Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Den Haag 081216 val zevenjarige van 'stepping stones' tijdens naschoolse opvang op schoolplein; valdempende ondergrond niet noodzakelijk, geen aansprakelijkheid ogv 6:174 BW

Rb Den Haag 081216 val zevenjarige van 'stepping stones' tijdens naschoolse opvang op schoolplein; valdempende ondergrond niet noodzakelijk, geen aansprakelijkheid ogv 6:174 BW;
- geen onrechtmatig nalaten tzv toezicht; basisschool en/of kinderopvangorganisatie niet aansprakelijk
;
- kosten gevorderd en begroot obv 14 uur x 245, totaal 4.150,30 

2 De feiten
2.1.
Lucas Onderwijs is het bevoegd gezag van diverse scholen voor basisonderwijs, voortgezet onderwijs en speciaal onderwijs in de regio Den Haag. Basisschool De Toermalijn (hierna: De Toermalijn) wordt door Lucas Onderwijs in stand gehouden. Amlin is de aansprakelijkheidsverzekeraar van Lucas Onderwijs.

2.2. 
2 Samen is een kinderopvangorganisatie. Lucas Onderwijs en 2Samen hebben een huurovereenkomst en een samenwerkingsovereenkomst gesloten op grond waarvan 2Samen (locatie kindercentrum 2Hoek) een aantal lokalen in het schoolgebouw van De Toermalijn huurt en buitenschoolse opvang verzorgt, ook ten behoeve van leerlingen van basisscholen die niet door Lucas Onderwijs in stand worden gehouden. 2Samen maakt in dat verband ook gebruik van het schoolplein bij het schoolgebouw.

2.3.
[verzoekster] en 2Samen hebben een plaatsingsovereenkomst gesloten op grond waarvan [voornaam] naschoolse en vakantieopvang genoot in kindercentrum 2Hoek. [voornaam] is geen leerling van De Toermalijn.

2.4.
Lucas Onderwijs (De Toermalijn) heeft bij Hercules Speeltoestellen zogenoemde steppings stones gekocht, die op 17 december 2013 zijn geleverd en omstreeks één of enkele weken vóór 19 maart 2014 door hoveniersbedrijf Van der Spek op het schoolplein van De Toermalijn zijn geplaatst.

2.5.
De stepping stones zijn voorzien van een certificaat van keuring, gedateerd 20 november 2009. De stepping stones voldeden aan de toepasselijke NEN-normen NEN-EN 1176:2008 en NEN-EN 1177:2008.

2.6.
De stepping stones bestaan uit een achttal, genummerde, rubberen blokken, van 2 x 20, 2 x 30, 2 x 40 en 2 x 50 cm hoog. Zij zijn op het schoolplein van De Toermalijn iets lager, in hoogte variërend van 16-46 cm, en op verschillende afstand van elkaar geplaatst.

2.7.
Op 19 maart 2014 heeft [voornaam] tijdens de naschoolse opvang bij 2Samen gespeeld op de stepping stones op het schoolplein van De Toermalijn. Zij is bij de overgang van de steen met nummer 6 naar die met nummer 7 gevallen.

2.8.
[voornaam] is diezelfde dag opgenomen in het ziekenhuis. Blijkens de informatie van mevrouw G.W. Zijp, kinderchirurg, aan mr. Schoemaker van 21 mei 2015 is vastgesteld dat haar rechternier gescheurd was (een kleine scheur in de onderpool van de rechternier, graad II). Zij is opgenomen voor strikte bedrust en dagelijkse urinecontrole en verdere monitoring. Tevens kreeg zij pijnstilling. Op 24 maart 2014 werd een verbetering gezien op het echografisch beeld en op 26 maart 2014 kon zij in goede toestand worden ontslagen. Op 31 maart 2014 heeft eenmaal een poliklinische controle plaatsgevonden. Zij is ontslagen uit verdere controle. De kinderchirurg vermeldt: “Wij verwachten geen restafwijkingen”.

2.9.
De Toermalijn heeft na de val de stepping stones verwijderd van het schoolplein.

2.10.
[verzoekster] en [voornaam] zijn verhuisd en thans woonachtig te [woonplaats] .

3 Het geschil
3.1.
[verzoekster] verzoekt samengevat – voor recht te verklaren dat Lucas Onderwijs c.s. en 2Samen c.s. hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade die [voornaam] heeft geleden en zal lijden (de rechtbank leest: als gevolg van haar val op 19 maart 2014), zonder enige vorm van eigen schuld, verweersters te veroordelen in de buitengerechtelijke kosten van € 4.150,30 en in de proceskosten.

3.2.
[verzoekster] baseert de gestelde aansprakelijkheid op de artikelen 6:174, 6:162 BW en 6:74 BW. Samengevat heeft zij de volgende stellingen betrokken.
De Toermalijn is bezitter en bedrijfsmatige gebruiker van het schoolgebouw, het schoolplein en de speeltoestellen op het schoolplein. 2 Samen is mede bedrijfsmatige gebruiker van het schoolgebouw. Zij zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de gevolgen van de val van [voornaam] . Het schoolplein met de stepping stones was naar objectieve maatstaven geen veilige speelplaats. De kans dat een kind uitglijdt of mis springt is groot. Er hadden eenvoudig rubberen matten onder de stones geplaatst kunnen worden en ze hadden van zachter materiaal gemaakt moeten worden. De technische mogelijkheid om voldoende veiligheidsmaatregelen te nemen is goed uitvoerbaar, ook door minder hoge stepping stones te plaatsen of op minder grote afstand van elkaar. Het is niet waarschijnlijk, en dat kan van een kind van zeven ook niet worden verwacht, dat het een grote mate van voorzichtigheid en oplettendheid betracht bij het spelen op de stepping stones. Het kan ook door de hoogte- en afstandsverschillen gemakkelijk een vergissing maken in de inschatting van de afstanden tussen de stenen. Lucas Onderwijs en 2Samen hadden meer toezicht moeten houden of moeten voorkomen dat een jong kind van zeven op de stepping stones speelde. 2Samen heeft zorgeloos gehandeld door bij zo’n gevaarlijk speeltoestel als de stepping stones geen hulp te bieden in de vorm van een medewerker naast de stepping stones die bij een eventuele val hulp zou kunnen bieden. Van eigen schuld kan geen sprake zijn gezien de leeftijd van [voornaam] .

3.3.
Lucas Onderwijs c.s. en 2Samen c.s. voeren verweer.

3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4 De beoordeling
Behandeling in een deelgeschilprocedure 
4.1. Het onderhavige verzoek is gegrond op artikel 1019w Rv. Dat artikel biedt de persoon die een ander aansprakelijk houdt voor zijn letselschade de mogelijkheid, ook voordat de zaak ten principale aanhangig is, de rechter te verzoeken te beslissen over een geschil omtrent of in verband met een deel van hetgeen ter zake tussen hen rechtens geldt en waarvan de beëindiging kan bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst over de vordering in de hoofdzaak.

4.2.
Met partijen is de rechtbank van oordeel dat de beoordeling van het geschil tussen partijen betreffende de gestelde aansprakelijkheid van Lucas Onderwijs c.s. en 2Samen c.s. voor het letsel van [voornaam] zich leent voor een behandeling in een deelgeschilprocedure. De toedracht is niet tussen partijen in geschil. De rechtbank zal het verzoek derhalve inhoudelijk beoordelen.

Gebrekkige opstal?
4.3.
Lucas Onderwijs is de bezitter van het schoolgebouw en het schoolplein en daarmee van de stepping stones die op het plein zijn geplaatst. Niet in geschil is dat de stepping stones een (onderdeel van een) opstal in de zin van artikel 6:174 BW zijn. Lucas Onderwijs gebruikt het schoolgebouw en -plein zelf in het kader van de uitoefening van haar bedrijf. Na schooltijd exploiteert zij een gedeelte van het schoolgebouw door middel van verhuur aan 2Samen, die dat gedeelte dan in het kader van de uitoefening van haar bedrijf gebruikt. Het gebruik van het (gehele) schoolplein door 2Samen na schooltijd wordt in de verhuur begrepen geacht. Aangezien Lucas Onderwijs ten tijde van de val het schoolplein alleen aan 2Samen daadwerkelijk ter beschikking heeft gesteld, rust op grond van artikel 6:181 lid 2 BW in samenhang bezien met artikel 6:181 lid 1 BW uitsluitend op 2Samen de aansprakelijkheid uit artikel 6:174 lid 1 BW, tenzij het ontstaan van de schade niet met de uitoefening van het bedrijf in verband staat. De genoemde “tenzij-regel” mag niet te beperkt worden uitgelegd (HR 26 november 2010, LJN BM9757, NJ 2010/636 (DB opslaghal/Edco).

4.4. 
2 Samen is als huurder niet gerechtigd tot het aanbrengen van veranderingen aan de uitrusting, constructie en wijze van plaatsing van de speeltoestellen op het schoolplein. Voor zover [verzoekster] haar verzoek baseert op het ontbreken van een rubberen mat of de wijze van plaatsing van de stepping stones (hoogte en onderlinge afstand), althans anderszins op het nalaten veiligheidsmaatregelen te treffen die de uitrusting, constructie of plaatsing van de stepping stones betreffen, ontbreekt de vereiste causaliteit tussen het ontstaan van de schade en de uitoefening van het bedrijf van 2Samen. De aansprakelijkheid van Lucas Onderwijs als opstalbezitter herleeft in dat geval. De rechtbank verwerpt derhalve het verweer van Lucas Onderwijs en 2Samen dat uitsluitend 2Samen in dezen aansprakelijk kan worden gehouden op grond van artikel 6:174 BW.

4.5.
De vraag of de stepping stones een gebrek hebben waarvoor Lucas Onderwijs op grond van artikel 6:174 BW aansprakelijk is, dient te worden beoordeeld aan de hand van de maatstaven die zijn ontwikkeld in HR 17 december 2010, ECLI:NL:HR:2010:BN6236, NJ 2012/155 (Wilnis), rov. 4.4.3 (vgl. HR 4 april 2014, ECLI:NL:HR:2014:831, NJ 2014/368 (Reaal/Deventer)). Bij het antwoord op de vraag of de stepping stones voldoen aan de eisen die daaraan in de gegeven omstandigheden mogen worden gesteld, en dus niet gebrekkig zijn, komt het derhalve aan op de - naar objectieve maatstaven te beantwoorden - vraag of deze, gelet op het te verwachten gebruik of de bestemming daarvan, met het oog op voorkoming van gevaar voor personen en zaken deugdelijk is, waarbij ook van belang is hoe groot de kans op verwezenlijking van het gevaar is en welke onderhouds- en veiligheidsmaatregelen mogelijk en redelijkerwijs te vergen zijn (het arrest Wilnis, rov. 4.4.4). Deze maatstaven komen overeen met de ‘kelderluikcriteria’ (HR 5 november 1965, ECLI:NL:HR:1965:AB7079, NJ 1966/136 (Kelderluik) en HR 28 juni 2013, ECLI:NL:HR:2013:47, NJ 2013, 366).

4.6.
De rechtbank stelt voorop dat de toepasselijke NEN-normen eisen stellen aan onder meer de veiligheid van de stepping stones, waaronder eisen die strekken tot bescherming tegen vallen (EN 1176-1:2008), alsook eisen aan de omgeving van de stepping stones, onder meer om de kritische valhoogte te bepalen (EN 1177:2008). In die NEN-normen zijn blijkens de inleiding op die normen de kenmerken van kinderspel en de daaraan verbonden risico’s verdisconteerd met daarin een balans tussen enerzijds de kans voor kinderen om aanvaardbare risico’s aan te gaan als onderdeel van een stimulerende, uitdagende en gecontroleerde leeromgeving en anderzijds de noodzaak het kind te vrijwaren van ernstig letsel. Meer specifiek is ter zake in de inleiding opgemerkt: “Erkenning van de kenmerken van het kinderspel en de manier waarop kinderen zich ontwikkelen door te spelen op een speelplaats, houdt in dat kinderen moeten leren met risico’s om te gaan, en dat kan leiden tot builen, blauwe plekken en zelfs in uitzonderlijke gevallen een botbreuk. Deze norm heeft in de eerste plaats tot doel ongevallen te voorkomen die leiden tot blijvend letsel of overlijden, en in de tweede plaats ernstige gevolgen te verminderen als gevolg van ongevallen die zich onvermijdelijk zullen voordoen wanneer kinderen hun vaardigheden ontwikkelen, zowel op sociaal, mentaal als op lichamelijk gebied. (…)” Blijkens de toepasselijke NEN-normen is in het geval van speeltoestellen met een vrije valhoogte tot maximaal 60 cm, en die geen gedwongen beweging van het lichaam van de gebruiker veroorzaken, geen valdempende ondergrond vereist. Speeltoestellen met een gedwongen beweging, waarbij altijd een valdempende ondergrond aanwezig moet zijn die geschikt is voor een valhoogte van minimaal 100 cm zijn schommels, wippen, veertoestellen, draaitoestellen, kabelbanen en de uitloop van glijbanen. De genoemde eisen werden blijkens de overgelegde informatie van de website “allesoverspelen”, onderdeel van de website www.veiligheid.nl als acceptabel gezien omdat de europese normcommissie wilde vermijden dat overal speciaal bodemmateriaal moet worden aangebracht.

4.7.
Anders dan [verzoekster] kennelijk meent, vormen stepping stones geen speeltoestel dat een gedwongen beweging veroorzaakt. Niet het toestel veroorzaakt immers de beweging, maar de gebruiker zelf (op- of afstappen, overstappen of springen). Dat het lichaam moet bewegen bij het gebruikmaken van de stepping stones (meer in het bijzonder: bij de overgang van de ene steen naar de andere) is inherent aan een speeltoestel. Dit maakt echter niet dat sprake is van een gedwongen beweging, veroorzaakt door het toestel zelf. Ook uit de overgelegde productinformatie van de betrokken leveranciers blijkt dat een valdempende ondergrond niet noodzakelijk is.

4.8.
Een en ander brengt mee dat Lucas Onderwijs, noch op grond van de toepasselijke NEN-normen, noch ter voorkoming van gevaarzetting op grond van artikel 6:174 BW verplicht was tot het plaatsen van rubberen matten onder, althans rondom de steppingstones, zoals [verzoekster] heeft gesteld. Gelet hierop en nu [verzoekster] niet gesteld heeft, en ook niet gebleken is, dat de wijze van plaatsing van de stepping stones op het schoolplein niet voldeed aan de daarvoor geldende eisen volgens de NEN-normen en de fabrikant/leverancier, en zij verder geen feiten naar voren heeft gebracht die zouden kunnen meebrengen dat Lucas Onderwijs anderszins veiligheidsmaatregelen met betrekking tot de uitrusting, constructie of plaatsing van de stepping stones, had moeten treffen, faalt het beroep van [verzoekster] op artikel 6:174 BW.

Onrechtmatig handelen?
4.9.
Een andere vraag is of Lucas Onderwijs en 2Samen aansprakelijk zijn op grond van artikel 6:162 BW door na te laten toezicht te houden op het gebruikmaken van de stepping stones door [voornaam] op 19 maart 2014. Volgens [verzoekster] had er iemand naast de stepping stones moeten staan om een eventuele val van [voornaam] op te kunnen vangen.

4.10.
Met Lucas Onderwijs en 2Samen is de rechtbank van oordeel dat uitsluitend 2 Samen mogelijk aansprakelijk kan worden gehouden op grond van artikel 6:162 BW wegens tekortschietend toezicht. [voornaam] viel immers na schooltijd en op het moment waarop zij viel, was zij onder de verantwoordelijkheid van 2Samen op grond van de tussen [verzoekster] en 2Samen gesloten plaatsingsovereenkomst.

4.11.
Anders dan [verzoekster] heeft betoogd, brengt de omstandigheid dat kinderen bij het spelen op de stepping stones “in de vrije ruimte bewegen” niet mee dat in zijn algemeenheid sprake zou moeten zijn van toezicht zoals [verzoekster] heeft gesteld. De aan Lucas Onderwijs geleverde set van acht stepping stones worden blijkens de overgelegde productinformatie van de leverancier aanbevolen voor de leeftijd van vijf tot tachtig jaar. Uitgaande van een plaatsing conform de daarvoor geldende eisen, zoals op het schoolplein van De Toermalijn, mocht 2Samen ervan uitgaan dat kinderen vanaf vijf jaar in beginsel zelfstandig van de stepping stones op het schoolplein gebruik kunnen maken, zonder de aanwezigheid van een begeleider naast de stenen om een eventuele val op te kunnen vangen. Dit geldt derhalve ook voor [voornaam] , die ten tijde van de val zeven was. De stepping stones zijn juist bedoeld voor dergelijk zelfstandig gebruik. Hieraan doet niet af dat de stepping stones kunnen uitnodigen tot springen. Daargelaten dat de plaatsing van de stenen zodanig is dat kinderen vanaf vijf (gezien de lengte van hun benen) normaal gesproken niet zullen hoeven te “springen” van de ene naar de andere steen, maar kunnen “stappen”, wordt, zoals uit de toelichting op de NEN-normen blijkt, in de voor stepping stones geldende veiligheidsnormen rekening gehouden met het spelgedrag van kinderen, waaronder derhalve ook eventueel springen. De vergelijking van [verzoekster] met het gebruik van toestellen in een gymzaal gaat niet op. In een gymzaal is immers sprake van bewegingsonderwijs. Dit is nu juist niet het geval bij spelen op een schoolplein.

4.12.
Niet is voorts gesteld of gebleken dat [voornaam] leed aan zodanige fysieke of motorische beperkingen, dat 2Samen in haar geval, in afwijking van de hiervoor verwoorde algemene regel, specifiek toezicht zou hebben moeten houden op het gebruik van de stepping stones door haar.

4.13.
Daargelaten of 2Samen met het door [verzoekster] gewenste toezicht de val en het letsel van [voornaam] zou hebben kunnen voorkomen, stuit de gestelde aansprakelijkheid van 2Samen voor de gevolgen van het letsel op grond van onrechtmatige daad af op het vorenstaande. Voor zover [verzoekster] haar verzoek op artikel 6:74 BW baseert, stuit dit eveneens af op het vorenstaande.

Conclusie 
4.14. 
Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat de door [verzoekster] verzochte verklaring voor recht wordt afgewezen.

Kosten deel geschil 
4.15. 
Op grond van artikel 1019aa Rv dient de rechtbank de kosten bij de behandeling van het verzoek aan de zijde van de persoon die schade door dood of letsel lijdt te begroten, waarbij alle kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW in aanmerking dienen te worden genomen. Hierbij dient de dubbele redelijkheidstoets te worden gehanteerd; het dient redelijk te zijn dat de kosten zijn gemaakt en de hoogte van de kosten dienen eveneens redelijk te zijn.

4.16.
Uit de parlementaire geschiedenis volgt dat voor begroting van de kosten ook plaats is in geval van afwijzing van het verzoek. Dit is alleen anders indien de deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld. De rechtbank is van oordeel dat van deze laatste situatie in dit geval geen sprake is. [verzoekster] had het niet al op voorhand duidelijk moeten zijn dat het verzoek niet zou slagen. De rechtbank acht het dan ook redelijk dat met de onderhavige procedure kosten zijn gemaakt. Gelet hierop verstaat de rechtbank het verzoek van [verzoekster] tot veroordeling van Lucas Onderwijs en 2Samen in de buitengerechtelijke kosten als een verzoek om begroting van die kosten en zal de rechtbank tot begroting overgaan.

4.17.
[verzoekster] verzoekt met een beroep op voornoemd artikel 1019aa Rv vergoeding van zijn advocaatkosten. Mr. Schoemaker begroot deze kosten onder verwijzing naar facturen en urenspecificatie op een bedrag van € 4.150,30. Genoemd bedrag is opgebouwd uit 14 uur van € 245.

4.18.
De rechtbank is van oordeel dat de opgevoerde kosten voldoen aan de genoemde dubbele redelijkheidstoets. De kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 worden derhalve begroot op € 4.150,30.

4.19.
Nu de rechtbank de aansprakelijkheid van Lucas Onderwijs en 2Samen voor de gevolgen van het ongeval niet heeft vastgesteld, zal het verzoek te bepalen dat zij de kosten van dit deelgeschil dienen te voldoen, worden afgewezen. ECLI:NL:RBDHA:2016:15167