Rb Midden-Nederland 140617 been en voet letsel door vallende pallets; twee mogelijke toedrachten; wg-er in beide gevallen aansprakelijk; voorschot € 15.000,00
- Meer over dit onderwerp:
Rb Midden-Nederland 140617 been en voet letsel door vallende pallets; twee mogelijke toedrachten; wg-er in beide gevallen aansprakelijk; voorschot € 15.000,00
4 De beoordeling
4.1.
Beoordeeld dient te worden of [eisende partij in het verzet/oorspronkelijk gedaagde partij] aansprakelijk is voor de schade, die [gedaagde partij in het verzet/oorspronkelijk eisende partij] stelt te hebben geleden als gevolg van het hem op 18 juni 2014 overkomen ongeval.
4.2.
Artikel 7:658 lid 1 BW verplicht de werkgever de lokalen, werktuigen en gereedschappen waarin of waarmee hij de arbeid doet verrichten, op zodanige wijze in te richten en te onderhouden alsmede voor het verrichten van de arbeid zodanige maatregelen te treffen en aanwijzingen te verstrekken als redelijkerwijs nodig is om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt. Op grond van lid 2 van voornoemd artikel is de werkgever jegens de werknemer aansprakelijk voor de schade die de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt, tenzij hij aantoont dat hij de in lid 1 genoemde verplichtingen is nagekomen of dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer.
4.3.
Het staat vast dat [gedaagde partij in het verzet/oorspronkelijk eisende partij] op 18 juni 2014 bij [eisende partij in het verzet/oorspronkelijk gedaagde partij] aan het werk was en dat hem die dag een ongeval is overkomen, waarbij hij zijn linkeronderbeen en voet heeft verbrijzeld. Nu [gedaagde partij in het verzet/oorspronkelijk eisende partij] schade heeft geleden in de uitoefening van zijn werkzaamheden, is [eisende partij in het verzet/oorspronkelijk gedaagde partij] op grond van 7:658 lid 2 BW aansprakelijk voor de schade, die [gedaagde partij in het verzet/oorspronkelijk eisende partij] als gevolg van dit ongeval lijdt dan wel heeft geleden. Dit lijdt uitzondering wanneer [eisende partij in het verzet/oorspronkelijk gedaagde partij] stelt, en bij gemotiveerde betwisting bewijst, dat zij haar zorgplicht jegens [gedaagde partij in het verzet/oorspronkelijk eisende partij] is nagekomen dan wel dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de kant van [gedaagde partij in het verzet/oorspronkelijk eisende partij] .
4.4.
[eisende partij in het verzet/oorspronkelijk gedaagde partij] stelt dat zij haar zorgplicht jegens [gedaagde partij in het verzet/oorspronkelijk eisende partij] is nagekomen. Daartoe voert zij het volgende aan. Uit het besluit van de Arbeidsinspectie blijkt dat haar enkel een boete is opgelegd vanwege het niet tijdig melden van het ongeval. De boete is niet gegeven omdat zij te kort zou zijn geschoten in de zorg voor de arbeidsomstandigheden van haar werknemers. Dat er geen veiligheidsbeleid is en geen toezicht plaatsvindt impliceert volgens haar nog geen schending van de zorgplicht, nu de werknemer zelf een significante verantwoordelijkheid draagt voor zijn eigen veiligheid en het voorkómen van ongevallen, waarbij mede het opleidingsniveau en de kennis van de werknemer van belang zijn. [eisende partij in het verzet/oorspronkelijk gedaagde partij] wijst erop dat [gedaagde partij in het verzet/oorspronkelijk eisende partij] in zijn thesis haar heeft geadviseerd om de opslag van producten in eigen beheer te doen. Aan dit advies is een uitvoerig veld- en deskonderzoek voorafgegaan ten aanzien van onder andere de veiligheid op de werkvloer. [gedaagde partij in het verzet/oorspronkelijk eisende partij] was door zijn onderzoek en deze werkzaamheden veel beter, althans zeker zo goed op de hoogte van ‘the state of the art’ in de logistiek. Bovendien was [gedaagde partij in het verzet/oorspronkelijk eisende partij] zelf de persoon die op de veiligheid in de loods diende toe te zien. [gedaagde partij in het verzet/oorspronkelijk eisende partij] was ermee bekend dat slechts één pallet tegelijk met de heftruck c.q. pompwagen kon en mocht worden getransporteerd. Het is een feit van algemene bekendheid dat op elkaar gestapelde pallets, die beladen zijn met zakken, niet zonder risico verplaatst kunnen worden. [gedaagde partij in het verzet/oorspronkelijk eisende partij] was dus gehouden om de pallets één voor één te verplaatsen. Dit heeft hij verzuimd, met als argument dat hij met de heftruck niet bij de benodigde pallets kon komen wegens een overvolle loods. [eisende partij in het verzet/oorspronkelijk gedaagde partij] betwist dat de loods daarvoor te vol stond. Er was voldoende ruimte in de loods voor de heftruck zodat het (onverantwoorde) gebruik van de pompwagen en/of de heftruck alsmede het gebruik van het tweede (buiten gebruik zijnde) laadperron, althans het gebruik daarvan op een wijze waarvoor het niet bedoeld was (namelijk zonder de vrachtwagen tegen het perron aan te plaatsen) niet noodzakelijk was. Aan [gedaagde partij in het verzet/oorspronkelijk eisende partij] was werkkleding verschaft en het ter beschikking gestelde werkmateriaal was deugdelijk en geschikt. De pallets waren van voldoende kwaliteit. Het stapelen van pallets gebeurt sectorbreed en is op zichzelf geen probleem. De oorzaak van het ongeval is niet gelegen in een eventuele gebrekkige draagkracht van de pallets, maar in het gelijktijdig verplaatsen van twee of meer op elkaar gestapelde en volgeladen pallets.
4.5.
[gedaagde partij in het verzet/oorspronkelijk eisende partij] betwist gemotiveerd dat [eisende partij in het verzet/oorspronkelijk gedaagde partij] haar zorgplicht jegens hem is nagekomen. [gedaagde partij in het verzet/oorspronkelijk eisende partij] betwist ten eerste de door [eisende partij in het verzet/oorspronkelijk gedaagde partij] gestelde oorzaak c.q. toedracht van het ongeval. [gedaagde partij in het verzet/oorspronkelijk eisende partij] stelt dat er op enig moment een vrachtwagen arriveerde bij de loods om een lading op te halen. De chauffeur had de vrachtwagen geparkeerd bij het perron van laadruimte 1. De lading bestond uit tweemaal twee op elkaar gestapelde pallets en stond klaar bij het perron van laadruimte 2. [gedaagde partij in het verzet/oorspronkelijk eisende partij] heeft de chauffeur van de vrachtwagen gevraagd om de vrachtwagen te verplaatsen naar laadruimte 2. Volgens [gedaagde partij in het verzet/oorspronkelijk eisende partij] heeft hij dit gevraagd omdat de loods zo volstond met twee- en driehoog gestapelde pallets dat het voor hem niet mogelijk was om de lading door de loods naar het perron van laadruimte 1 te verplaatsen. Toen de vrachtwagen vlakbij het perron van laadruimte 2 stond heeft [gedaagde partij in het verzet/oorspronkelijk eisende partij] met de heftruck de eerste (gestapelde) pallet in de vrachtwagen geladen. De tweede (gestapelde) pallet stond echter zo ver naar achteren op het perron van de laadruimte dat de lepels van de heftruck niet bij de pallet konden komen. [gedaagde partij in het verzet/oorspronkelijk eisende partij] is toen op het perron van laadruimte 2 geklommen en heeft met een daar staande pompwagen de tweede (gestapelde) pallet opgekrikt en verplaatst naar de rand van het perron van laadruimte 2, om die pallet vervolgens weer met de vorkheftruck in de vrachtwagen te kunnen laden. [gedaagde partij in het verzet/oorspronkelijk eisende partij] is van het perron geklommen en is richting de voorheftruck gelopen. Op dat moment hoorde hij gekraak en kreeg hij de lading van de pallet op zijn onderlichaam.
Volgens [gedaagde partij in het verzet/oorspronkelijk eisende partij] brengt een te volle loods op zichzelf al een aanzienlijk risico met zich dat pallets gaan schuiven of breken waardoor er goederen van af kunnen vallen. Door [eisende partij in het verzet/oorspronkelijk gedaagde partij] zijn geen maatregelen genomen om dit risico weg te nemen. Er was binnen de onderneming geen algemeen veiligheidsbeleid, hetgeen in strijd is met artikel 5 Arbeidsomstandighedenwet. Voorts heeft [eisende partij in het verzet/oorspronkelijk gedaagde partij] geen veiligheidsinstructies gegeven en/of geen veiligheidsschoenen of andere beschermende kleding aan hem verstrekt. De gebruikte werktuigen waren niet geschikt om de betreffende arbeid veilig te verrichten. Het was namelijk niet mogelijk om met de heftruck de pallets in de vrachtwagen te zetten, omdat de lepels van de heftruck te kort waren. De pallets verkeerden kennelijk in een zodanige staat, dat zij onder druk van het gewicht braken althans konden breken. Er werd door [eisende partij in het verzet/oorspronkelijk gedaagde partij] geen toezicht gehouden en van het ongeval is te laat melding gedaan bij de inspectie SZW. [gedaagde partij in het verzet/oorspronkelijk eisende partij] betwist dat hij als een deskundige op het gebied van (logistieke) veiligheid kan worden beschouwd. In ieder geval niet op basis van zijn thesis en ook niet op basis van zijn opleiding, nu tijdens zijn studie aan dit specifieke onderwerp geen aandacht wordt besteed. [gedaagde partij in het verzet/oorspronkelijk eisende partij] stelt ter zitting dat hij bij [A] herhaalde malen heeft aangegeven dat er problemen waren met het scheef staan van de pallets althans de instabiliteit ervan en dat dit een van de redenen is geweest om twee pallets te gaan gebruiken bij het stapelen. Volgens [gedaagde partij in het verzet/oorspronkelijk eisende partij] was het ook zo dat pallets herhaaldelijk stuk gingen.
4.6.
Bij de beoordeling van de vraag of [eisende partij in het verzet/oorspronkelijk gedaagde partij] haar zorgplicht is nagekomen wordt het volgende tot uitgangspunt genomen. Indien vaststaat dat een werknemer schade heeft opgelopen in de uitoefening van zijn werkzaamheden maar de toedracht van het ongeval onduidelijk is, is het niet aan de werknemer om te bewijzen hoe het ongeval zich heeft voltrokken of wat de oorzaak daarvan is geweest. Het is aan [eisende partij in het verzet/oorspronkelijk gedaagde partij] te stellen en zonodig te bewijzen, kort gezegd, dat zij al die maatregelen heeft genomen en al die aanwijzingen heeft gegeven die redelijkerwijs nodig waren om dit specifieke ongeval te voorkomen dan wel, indien de toedracht van het ongeval niet komt vast te staan, door te stellen en zo nodig te bewijzen welke veiligheidsmaatregelen meer in het algemeen zijn genomen. Wat van de werkgever mag worden verwacht, hangt af van de omstandigheden van het geval. Weliswaar is met de zorgplicht van de werkgever niet beoogd een absolute waarborg te scheppen voor de bescherming van de werknemer tegen het gevaar van arbeidsongevallen, ook niet ten aanzien van werknemers wier werkzaamheden bijzondere risico’s van ongevallen meebrengen, maar gelet op de ruime strekking van de zorgplicht kan niet snel worden aangenomen dat de werkgever daaraan heeft voldaan en dat hij bijgevolg niet aansprakelijk is voor door de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden geleden schade. Artikel 7:658 BW vergt een hoog veiligheidsniveau van de betrokken werkruimte, werktuigen en gereedschappen alsmede van de organisatie van de werkzaamheden en vereist dat de werkgever het op de omstandigheden van het geval toegesneden toezicht houdt op behoorlijke naleving van de door hem gegeven instructies. Deze instructies moeten specifiek, precies en indringend genoeg zijn gelet op de ervaring, opleiding en de functie van de werknemers voor wie de instructies bedoeld zijn. Daarbij moet rekening worden gehouden met het ervaringsfeit dat werknemers niet altijd alle zorgvuldigheid in acht zullen nemen.
4.7.
De toedracht van het ongeval is in zoverre duidelijk: het omvallen van twee beladen en op elkaar gestapelde pallets, staand op de rand van het perron van laadruimte 2. Partijen twisten over de oorzaak hiervan althans van het instabiel worden van de op elkaar gestapelde pallets. Volgens [gedaagde partij in het verzet/oorspronkelijk eisende partij] zijn de pallets omgevallen door het breken van (een van) de tussenliggende pallets, terwijl [eisende partij in het verzet/oorspronkelijk gedaagde partij] stelt dat de pallets zijn omgevallen doordat [gedaagde partij in het verzet/oorspronkelijk eisende partij] gelijktijdig met een pompwagen de laatste twee beladen pallets heeft verplaatst naar de rand van het perron. Of de toedracht is zoals [gedaagde partij in het verzet/oorspronkelijk eisende partij] die stelt danwel zoals [eisende partij in het verzet/oorspronkelijk gedaagde partij] die stelt, dit doet niets af aan het feit dat het in beide situaties erom gaat of [eisende partij in het verzet/oorspronkelijk gedaagde partij] alle redelijkerwijs te nemen maatregelen heeft genomen om dit specifieke ongeval te voorkomen. De vraag is of [eisende partij in het verzet/oorspronkelijk gedaagde partij] in beide gevallen jegens [gedaagde partij in het verzet/oorspronkelijk eisende partij] haar zorgplicht is nagekomen.
4.8.
Als het ongeval het gevolg is van het breken van (een van) de tussenliggende pallets, zoals [gedaagde partij in het verzet/oorspronkelijk eisende partij] stelt, dan is daarmee reeds een schending van de zorgplicht gegeven. Het ligt immers op de weg van de werkgever om zorg te dragen voor deugdelijke materialen. Daar komt bij dat [gedaagde partij in het verzet/oorspronkelijk eisende partij] ter comparitie heeft verklaard dat er wel vaker pallets kapot gingen en dat hij geregeld met [A] heeft gesproken over problemen met betrekking tot het scheef staan van pallets althans de instabiliteit ervan. Deze signalen hadden voor [eisende partij in het verzet/oorspronkelijk gedaagde partij] voldoende aanleiding moeten zijn om te controleren of de door haar in het magazijn gebruikte pallets nog wel voldoende geschikt waren voor het doel waarvoor zij werden gebruikt, te weten voor het opslaan en verplaatsen van goederen. Dat een dergelijke kwaliteitscontrole heeft plaatsgevonden is gesteld noch gebleken. Weliswaar stelt [eisende partij in het verzet/oorspronkelijk gedaagde partij] dat haar pallets niet van onvoldoende kwaliteit waren, maar zij laat na om te onderbouwen waaruit dit dan blijkt
4.9.
Indien wordt uitgegaan van de door [eisende partij in het verzet/oorspronkelijk gedaagde partij] gestelde toedracht, dan geldt ook in dat geval dat zij te kort is geschoten in de nakoming van haar zorgplicht jegens [gedaagde partij in het verzet/oorspronkelijk eisende partij] . Het staat immers vast dat in de loods van [eisende partij in het verzet/oorspronkelijk gedaagde partij] pallets twee- en driehoog stonden opgeslagen. Ook al had het de werknemer(s) van [eisende partij in het verzet/oorspronkelijk gedaagde partij] duidelijk behoren te zijn dat op elkaar gestapelde pallets met zakken niet zonder risico verplaatst kunnen worden, dan nog brengt de zorgplicht van [eisende partij in het verzet/oorspronkelijk gedaagde partij] mee dat zij haar werknemer(s) duidelijk instrueert, zelfs verbiedt, om pallets niet gestapeld te vervoeren. Dat er door [eisende partij in het verzet/oorspronkelijk gedaagde partij] dergelijke instructies zijn gegeven heeft zij niet gesteld. Zjj heeft zelfs gesteld (verzetdagvaarding punt 7.2 onder c) dat een kind kan bedenken dat het gevaarlijk is om gestapelde pallets te verplaatsen. Voorts had [eisende partij in het verzet/oorspronkelijk gedaagde partij] dergelijke instructies niet alleen behoren te geven maar uit hoofde van haar zorgplicht had zij deze ook moeten herhalen althans zij had er op toe moeten zien dat deze instructies daadwerkelijk werden nageleefd. Anders dan [eisende partij in het verzet/oorspronkelijk gedaagde partij] kennelijk meent geldt het vorenstaande ook jegens [gedaagde partij in het verzet/oorspronkelijk eisende partij] , nu op basis van hetgeen zij stelt niet gezegd kan worden dat [gedaagde partij in het verzet/oorspronkelijk eisende partij] een deskundige was op het gebied van veiligheid en hij uit hoofde daarvan van de risico’s verbonden aan het verplaatsen van gestapelde pallets op de hoogte had moeten zijn. Niet blijkt immers dat hier tijdens zijn opleiding aandacht aan is besteed en in zijn thesis wordt dit onderwerp niet behandeld. Daarbij komt dat ook in het geval dat een werknemer als deskundige moet worden beschouwd, dat niet afdoet aan de zorgplicht van de werkgever, in die zin dat ook tegenover deze werknemer de instructies herhaald dienen te worden. Het is niet gesteld of gebleken dat [eisende partij in het verzet/oorspronkelijk gedaagde partij] dergelijke instructies aan [gedaagde partij in het verzet/oorspronkelijk eisende partij] heeft gegeven of erop heeft toegezien dat haar instructies aan [gedaagde partij in het verzet/oorspronkelijk eisende partij] door hem werden nageleefd. Gebleken is zelfs dat [eisende partij in het verzet/oorspronkelijk gedaagde partij] destijds helemaal geen veiligheidsplan had.
4.10.
Voor het geval dat [eisende partij in het verzet/oorspronkelijk gedaagde partij] meent dat op grond van het enkele feit dat [gedaagde partij in het verzet/oorspronkelijk eisende partij] met gestapelde pallets is gaan rijden de eventuele gevolgen daarvan steeds voor zijn rekening zijn ("een kind kan bedenken dat dit gevaarlijk is"), dan faalt dit verweer. Dit kan pas aan de orde zijn als sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid aan de kant van de werknemer. [eisende partij in het verzet/oorspronkelijk gedaagde partij] onderbouwt onvoldoende dat hiervan aan de kant van [gedaagde partij in het verzet/oorspronkelijk eisende partij] sprake is geweest.
4.11.
Nu vaststaat dat [eisende partij in het verzet/oorspronkelijk gedaagde partij] in het geheel geen veiligheidsinstructies heeft gegeven, en haar verweer dat [gedaagde partij in het verzet/oorspronkelijk eisende partij] voor zijn eigen veiligheid verantwoordelijk was niet opgaat, is zij aansprakelijk voor de gevolgen van het ongeval die [gedaagde partij in het verzet/oorspronkelijk eisende partij] lijdt dan wel heeft geleden als gevolg van het hem op 18 juni 2014 overkomen arbeidsongeval. Daarmee is de gevorderde verklaring voor recht toewijsbaar.
4.12.
[gedaagde partij in het verzet/oorspronkelijk eisende partij] vordert een schadevergoeding nader op te maken bij staat. Dat [gedaagde partij in het verzet/oorspronkelijk eisende partij] schade heeft geleden staat vast. Nu [eisende partij in het verzet/oorspronkelijk gedaagde partij] voorts niet betwist dat de exacte omvang van de totale schade op dit moment moeilijk is vast te stellen, wordt de vordering van een schadevergoeding nader op te maken bij staat toegewezen, zoals hierna in de beslissing verwoord.
4.13.
Vooruitlopend op de schadestaatprocedure vordert [gedaagde partij in het verzet/oorspronkelijk eisende partij] veroordeling van [eisende partij in het verzet/oorspronkelijk gedaagde partij] om bij wijze van voorschot aan hem te betalen primair een bedrag van € 25.000,00 althans een zodanig bedrag als de kantonrechter in goede justitie wenst. Dit bedrag bestaat uit een bedrag aan immateriële schadevergoeding en een bedrag aan materiële schadevergoeding. De materiële schadevergoeding ziet op de volgende schadeposten:
€ 280,00 als vergoeding voor 10 dagen ziekenhuisopname, € 9.360,00 voor een 52 weken durende verzorging à € 180,00 per week, kosten voor het schoonhouden van zijn woning, een bedrag van € 7.500,00 aan reiskosten (inclusief parkeerkosten), € 735,00 aan medische kosten, kosten voor aangepast schoeisel, € 1.600,00 ter zake van aanpassingen aan zijn auto, € 9.787,50 schade vanwege studievertraging/studiefinanciering, schade vanwege inkomensverlies, schade door verlies aan arbeidsvermogen en overige schade. Voorts claimt [gedaagde partij in het verzet/oorspronkelijk eisende partij] vergoeding van kosten van buitengerechtelijke rechtsbijstand en vertragingsrente.
4.14.
[eisende partij in het verzet/oorspronkelijk gedaagde partij] betwist gemotiveerd de omvang van de door [gedaagde partij in het verzet/oorspronkelijk eisende partij] geleden schade althans zij stelt dat deze thans maximaal € 19.195,00 bedraagt en voorts betwist zij het belang bij het treffen van een voorlopige voorziening.
4.15.
[eisende partij in het verzet/oorspronkelijk gedaagde partij] erkent een deel van de posten, te weten die voor verzorging, medische kosten, aanpassing auto en reiskosten. Voorts erkent zij in zoverre het recht op smartengeld, zij het niet in de orde van grootte als bij dagvaarding gesteld. Onder deze omstandigheden ziet de kantonrechter aanleiding tot toewijzing als voorschot op de uiteindelijk toe te wijzen materiele en immateriële schadevergoeding een bedrag van € 15.000,00. Geen voorschot wordt toegekend ter zake van de post buitengerechtelijke rechtsbijstand, omdat deze schadepost niet is onderbouwd.
4.16.
Nu [eisende partij in het verzet/oorspronkelijk gedaagde partij] wordt veroordeeld tot betaling van een lager voorschotbedrag aan schadevergoeding bestaat aanleiding om het verstekvonnis te vernietigen. Om proceseconomische reden zal het verstekvonnis in zijn geheel worden vernietigd. ECLI:NL:RBMNE:2017:2812