niet geschil dat de door [ eiser ] bij Bolderman geboekte reis gekwalificeerd kan worden als een pakketreis in de zin van artikel 7:500 waarop titel 7 A van Boek 7 BW van toepassing is. Deze wettelijke regeling, die ziet op pakketreizen en andere gekoppelde reizen, is een uitwerking van de Richtlijn (EU) 2015/2302 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015. In artikel 7:500 BW zijn naast de omschrijving van de pakketreis(overeenkomst) de volgende definities opgenomen:
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder
( ... )
1. onvermijdbare en buitengewone omstandigheden: situatie die zich voordoet onafhankelijk van de wil van de partij die zich daarop beroept en waarvan de gevolgen ondanks alle redelijke voorzorgsmaatregelen niet te vermijden waren:
m. non-conformiteit: het niet of niet goed uitvoeren van de reisdiensten die deel uitmaken van een pakketreis:
( ... )
2.14.
Vervolgens zijn de volgende bepalingen uit de wet relevant.
Artikel 7:510 BW
1. De organisator is verantwoordelijk voor de uitvoering van de reisdiensten waarop de pakketreisovereenkomst betrekking heeft, ongeacht of deze diensten door de organisator of door andere dienstverleners worden verricht.
2. ( ... )
3. Indien een of meer reisdiensten niet conform de pakketreisovereenkomst worden uitgevoerd, zorgt de organisator dat de non-conformiteit wordt verholpen, tenzij dat
a) onmogelijk is; of
b) onevenredig hoge kosten met zich brengt. rekening houdend met de mate van non-conformiteit en de waarde van de betreffende reisdiensten.
4. Indien de organisator de non-conformiteit niet verhelpt met een beroep op lid 3, onderdeel a of b, is artikel 5 11 van toepassing.
( ... )
Artikel 7:511 BW
1.De reiziger heeft recht op een passende prijsverlaging voor iedere periode waarin er sprake was van non conformiteit. tenzij de organisator bewijst dat de non-conformiteit aan de reiziger is toe te rekenen.
2.De reiziger heeft recht op passende schadevergoeding van de organisator voor alle schade die de reiziger oploopt als gevolg van non.conformiteit. tenzij de organisator aantoont dat de non.conformiteit is te wijten aan a. de reizjger:
b. een derde die niet bij de uitvoering van de in de pakketreisovereenkomst begrepen reisdiensten is betrokken en de non-conformiteit niet kon \vorden voorzien of voorkomen: of
c. onvermijdbare en buitengewone omstandigheden,
( ... )
Non-conformiteit?
2.15.
Uitgangspunt is dus dat Bolderman als organisator verantwoordelijk is voor de uitvoering van de reisdienst waarop de pakketovereenkomst met [ eiser ] betrekking had, ongeacht of deze dienst door haar of door andere dienstverleners werd verricht. Het maakt niet uit of de andere dienstverlener al dan niet een hulppersoon (art. 6:76 BW) van de organisator is. Dit betekent dat Bolderman ook verantwoordelijk is voor de uitvoering van de excursie naar Jerpoint Park. De vraag die allereerst voor ligt, is of daarbij sprake is van non-conformiteit. Als kan worden aangenomen dat de excursie niet goed is uitgevoerd, kan [ eiser ] Bolderman aanspreken voor een passende schadevergoeding, tenzij Bolderman kan aantonen dat de non-conformiteit te wijten is aan [ eiser ] zelf, een derde of aan onvermijdbare en buitengewone omstandigheden (artikel 7:51 1 BW).
2.16.
Levert het omvallen van de boom tijdens de excursie op het Ierse landgoed Jerpoint Park non-conformiteit op? [ eiser ] heeft dit bepleit, maar dat is door Bolderman nadrukkelijk weersproken. Om deze vraag te kunnen beantwoorden, is van belang wat [ eiser ] op grond van de reisovereenkomst met Bolderman redelijkerwijs mocht verwachten. De hoofdverplichting van de organisator is dat de overeengekomen pakketreis wordt uitgevoerd overeenkomstig de verwachtingen die de reiziger op grond van de overeenkomst redelijkerwijs mocht hebben. Evident is dat de verwachtingen die een reiziger mag hebben in de regel concrete prestaties in verband met de reis betreffen als het regelen van vervoer en verblijf. De vraag is echter of een reiziger daarnaast redelijkerwijs mag verwachten dat de organisator ervoor in moet staan dat hij tijdens de reis geen (letsel)schade lijdt, bijvoorbeeld door het omvallen van een boom. Naar het oordeel van de rechtbank moet deze vraag ontkennend worden beantwoord. Gesteld nog gebleken is dat deze verplichting in de overeenkomst is opgenomen of daar uit voortvloeit. Het is niet een kenmerkend onderdeel van een reisovereenkomst en heeft daarmee geen direct samenhangende verplichting. Dit betekent dat het enkele feit dat tijdens de reis een boom op [ eiser ] is gevallen er niet toe leidt dat kan worden aangenomen dat Bolderman toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen jegens [ eiser ] .
Schending zorgplicht?
2.17.
Bolderman is in beginsel wel aansprakelijk voor de schade van [ eiser ] als zij, althans de eigenaar van Jerpoint Park, jegens hem een zorgplicht heeft geschonden. Naar het oordeel van de rechtbank is dit aan de orde als vastgesteld kan worden dat Bolderman/ de eigenaar van Jerpoint Park niet al het redelijk mogelijke heeft gedaan om te voorkomen dat [ eiser ] tijdens de reis (letsel)schade opliep.
2.18.
Bolderman heeft nadrukkelijk betwist dat haar iets verweten kan worden. Haar stellingen komen er - kort weergegeven - op neer dat omdat de eigenaar van Jerpoint Park niet aansprakelijk kan worden gehouden voor de gevolgen van de omgevallen boom, ook Bolderman daar niet aansprakelijk voor is. Volgens Bolderman is de eigenaar van Jerpoint Park niet aansprakelijk op grond van artikel 6:74 BW of artikel 6: 162 BW. Volgens Bolderman is niet gebleken dat de eigenaar van Jerpoint Park niet al het redelijk mogelijke heeft gedaan om te voorkomen dat [ eiser ] schade zou oplopen tijdens de excursie. Een reisorganisator is pas toerekenbaar tekortgeschoten in zijn zorgplicht jegens de benadeelde reiziger als vast staat dat sprake is van een toerekenbare tekortkoming van de ingeschakelde derde jegens de benadeeïde reiziger, aldus Bolderman.
Bolderman noemt ook nog dat artikel 6: 174 BW geen grondslag biedt voor aansprakelijkheid omdat een boom niet valt onder de daarin gegeven definitie 'opstal’
2.19.
Vooropgesteld moet worden dat niet geheel kan worden uitgesloten dat bomen omvallen. Het omvallen impliceert dan ook niet zonder meer onzorgvuldig handelen van Bolderman/ de eigenaar van Jerpoint Park. De vraag waar het om draait is of de reisleider [ reisleider ] dan wel de eigenaar van Jerpoint Park bedacht had moeten zijn op problemen in verband met de boom en dat om die reden van hen verlangd kon worden dat zij maatregelen hadden getroffen. Het gaat er dus om (i) of de boom in een slechte staat verkeerde en (ii) [ reisleider ] /de eigenaar van Jerpoint Park daarom (veiligheids)maatregelen hadden moeten treffen. Of bij gebleken gevaar door de eigenaar van de boom voldoende maatregelen zijn genomen hangt af van de concrete omstandigheden van het geval, meer in het bijzonder de mate van waarschijnlijkheid dat een boom zal omvallen en de kans dat daardoor ongevallen ontstaan, de aard en ernst van de eventuele schade en de mate van bezwaarlijkheid en gebruikelijkheid van de te nemen onderhouds- en veiligheidsmaatregelen.
2.20.
De rechtbank stelt vast dat niet bekend is of de boom die op [ eiser ] viel ondeugdelijk was. Het enige wat bekend is, is dat de boom gevallen is, op een windstille dag en er niets opvallends was. [ reisleider ] heeft in een verklaring d.d. 4 november 2020 aangegeven dat de boom er uitwendig gezond en normaal uitzag en geen uiterlijke kenmerken had die maakten dat er reden was er op bedacht te zijn dat de boom plotseling zou kunnen omvallen. Om vast te kunnen stellen dat de staat van de boom en de situatie van destijds een gevaar vormden zijn aanknopingspunten nodig, maar deze ontbreken.
[ eiser ] heeft uit de situatie ter plekke niets kunnen afleiden. Direct na het ongeval is hij met zijn vrouw naar een restaurant in de buurt gegaan. Volgens [ eiser ] zijn er wel foto’s waarop de boom te zien is, maar deze geven geen uitsluitsel over de staat waarin de boom verkeerde. Daarbij komt dat de eigenaar van Jerpoint Park (de takken van) de boom kort na het voorval heeft vernietigd, zonder dat een onderzoek is ingesteld.
2.21.
Naar het oordeel van de rechtbank lag het wel op de weg van [ eiser ] om te onderbouwen dat de boom in een dermate slechte staat verkeerde dat de eigenaar om die reden maatregelen had moeten treffen. Hij had meer feiten en omstandigheden kunnen stellen over de boom en situatie ter plaatse waaruit dit naar voren komt. Ook had hij verder kunnen toelichten waaruit blijkt dat zelfs als de slechte staat niet kenbaar was dit risico toch voor de eigenaar en daarmee voor Bolderman hoort te komen. Als dan bijvoorbeeld blijkt dat de eigenaar onvoldoende controle of onderhoud pleegt of redelijkerwijs op de hoogte had kunnen zijn van een gevaar maar geen maatregelen heeft getroffen ter voorkoming van schade is hij aansprakelijk. [ eiser ] heeft echter nagelaten om feiten en/of omstandigheden aan te dragen waaruit nalatigheid van de eigenaar zou kunnen worden afgeleid. Zo had hij contact op kunnen nemen met de eigenaar om te vragen of voldoende onderhoudsmaatregelen waren getroffen. Bij een park dat is opengesteld voor toeristen, ligt het voor de hand dat de eigenaar de bomen regelmatig controleert en dat hij veiligheidsmaatregelen treft die redelijkerwijs mogelijk zijn en van hem gevergd kunnen worden, ter voorkoming van gevaar voor personen (en/of zaken) die het park bezoeken. Hierover is echter niets gesteld of gebleken en dan gaat de stelling dat het aan Bolderman is dit te bewijzen niet op,
2.22.
[ eiser ] heeft nog wel aangevoerd dat het waarschijnlijk om twee plakokselbomen ging waarvan één is afgebroken, maar Bolderman heeft dit betwist. Naar het oordeel van de rechtbank kan hier dan ook niet vanuit worden gegaan. [ eiser ] heeft bovendien niet voldoende duidelijk gemaakt welke maatregelen door de eigenaar getroffen hadden moeten worden in verband de gestelde plakokselboom. Bolderman heeft op haar beurt wel gemotiveerd gesteld dat de te treffen maatregelen tegen plakoksels kostbaar en ingrijpend zijn, wat maakt dat de bezwaarlijkheid van de te nemen maatregelen daardoor onevenredig groot zijn tegenover de risico’s verbonden aan de risico’s van een plakoksel. De rechtbank acht de stellingen van [ eiser ] op dit punt al met al onvoldoende om aan te kunnen nemen dat de eigenaar een zorgverplichting heeft verzaakt.
Conclusie
2.23 .
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de conclusie dat [ eiser ] onvoldoende heeft gesteld om er vanuit te gaan dat Bolderman de pakketreis niet heeft uitgevoerd overeenkomstig de verwachtingen die [ eiser ] op grond van de reisovereenkomst mocht hebben dan wel haar zorgplicht heeft geschonden, Aan bewijslevering wordt daarom niet toegekomen. De weigering van Bolderman om de schade te vergoeden is dus terecht.
Citeerwijze: www.letselschademagazine.nl/2021/RBMNE-200121