HR 060209 Rendamax/X 81RO; blootstelling voldoende aangetoond, daardoor ontstane gezondheidsklachten
- Meer over dit onderwerp:
HR 060209 Rendamax/X 81RO; blootstelling voldoende aangetoond, daardoor ontstane gezondheidsklachten evenzo
Uit de conclusie van AG J. Spier:
3. Inleiding
3.1 De stille hoop dat de asbest-ellende zich niet spoedig zou
herhalen, lijkt ijdel te zijn geweest. In de procedures die Uw Raad in
dat kader hebben bereikt, hebben werkgevers vaak alle registers
opengetrokken. Onder veel meer werd aangevoerd dat a) men de gevaren
niet kende en b) (kennelijk ter afwering van de niet bekende gevaren)
allerlei effectieve maatregelen werden genomen. De onder b) genoemde
stelling werd niet zelden geloochenstraft door getuigenverklaringen.
3.2 In deze zaak is door Rendamax de aangevoerd dat zij "altijd een zo
hoog mogelijke veiligheid van haar werknemers [heeft] nagestreefd en
getracht zich te conformeren aan de op dat moment bestaande kennis en
wetenschap aangaande het werken met gevaarlijke stoffen.(2) Zodra
bepaalde informatie over stoffen afkomstig van fabrikanten bekend werd,
werden, voor zover nodig, (extra) maatregelen getroffen" (cva onder
14.27).
3.3.1 Deze stelling is evident onjuist zoals blijkt uit rov. 4.1.13,
4.9 en 4.11 van 's Hofs arrest en hiervoor onder 1.4 en 1.6.(3) Zij is
ook moeilijk te rijmen met een aantal door Rendamax zelf overgelegde,
klaarblijkelijk door haar (verzekeraar) vergaarde, verklaringen van
werknemers(4) waaruit onder meer blijkt dat a) vrij regelmatig in de
cabine zonder spuitmasker werd rondgelopen ([betrokkene 1]); b) pas de
laatste jaren werd gewaarschuwd voor schadelijke werking (naar ik
begrijp: van het isolatiemateriaal) ([betrokkene 11]); veiligheid stond
niet hoog in het vaandel ([betrokkene 12]); in het verleden moest om
veiligheidsmiddelen worden gevraagd; de vorige bedrijfsleider was op
dat punt een zuinig man ([betrokkene 13]); aanvankelijk (kennelijk tot
rond 1989) had men alleen de beschikking over papieren mondmaskers;
later ging men meer actief "op dit soort zaken" letten; bij vele
werknemers was het gevaar absoluut niet bekend; er was bij Rendamax op
dat punt weinig kennis van zaken ([betrokkene 14]); er waren tot 1992/3
geen beschermingsmiddelen als mond- of oogkappen beschikbaar en er was
geen "isolatie" tegen opdwarrelend stof; "op een bepaald moment" is
door verschillende medewerkers - aanvankelijk tevergeefs; door de
werkgever werd meegedeeld dat het onschadelijk was - gevraagd om
"bescherming"; pas na enige (niet verder gespecificeerde) tijd kwamen
er mondkapjes, terwijl we zelf "nog steeds" moesten zorgen voor
huidbescherming ([betrokkene 15]); tot de beginjaren "90" waren er
nauwelijks beschermingsmiddelen; voorman [betrokkene 11] reageerde niet
op specifieke klachten van een andere werknemer ([betrokkene 16]); pas
sedert ongeveer 1997 (twee jaar na zijn indiensttreding) waren er op de
afdeling electro oog- en oorbeschermers ([betrokkene 17]); thinner werd
gebruikt bij het draadsnijden van buizen en om deze olievrij te maken;
dat vond met de hand plaats waarbij de handen regelmatig met die stof
in aanraking kwamen, waarbij ze wit uitsloegen. Daarop werd niet
gereageerd; tot ver in de jaren 80 was er geen enkele wetenschap dat
dit kwaad kon. Bij het plaatsen van rookkappen was isolatiewol nodig.
Aanvankelijk kregen we bij de uitvoering van die werkzaamheden een
liter melk te drinken; later (tot begin jaren 80) kregen we een toeslag
om zelf melk te kopen. Op zeker moment werden wel mondkapjes ter
beschikking gesteld maar pas nadat er na 1985 een nieuwe productiechef
kwam gebeurde dat vaker ([betrokkene 18]).
3.3.2 Een aantal werknemers heeft verklaard (zonder dat nader toe te
lichten) dat de veiligheid in het bedrijf de "laatste jaren" sterk is
verbeterd, terwijl de kwaliteit van de beschermende hulpmiddelen is
toegenomen ([betrokkene 19], [betrokkene 13], [betrokkene 17]). Voorts
valt te wijzen op de klaarblijkelijk versluierende verklaring van
[betrokkene 20] en die van de projectmanager [betrokkene 11] dat er ten
behoeve van de maskers filters waren, waaraan wordt toegevoegd" Om
reden van het feit, dat maskers niet dagelijks gebruikt werden, was
niet altijd duidelijk of een filter nu wel of niet nieuw was. Om die
reden werden deze op een bepaald moment in het magazijn opgeslagen en
kon men ze daar op te halen (...) Er stond de medewerkers niets in de
weg om bij het werken met gevaarlijke stoffen gebruik te maken van
hulpmiddelen". Ook deze verklaringen zijn niet aanstonds behulpzaam
voor Rendamax. Het allerminste wat hieruit blijkt is dat het schortte
aan adequaat toezicht en behoorlijke instructies.(5) Volgens
[betrokkene 11] zou Rendamax hebben geweten dat "[verweerder] (..)
"nergens vies van was"" wat zij klaarblijkelijk in dank heeft aanvaard.
3.4 Bij akte in appèl heeft [verweerder] nog verklaringen van een
aantal werknemers (ten dele de onder 3.3 genoemde) waarin een nog
minder rooskleurig beeld wordt geschetst van de werkomstandigheden.
3.5 Is inmiddels lering getrokken uit het verleden? Helaas wijst niets
daarop, zeker niet alleen trouwens in werkgeversland. De trein der
ongeïnteresseerdheid raast met volle vaart door naar het volgende
rampenstation.
3.6 Rendamax heeft iedere verantwoordelijkheid verre van zich geworpen.
De problemen zouden, indien al reëel, zijn ontstaan door konijnen,
duiven, het overlijden van [verweerder]s moeder, een verstoorde relatie
met zijn zus en niet te vergeten ruzie met de buren.(6) M.i. niet
geheel zonder grond trekt mr Duk een parallel met Van Vierssen Trips
Gelaarsde kat (s.t. onder 1).
3.7.1 De geëerde steller van de s.t. voor Rendamax wijst er nog op dat
de diagnose CTE slechts in een klein aantal gevallen wordt gesteld
(onder 12). Zij trekt daaruit, als ik het goed zie, de conclusie dat
dit in casu dus wel erg voorbarig was. Dat kan juist zijn, al is dat
een louter feitelijke kwestie waaraan Uw Raad in het wettelijk stelsel
geen bijdrage kan leveren. Ik veroorloof me de kanttekening dat ook een
andere conclusie uit dezelfde feiten zou kunnen worden getrokken.
Eenmaal aangenomen, zoals het Hof doet, dat sprake was van een
relevante blootstelling aan voor de gezondheid hoogst schadelijke
stoffen, lijkt het erop dat het vooral de nog onvoldoende
voortgeschreden medische wetenschap is die tot gevolg heeft dat
werknemers die het lot hebben getroffen in de kou blijven staan. In die
benadering (die, in mijn ogen, zeker niet minder plausibel is dan die
van Rendamax) zijn het veeleer de werknemers en niet de werkgevers die
reden hebben tot bekommernis.
3.7.2 Het gaat hier om een meer algemeen probleem waarmee de
samenleving (onder meer werkgevers, werknemers, producenten,
verzekeraars en de rechter) de komende decennia ongetwijfeld nog veel
te stellen zullen krijgen.(7) Dat zou anders (kunnen) zijn wanneer op
een verantwoordelijker wijze met gevaarlijke stoffen, werkwijzen en
processen zou worden omgegaan. Maar dat lijkt een utopie.
3.8 De rode draad door het verweer van Rendamax is, zoals ook haar s.t.
uitvoerig uiteenzet, dat CTE een complex fenomeen is. Uit de stukken
blijkt dat dit op zich volkomen juist is. Maar Rendamax zet de zaken
misschien toch een beetje op hun kop door alle onzekerheden als
vanzelfsprekend op de werknemer af te willen wentelen, zelfs in een
situatie waarin - naar het Hof heeft aangenomen - sprake was van een
langdurige en relevante blootstelling aan voor de gezondheid
gevaarlijke stoffen, terwijl Rendamax (ernstig) tekort is geschoten in
het treffen van adequate maatregelen ter bescherming tegen deze
blootstelling. Uit het bestreden arrest blijkt dat het Hof het dossier
zeer zorgvuldig heeft bestudeerd. Het is in mijn ogen adequaat en
uitvoerig op de kernverweren ingegaan. Meer kan van een rechter m.i.
moeilijk worden gevergd. Ik werk dat verder uit bij de behandeling van
de klachten. (....) LJN BG5859