Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Den Bosch 240205 werken met oplosmiddelen, OPS? Deskundigenbericht noodzakelijk

Rb Den Bosch 24-02-05 werken met oplosmiddelen, OPS? Deskundigenbericht noodzakelijk
3.1. Als enerzijds gesteld en anderzijds niet, dan wel onvoldoende gemotiveerd weersproken, alsmede op grond van de in het geding gebrachte producties, voor zover de inhoud daarvan niet is weersproken, staat tussen partijen onder meer het navolgende vast.
[eiser], geboren op [1945], is van 1975 tot 1997 bij [gedaagde] werkzaam geweest. Van 1975 tot 1987 was hij hoofd van de afdeling. In 1987 heeft [eiser] zijn taken als leidinggevende beëindigd. Op 4 maart 1997 is [eiser] volledig arbeidsongeschikt geworden. Hij is ingedeeld in de arbeidsongeschiktheidsklasse van 80-100%.
Tijdens zijn dienstverband bij [gedaagde] heeft [eiser], onder meer, gedurende ongeveer 20 jaar veelvuldig verfspuitwerkzaamheden verricht en heeft hij veelvuldig gewerkt met thinner en andere oplosmiddelen.

3.2. In het onderhavige geval ligt het op de weg van [eiser] om te stellen en zonodig te bewijzen dat hij schade heeft geleden in de uitoefening van zijn werkzaamheden voor [gedaagde], ofwel dat zijn medische klachten het gevolg zijn van het werken met verf en oplosmiddelen bij [gedaagde]. Het is aan [gedaagde] om te bewijzen dat zij aan haar zorgplicht jegens [eiser] heeft voldaan.
Aan de stelplicht van [eiser] en het door hem te leveren bewijs moeten evenwel geen hoge eisen gesteld worden.
Zoals overwogen staat vast dat [eiser] tijdens zijn dienstverband bij [gedaagde] gedurende ongeveer 20 jaar veelvuldig verfspuitwerkzaamheden heeft verricht en veelvuldig heeft gewerkt met thinner en andere oplosmiddelen. Voorts blijkt uit de zijdens [eiser] overgelegde stukken afdoende dat hij (in ieder geval) sinds 1997 lijdt aan (medische) klachten, welke hebben geleid tot zijn arbeidsongeschiktheid en dat deze klachten mogelijk samenhangen met het werken met oplosmiddelen.
Indien vaststaat dat [eiser] schade aan zijn gezondheid heeft opgelopen die onomstotelijk althans (zeer) waarschijnlijk verband houdt met het werken met verf en oplosmiddelen en het mogelijk is dat deze schade als gevolg van de door hem bij [gedaagde] verrichte werkzaamheden is ontstaan, moet het oorzakelijk verband tussen die schade en het werk bij [gedaagde] worden aangenomen, tenzij [gedaagde] bewijst dat zij de maatregelen heeft genomen die redelijkerwijs nodig zijn om te voorkomen dat [eiser] in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade zou lijden.


3.3. Op grond van de overgelegde stukken staat evenwel niet onomstotelijk vast en is niet zonder meer (zeer) waarschijnlijk dat [eiser] lijdt aan OPS, althans dat zijn klachten herleidbaar zijn op het werken met oplosmiddelen dan wel neurotoxische stoffen. Dr. Ph. Scheltens, neuroloog, concludeert in zijn brief van 10 augustus 1998 (prod. 2 bij dagvaarding) dat hem de diagnose toxische encephalopathie klasse 2a gerechtvaardigd lijkt. Voorts blijkt uit de overgelegde stukken (onder andere het klinisch psychologisch rapport d.d. 18 juni 1997, produktie 7 bij conclusie van antwoord) dat [eiser] een reeks van traumatische gebeurtenissen in zijn leven heeft meegemaakt en dat het bestaan van een posttraumatische stressstoornis bij hem, welke tot een soortgelijk ziektebeeld kan leiden, mogelijk is, althans niet kan worden uitgesloten.

3.4. Nadere voorlichting door deskundigen ten aanzien van de vraag of de medische klachten van [eiser] kunnen of moeten worden geweten aan het werken met oplosmiddelen, is daarom nodig. Terecht wijst [gedaagde] er onder meer op dat daarbij de inclusie- en exclusiecriteria zoals vermeld in het Protocol voor de Diagnostiek van OPS in aanmerking dienen te worden genomen.
De kantonrechter zal een deskundigenbericht gelasten. Partijen zijn het met elkaar eens dat het noodzakelijk is drie deskundigen te benoemen, namelijk een neuroloog, een neuro-psycholoog en een psychiater. Zij verschillen van mening ten aanzien van de te benoemen personen. Ten aanzien van de aan de deskundigen voor te leggen vragen stemmen zij grotendeels overeen, doch verschillen zij op enkele punten van mening. Dienaangaande wordt het volgende overwogen. (zie verder onder deskundigenbericht/expertise)
LJN AZ8677