Hof A.dam 251007 legionella westfriese Flora, claim tov Staat & Flora af- en standhouders toegeweze
- Meer over dit onderwerp:
Hof A.dam 251007 legionellabesmetting Westfriese Flora, vorderingen tegen Staat & Flora afgewezen en standhouders toegewezen
2.1 Deze zaak gaat, kort gezegd, over de vraag of de Staat, Flora, [standhouder 1] en [standhouder 2] onrechtmatig hebben gehandeld tegenover bezoekers van de 66e Westfriese Flora, die tijdens hun bezoek besmet zijn geraakt met de legionella-bacterie.
Ten aanzien van [standhouder 1] en [standhouder 2] heeft de rechtbank die vraag bevestigend beantwoord. Jegens hen wees de rechtbank de subsidiaire vordering van Consumentenbond toe en verklaarde zij voor recht voor recht ‘dat zowel [standhouder 1] als [standhouder 2] onrechtmatig hebben gehandeld jegens personen van wie komt vast te staan dat zij als gevolg van een bezoek aan de 66e Westfriese Flora, die van 19 tot 28 februari 1999 te Bovenkarspel werd gehouden, besmet zijn geraakt met de legionella-bacterie’. De rechtbank veroordeelde [standhouder 1] en [standhouder 2] in de kosten van het geding. Ten aanzien van de Staat en Flora beantwoordde de rechtbank de vraag ontkennend en wees zij de vorderingen af, met veroordeling van Consumentenbond in de proceskosten. Tegen deze oordelen zijn [standhouder 2] (zaak met rolnummer 681/03), [standhouder 1] (zaak met rolnummer 1502/03), Consumentenbond (in de zaken met rolnummers 681/03, 797/03 en 1502/03, tegen de afwijzing van de primaire vordering), Flora (in de zaak met rolnummer 797/03, tegen de ontvankelijkheid van Consumentenbond) in (principaal of incidenteel) hoger beroep gekomen. etc. LJN BB6504
2.1 Deze zaak gaat, kort gezegd, over de vraag of de Staat, Flora, [standhouder 1] en [standhouder 2] onrechtmatig hebben gehandeld tegenover bezoekers van de 66e Westfriese Flora, die tijdens hun bezoek besmet zijn geraakt met de legionella-bacterie.
Ten aanzien van [standhouder 1] en [standhouder 2] heeft de rechtbank die vraag bevestigend beantwoord. Jegens hen wees de rechtbank de subsidiaire vordering van Consumentenbond toe en verklaarde zij voor recht voor recht ‘dat zowel [standhouder 1] als [standhouder 2] onrechtmatig hebben gehandeld jegens personen van wie komt vast te staan dat zij als gevolg van een bezoek aan de 66e Westfriese Flora, die van 19 tot 28 februari 1999 te Bovenkarspel werd gehouden, besmet zijn geraakt met de legionella-bacterie’. De rechtbank veroordeelde [standhouder 1] en [standhouder 2] in de kosten van het geding. Ten aanzien van de Staat en Flora beantwoordde de rechtbank de vraag ontkennend en wees zij de vorderingen af, met veroordeling van Consumentenbond in de proceskosten. Tegen deze oordelen zijn [standhouder 2] (zaak met rolnummer 681/03), [standhouder 1] (zaak met rolnummer 1502/03), Consumentenbond (in de zaken met rolnummers 681/03, 797/03 en 1502/03, tegen de afwijzing van de primaire vordering), Flora (in de zaak met rolnummer 797/03, tegen de ontvankelijkheid van Consumentenbond) in (principaal of incidenteel) hoger beroep gekomen. etc. LJN BB6504