Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Oost-Brabant 170414 val van pluklorrie; kwekerij ziet af van bewijslevering mbt zorgplicht en bewuste roekeloosheid; aansprakelijk

Rb Oost-Brabant 170414 val van pluklorrie; kwekerij ziet af van bewijslevering mbt zorgplicht en bewuste roekeloosheid; aansprakelijk

vervolg op: rb-oost-brabant-130214-val-poolse-uitzendkracht-van-pluklorrie-ondanks-uitbesteding-wzh-is-kwekerij-in-beginsel-aansprakelijk

2 De verdere beoordeling
2.1.
Wat betreft het procesverloop geldt dat het vonnis van 13 februari 2014 een tussenvonnis is jegens Nesco en een eindvonnis jegens [de heer x], zodat in dit vonnis uitsluitend Nesco als gedaagde heeft te gelden.

2.2.
In de vrijwaringszaak (zaaknummer 2241984 en rolnummer CV EXPL 13-10249) is de dagvaarding in vrijwaring inmiddels uitgebracht. Gedaagde in vrijwaring, Superchamp Spólka Z Ograniczona Odpowiedzialnoscia, is in de vrijwaringszaak, na gevraagd en verkregen uitstel, in de gelegenheid gesteld om op 17 april 2014 een conclusie van antwoord in te dienen. Omdat in de hoofdzaak eindvonnis kan worden gewezen, wordt gezien het nog te verwachten tijdsverloop in de vrijwaringszaak in de hoofdzaak nu afzonderlijk vonnis gewezen.

2.3.
De kantonrechter blijft bij wat is overwogen en beslist in het tussenvonnis van 13 februari 2014. Zoals in dat vonnis is overwogen, is Nesco aansprakelijk voor de schade die [werkneemster] heeft geleden als gevolg van het bedrijfsongeval van 19 augustus 2011, tenzij vast staat dat Nesco haar zorgplicht jegens [werkneemster] is nagekomen of vast staat dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van [werkneemster]. In dat kader is Nesco in de gelegenheid gesteld om feiten en omstandigheden te bewijzen waaruit blijkt dat zij heeft voldaan aan haar zorgplicht of waaruit blijkt van opzet of bewuste roekeloosheid van [werkneemster].

2.4.
Nesco heeft afgezien van het leveren van bewijs. De enkele stellingen die Nesco in dit kader heeft aangevoerd, zoals vermeld in overweging 2.18. van het tussenvonnis van 13 februari 2014, kunnen niet tot het benodigde bewijs dienen. Dat brengt met zich mee dat Nesco aansprakelijk is voor de schade die [werkneemster] door het genoemde bedrijfsongeval heeft geleden en mogelijk in de toekomst nog zal lijden. De door [werkneemster] gevorderde verklaring voor recht dat Nesco op grond van artikel 7:658 lid 4 BW aansprakelijk is voor haar schade zal daarom worden uitgesproken. Nu deze primaire aansprakelijkheidsgrondslag is komen vast te staan, komt de kantonrechter niet toe aan beoordeling van de subsidiaire aansprakelijkheidsgrondslag van artikel 7:611 BW. In het verlengde van de uit te spreken verklaring voor recht zal Nesco, zoals gevorderd, worden veroordeeld tot vergoeding van de schade van [werkneemster] en zal deze zaak worden verwezen naar de schadestaatprocedure. Dat [werkneemster] als gevolg van het bedrijfsongeval schade heeft geleden, staat tussen partijen niet ter discussie, terwijl de omvang van de schade op dit moment nog onduidelijk is zodat begroting van de schade in dit vonnis niet mogelijk is.ECLI:NL:RBOBR:2014:1770