Overslaan en naar de inhoud gaan

RBMNE 160322 een telkens opnieuw startende verjaringstermijn vanwege onderhoudswzh aan machine

RBMNE 160322 regresvordering BAV na dodelijk ongeval met pennenbank; verjaard vanwege verweren leverancier tov verzekerd bedrijf
- geen telkens opnieuw startende verjaringstermijn vanwege onderhoudswzh aan machine

(Pennenbank: nl.wikipedia.org/wiki/Pennenbank)
2

Waar gaat het over?
Inleiding

2.1.
Op 4 januari 1996 heeft [gedaagde] aan [bedrijf] (hierna: [bedrijf] ) een zogenoemde dubbele pennenbank verkocht. Dit is een houtbewerkingsmachine. De dubbele pennenbank is aan [bedrijf] geleverd op 11 juli 1996.

2.2.
Op 18 juli 2016 heeft een arbeidsongeval plaatsgevonden bij [bedrijf] . Haar werknemer de heer [werknemer] is daarbij overleden. Hij was op het moment van het ongeval bezig met het bewerken van hout in de dubbele pennenbank en is daarin bekneld geraakt. De rechtbank zal dit hierna noemen: “het arbeidsongeval”.

2.3.
Op 5 augustus 2016 is [gedaagde] voor de schade aansprakelijk gesteld.

2.4.
Als AVB-verzekeraar (bedrijfsaansprakelijkheidsverzekeraar) van [bedrijf] heeft [eiseres] de schaderegeling op zich genomen. Zij heeft aan de nabestaanden van de heer [werknemer] € 311.000 uitgekeerd. [eiseres] is op grond van 7:962 BW gesubrogeerd in de rechten van [bedrijf] . [eiseres] stelt [gedaagde] in deze procedure aansprakelijk voor de schade omdat deze volgens haar is veroorzaakt door de levering van een – kort gezegd – onveilige dubbele pennenbank.

2.5.
[gedaagde] ontkent dat zij aansprakelijk is. Zij voert verschillende verweren, waarvan het verstrekkendste verweer is dat de vordering is verjaard.

3
Wat oordeelt de rechtbank
3.1.

De vordering van [eiseres] is verjaard.

3.2.
Artikel 3:310 lid 1 BW luidt als volgt:
“Een rechtsvordering tot vergoeding van schade of tot betaling van een bedongen boete verjaart door verloop van vijf jaren na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de benadeelde zowel met de schade of de opeisbaarheid van de boete als met de daarvoor aansprakelijke persoon bekend is geworden, en in ieder geval door verloop van twintig jaren na de gebeurtenis waardoor de schade is veroorzaakt of de boete opeisbaar is geworden”.

3.3.
[eiseres] stelt dat de schade is veroorzaakt doordat [gedaagde] - kort gezegd - een onveilige dubbele pennenbank aan [bedrijf] heeft geleverd. Dit betekent dat de termijn van 20 jaar voor een beroep op gebreken in de door [gedaagde] geleverde dubbele pennenbank en/of vergoeding van schade ten gevolge van de levering van een - naar huidige maatstaven - onvoldoende beveiligde dubbele pennenbank is gaan lopen op het moment van levering en het arbeidsongeval vond plaats op 18 juli 2016. Na de levering van de dubbele pennenbank was op het moment dat het arbeidsongeval plaatsvond al meer dan 20 jaar verstreken.

3.4.
[eiseres] wenst uit te gaan van een termijn van 5 jaar vanaf het moment dat schade aan de nabestaanden is uitgekeerd, om de door haar uitgekeerde schade te verhalen op [gedaagde] .

Daarbij ziet zij over het hoofd dat zij als gesubrogeerd verzekeraar ook de verweren die [gedaagde] tegen [bedrijf] kan voeren, tegen zich heeft te laten gelden. Als het arbeidsongeval heeft plaatsgevonden nadat mogelijke vorderingen van [bedrijf] op [gedaagde] al zijn verjaard, kunnen geen vorderingen op [gedaagde] meer ontstaan, ook niet die ter verhaal van na de verjaring ontstane schade.

3.5.
Verder stelt [eiseres] dat op [gedaagde] gedurende de jaren na levering een onderhoudsverplichting rustte (met een telkens opnieuw startende verjaringstermijn) en dat [gedaagde] daarin tekort is geschoten, zodat geen sprake is van verjaring.
[gedaagde] heeft - onder meer - onderbouwd gesteld dat aan de dubbele pennenbank slechts werkzaamheden (reparaties en onderhoud) werden verricht na opdracht van [bedrijf] . Daarbij was geen sprake van een (door)lopend onderhoudscontract en geen sprake van telkens opnieuw startende verjaringstermijnen na het verrichten van werkzaamheden aan de dubbele pennenbank.

De rechtbank overweegt het volgende. [eiseres] betoogt feitelijk dat de tekortkoming van [gedaagde] is gelegen in het gedurende 20 jaren niet aanbrengen van meer beveiliging aan de dubbele pennenbank. Vast staat dat de dubbele pennenbank na het ongeluk nog steeds wordt gebruikt, met dien verstande dat er een vasthoudknop-bediening is geplaatst. Daaruit volgt dat het schadeveroorzakende feit de levering van de – naar huidige maatstaven - onvoldoende beveiligde dubbele pennenbank in 1996 is. Van telkens opnieuw startende verjaringstermijnen in de periode na levering is daarom geen sprake.ECLI:NL:RBMNE:2022:1489