Overslaan en naar de inhoud gaan

RBOBR 130825 geen letsel; kinderen van 10 en 11 spelen met vuurwerk, waardoor meerdere woonwagens afbranden

RBOBR 130825 geen letsel; kinderen van 10 en 11 spelen met vuurwerk, waardoor meerdere woonwagens afbranden

3Samenvatting uitspraak

3.1.

In deze uitspraak komt de rechtbank tot de conclusie dat [gedaagde 5] en [gedaagde 6] (de ouders van [minderjarige 2] ) aansprakelijk zijn voor de schade die [eiseres] heeft geleden. Dat komt omdat [minderjarige 2] , hoewel niet vast is komen te staan dat hij zelf met vuurwerk heeft gegooid, in ieder geval optrok met [minderjarige 1] toen zij speelden met het vuurwerk dat uiteindelijk de brand heeft veroorzaakt. Daarom maakt het niet uit wie het vuurwerk gooide. [minderjarige 2] is zelf niet aansprakelijk omdat hij jonger was dan veertien, maar juist vanwege zijn leeftijd zijn [gedaagde 5] en [gedaagde 6] als ouders wel aansprakelijk.

3.2.

Voor [minderjarige 1] geldt dat hij zelf – en niet zijn moeder – is gedagvaard in deze procedure. Omdat [minderjarige 1] jonger was dan veertien ten tijde van de brand, is hij niet aansprakelijk. Tegen [minderjarige 1] wordt de vordering daarom afgewezen.

3.3.

Voor de ouders van [minderjarige 3] geldt het volgende. [minderjarige 3] heeft zelf niet meegedaan aan het gooien met vuurwerk. Ook is niet vast komen te staan dat hij het gooien van het vuurwerk heeft uitgelokt. Hij heeft ook nooit de opzet gehad dat er brand zou ontstaan. Toch had hij moeten optreden tegen het handelen van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] . Hij wist namelijk dat zij op gevaarlijke wijze met zwaar vuurwerk aan het spelen waren rondom de woonwagen op nummer [woonwagen nummer] en hij was in de positie om daartegen op te treden. Omdat [minderjarige 3] dat niet heeft gedaan, is hij aansprakelijk. [minderjarige 3] was vijftien jaar oud. Volgens de wet zijn ouders van kinderen van die leeftijd aansprakelijk voor de gedragingen van hun kind, tenzij hen niet kan worden verweten dat zij de gedragingen van hun kinderen niet hebben belet. [gedaagde 1] (de vader van [minderjarige 3] ) doet in deze procedure met succes een beroep op die uitzondering en is daarom niet aansprakelijk. [gedaagde 2] (de moeder van [minderjarige 3] ) heeft geen beroep gedaan op deze uitzondering en is wel aansprakelijk.

3.4.

De verzekeraar van [gedaagde 2] , Allianz, is alleen rechtstreeks aanspreekbaar voor psychische schade die [eiseres] heeft geleden.

3.5.

De rechtbank doet geen uitspraak over de hoogte van de schade of over de onderlinge verdeling van de schade tussen de aansprakelijke partijen en [eiseres] zelf. Wel bepaalt de rechtbank dat [gedaagde 5] , [gedaagde 6] en [gedaagde 2] bij wijze van voorschot € 25.000,- moeten betalen aan [eiseres] . Rechtbank Oost-Brabant 13 augustus 2025, ECLI:NL:RBOBR:2025:4992