Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb M.burg 220910 val van fiets door door los aan paal wapperend stuk touw, gemeente niet aansprakelijk

Rb M.burg 220910 val van fiets door door los aan paal wapperend stuk touw, gemeente niet aansprakelijk
Voorts is in geschil of de gemeente jegens [eiseres] onrechtmatig heeft gehandeld. Vast staat dat [eiseres] op de ochtend na de weekmarkt door een loswapperend stuk touw, bevestigd aan een paal op het marktterrein, ten val is gekomen. [eiseres] houdt de gemeente aansprakelijk als organisator en toezichthouder van de weekmarkt. Ter comparitie is gebleken dat de marktmeester namens de gemeente toezicht houdt op onder meer het opruimen van de markt. Gelet hierop rust op de gemeente in beginsel een plicht ervoor te zorgen dat het marktterrein na afloop van de weekmarkt geen gevaarlijke situaties oplevert. Het geschil spitst zich toe op de vraag of deze zorgplicht van de gemeente zich ook uitstrekte tot het verwijderen of zekeren van het stuk touw waardoor [eiseres] ten val is gekomen. De rechtbank stelt voorop dat de aanwezigheid van grondankers waardoor touwen ter zekering van de marktkraam niet meer nodig zouden zijn, geen omstandigheid is die zonder meer tot de conclusie leidt dat de gemeente aan haar zorgplicht heeft voldaan.

Het enkele feit dat een loshangend stuk touw een ongeval kan veroorzaken, brengt niet met zich dat het niet verwijderen of niet zekeren van dit touw onrechtmatig moet worden geacht. Van onrechtmatig handelen kan eerst sprake zijn indien de gemeente ten onrechte heeft nagelaten de benodigde maatregelen te treffen om gevaar te voorkomen. De rechtbank overweegt ten aanzien hiervan als volgt. Niet gesteld of gebleken is dat de gemeente kennis had van de aanwezigheid van een loshangend stuk touw. Evenmin is gebleken dat de gemeente van de aanwezigheid van het touw op de hoogte had moeten zijn. Weliswaar houdt de marktmeester toezicht op het opruimen van de markt, maar aannemelijk is dat dit toezicht is gericht op het toegankelijk maken van het marktterrein als openbare weg. Marktmeester [M.M.] heeft immers ter comparitie verklaard dat hij erop let dat de straat schoon wordt achtergelaten en of de verkeersmaatregelen worden opgeheven. Gelet hierop heeft de gemeente zich redelijkerwijs op het standpunt kunnen stellen dat van een marktmeester niet kan worden verlangd dat hij na afloop van de markt iedere vierkante meter inspecteert op de aanwezigheid van (bijvoorbeeld) een loswapperend stuk touw. Dat geldt temeer nu de kans dat een lus aan het uiteinde van een loswapperend stuk touw achter de handrem van een passerende fietser blijft hangen waardoor deze ten val komt, als gering moet worden beschouwd. De gemeente heeft derhalve niet in strijd met haar zorgplicht gehandeld door het loshangende stuk touw niet te verwijderen of niet te zekeren, hoe eenvoudig dit op zichzelf ook mag zijn geweest. Het ongeval van [eiseres] is niet te wijten aan een nalaten van de gemeente dat als onrechtmatig dient te worden aangemerkt.

Gelet op het bovenstaande zal de rechtbank de vorderingen afwijzen en [eiseres] als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordelen. De kosten aan de zijde van de gemeente worden begroot op:
LJN BN9823