Rb Haarlem 200213 voortdurende schade bij gokverslaving; vanaf schadetoebrengende feit (toelating tot casino) ook bekendheid met de schade
- Meer over dit onderwerp:
Rb Haarlem 200213 voortdurende schade bij gokverslaving; vanaf schadetoebrengende feit (toelating tot casino) ook bekendheid met de schade
4. De beoordeling
4.1. Holland Casino heeft zich primair verweerd tegen de vordering van [eiser] met een beroep op verjaring. Volgens Holland Casino heeft het vermeende schadetoebrengende feit zich voorgedaan op 5 november 2002, terwijl [eiser] eerst op 14 april 2009 – dus meer dan vijf jaar later – zijn vordering heeft ingesteld.
4.2. [eiser] heeft daartegen aangevoerd dat de overeenkomst van 26 oktober 2001 geldig was tot 26 oktober 2006. Met inachtneming van de periode van vijf jaar, voorafgaand aan de datum van de aansprakelijkheidsstelling en aanzegging van rechtsmaatregelen op 14 april 2009, is Holland Casino in ieder geval aansprakelijk voor de schade die hij geleden heeft vanaf 14 april 2005, aldus [eiser].
4.3. Bij de beoordeling van het beroep op verjaring stelt de rechtbank voorop dat een rechtsvordering tot vergoeding van schade ingevolge artikel 3:310 lid 1 BW verjaart door verloop van vijf jaren na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de benadeelde zowel met de schade als met de daarvoor aansprakelijke persoon bekend is geworden. Tussen partijen is niet in geschil dat de verjaringstermijn van genoemd artikel een aanvang heeft genomen op 5 november 2002, toen [eiser] immers bekend was met de schade als gevolg van het hervatten van zijn gokgedrag bij Holland Casino en het hem tevens duidelijk was dat hij door Holland Casino weer werd toegelaten tot de casino’s. Volgens [eiser] is, hoewel hij eerst in 2009 zijn vordering heeft ingesteld, een deel van zijn vordering echter niet verjaard, omdat – zo begrijpt de rechtbank – door hem telkens opnieuw schade is geleden, doordat hij telkens weer de casino’s van Holland Casino kon bezoeken. Dit betoog wordt verworpen. [eiser] heeft zijn vordering gebaseerd op de stelling dat Holland Casino haar zorgplicht jegens hem heeft geschonden, doordat zij hem vanaf 5 november 2002 weer heeft toegelaten tot haar casino’s in plaats van hem de toegang tot 25 oktober 2006 te ontzeggen, zoals op 25 oktober 2001 was overeengekomen. Ook volgens [eiser] vond het schadetoebrengende feit dus plaats op 5 november 2002. Vanaf dat moment heeft [eiser], telkens als hij verloor in het casino, schade geleden. Vanaf dat moment moet [eiser] echter ook bekend worden geacht met de (mogelijkheid van) schade die hij zou leiden als hij het casino bezocht. Door [eiser] is niet gesteld dat sprake is van na 5 november 2002 opgetreden schadeposten, die op 5 november 2002 niet behoefden te worden verwacht (NJ 2003, 268). Dit leidt tot de slotsom dat de verjaringstermijn die op 5 november 2002 is gaan lopen op 5 november 2007 was verstreken, zodat Holland Casino terecht een beroep heeft gedaan op verjaring van de vordering en [eiser] in zijn vordering niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. LJN BZ4444