RBMNE 100925 geen letsel; eenzijdig ongeval, auto in sloot; schrikborrel niet geloofwaardig, belangrijkste bewijsmiddel niet ingediend
- Meer over dit onderwerp:
RBMNE 100925 geen letsel; eenzijdig ongeval, auto in sloot; schrikborrel niet geloofwaardig, belangrijkste bewijsmiddel niet ingediend
2De kern van de zaak
2.1.
[eiser] is met zijn leaseauto in de sloot beland. De auto was all risk verzekerd bij Univé. De auto is totall loss verklaard. Univé heeft met een beroep op een uitsluitingsclausule in de polisvoorwaarden de dekking geweigerd. Volgens Univé had [eiser] niet mogen rijden omdat hij alcohol had gedronken.
2.2.
[eiser] vordert van Univé, na een wijziging van eis, om de schade aan de auto te vergoeden aan zijn leasemaatschappij. Hij zegt dat hij in de sloot is beland omdat hij moest uitwijken en remmen voor een dier. Daarna heeft hij een “schrikborrel” gedronken.
2.3.
De rechtbank wijst de vordering van [eiser] af. Univé heeft zich terecht beroepen op de uitsluitingsclausule in de polisvoorwaarden. Zij heeft voldoende feiten en omstandigheden aangevoerd waaruit kan worden afgeleid dat [eiser] met drank op heeft gereden. Daartegenover heeft [eiser] geen consequente feiten en omstandigheden aangevoerd waaruit kan worden afgeleid dat hij na het ongeval een schrikborrel heeft gedronken. Bovendien heeft hij een cruciaal bewijsmiddel dat zijn versie van de toedracht zou kunnen ondersteunen niet ingebracht en hebben zijn advocaten niets toegelicht over de reden daarvan. Dat maakt zijn verhaal niet geloofwaardig.
3De beoordeling
[eiser] heeft na wijziging van eis een belang bij deze procedure
3.1.
[eiser] heeft in de dagvaarding van Univé gevorderd om de schade aan hem uit te betalen, maar hij heeft zijn recht op een schade-uitkering aan zijn leasemaatschappij overgedragen. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [eiser] zijn eis gewijzigd en gevorderd om de schade aan zijn leasemaatschappij uit te betalen. Hierop heeft Univé haar verweer dat [eiser] geen belang heeft bij deze procedure, niet langer gehandhaafd.
Vertrouwenskarakter verzekeringsovereenkomst
3.2.
Het gaat hier om de nakoming van een verzekeringsovereenkomst. De overeenkomst van verzekering wordt getypeerd door een bijzonder vertrouwenskarakter. De verzekeraar is zowel bij het sluiten van de verzekering als bij de behandeling van een schadeclaim in hoge mate afhankelijk van de door de verzekerde verschafte informatie, waarvan hij de juistheid niet altijd kan controleren. De verzekeraar moet er dan ook op kunnen vertrouwen dat de verzekerde juiste en volledige informatie verstrekt1.
Borrel of schrikborrel
3.3.
[eiser] vordert in deze procedure van Univé om dekking te verlenen voor de schade aan de auto van € 33.947 (het verschil tussen de cataloguswaarde van € 39.772 -/- de restwaarde van € 5.775) en vergoeding van de buitengerechtelijke kosten. Hij zegt dat hij met zijn leaseauto in de sloot is beland omdat hij moest uitwijken en remmen voor een dier. Daarna heeft hij een “schrikborrel” gedronken.
3.4.
Het gaat om een eenzijdig ongeval in de avond/nacht van donderdag 23 november 2023 op vrijdag 24 november 2023 in Bontepoort, een buurtschap tussen Bunschoten-Spakenburg en Nijkerk, in de polder Arkemheen. Na het ongeval zijn er twee politieagenten om 01.11 uur ter plaatse gekomen. Daarvan is om 02.46 een politierapport opgemaakt.2 Daarin staat:
“Melding van een auto te water aan de Bonte Poort Nijkerk (Polder). TP troffen wij BE en een auto in het water. Auto was een elektrische auto en maakte een raar zoemend geluid. Afstand genomen en sleep afgewacht. BE gaf aan dat hij dieren moest ontwijken en daardoor in de slip raakte. Loopt wel veel klein wild rond in de polder, los van het feit dat BE onder invloed reed is de reden van BE wel reëel.
BE blies een G/F. Rapps hebben hem niet zien rijden, hij kwam ook niet voor in het systeem. De 01 was drukdoende met een andere melding. Geen schade, Met deze info besloten om niet in te zetten, op art 8. Ook gezien de tijd die verstreken werd met het wachten op de sleep.”
3.5.
Over de toedracht is op het schadeformulier niet veel vermeld. Er is niet ingevuld dat [eiser] in de sloot is beland en niet dat hij moest uitwijken en remmen voor een dier. Op het schadeformulier is aangekruist dat er geen politie aanwezig is geweest en aangekruist dat [eiser] geen alcohol heeft gedronken.
3.6.
[eiser] heeft toegelicht dat hij geen Nederlands spreekt en dat zijn contactpersoon bij zijn garage (de heer [A] ) hem heeft geholpen met het invullen van het schadeformulier. Hij heeft hem de tijd en plaats van het ongeval gegeven, de locatie van het ongeval en zijn IBAN-nummer3. Op 26 januari 2024 heeft hij een mail van Univé gekregen dat het schadeformulier niet volledig was ingevuld4. De vraag “Had u op het moment van het ongeval drank, drugs of medicatie gebruikt? Ja/Nee.” was niet ingevuld. [eiser] heeft tijdens de mondelinge behandeling toegelicht dat de heer [A] de kruisjes op het formulier heeft gezet en dat hij na de mail van 26 januari 2024 naar [A] is gegaan en dat zij toen samen het schadeformulier verder hebben ingevuld. Hij voert aan dat hij toen niet heeft stilgestaan bij het feit dat de politie ter plaatse was geweest en dat hij dit moeten corrigeren op het eerder ingevulde formulier5.
Het beoordelingskader
3.7.
De verzekering die [eiser] had bij Univé biedt in beginsel dekking tegen schade zoals die zich heeft voorgedaan. Univé heeft een beroep op uitsluiting gedaan. Zij beroept zich op artikel 3 van de toepasselijke polisvoorwaarden. Daarin staat6:
“(…) Schade is niet verzekerd als:
(…) de bestuurder niet had mogen rijden. Bijvoorbeeld omdat hij:
(…) alcohol, medicijnen of drugs heeft gebruikt;”
3.8.
Hoofdregel is dat Univé de feiten en omstandigheden moet bewijzen die haar beroep op uitsluiting rechtvaardigen. De rechtbank volgt [eiser] niet dat het resultaat van de ademtest niet als bewijs mag worden gebruikt omdat de strafvorderlijke waarborgen bij de ademanalyse niet zijn nageleefd. Met Univé is de rechtbank van oordeel dat het mutatierapport van de politie civielrechtelijk vrije bewijskracht heeft. Tussen partijen is bovendien niet in geschil dát [eiser] heeft gedronken, in geschil is of dat vóór of ná het ongeval is geweest. Het is aan de rechtbank om op dit punt “de waarheid” vast te stellen, is het zo gegaan zoals Univé stelt of zoals [eiser] stelt. In het civiele recht is niet vereist dat een feit met absolute zekerheid komt vast te staan. In haar dissertatie heeft Ruth de Bock de volgende, zeer bruikbare bewijsmaatstaf geformuleerd:
“Een feit is voor de civiele rechter bewezen wanneer uit de beschikbare bewijsmiddelen redelijkerwijs kan worden afgeleid dat het feit zich heeft voorgedaan, en uit die bewijsmiddelen níet even goed kan worden afgeleid dat hetgeen de wederpartij met betrekking tot dat feit stelt, zich heeft voorgedaan, terwijl zich evenmin de situatie voordoet dat bewijsmateriaal dat redelijkerwijs verwacht mocht worden, ontbreekt.” 7
3.9.
Tegen deze achtergrond worden de standpunten van partijen besproken.
De toedracht volgens Univé
3.10.
Volgens Univé staat op basis van de blaastest door de politie vast dat [eiser] voorafgaand aan het ongeval teveel alcohol had gedronken zodat geen sprake is van verzekeringsdekking. Zij wijst erop dat [eiser] op het aanrijdingsformulier heeft ingevuld dat het ongeval om 1.00 uur was. De politie was om 1.11 uur ter plaatse. De blaastest gaf indicatie G/F aan, dat zijn zeven glazen alcohol. [eiser] moet dus wel vóór het ongeval teveel alcohol hebben gedronken.
De toedracht volgens [eiser]
3.11.
[eiser] stelt dat het ongeval rond 23.55 uur was. Omdat hij moest uitwijken voor een dier, is hij in de remmen gegaan. Daardoor is hij met de voorkant van de auto in de sloot beland. Hij is de eerste 15 tot 20 minuten in de auto blijven zitten. De auto had een stopcontact en hij was bang om bij het verlaten van de auto via het water geëlektrocuteerd te worden. Hij was in paniek. De auto maakte ook een vreemd geluid. Hij heeft vanuit de auto zijn baas en nog een andere medewerker van zijn baas gebeld maar zonder resultaat. Uiteindelijk is hij zelf uit de auto geklommen en weer terug het water in gegaan om zijn telefoon op te halen. Toen hij uit de auto was heeft hij een vriend gebeld (de heer [B] ). Die is naar hem toegekomen. [eiser] had hem gevraagd om droge kleding, maar deze kon hij zo snel niet vinden. Zijn vriend bedacht dat alcohol kon helpen tegen de kou en de schrik. [eiser] heeft vlak nadat zijn vriend was langsgekomen, rond 01:00 uur, de politie gebeld en die kwamen om 01.11 uur. Hij heeft toen voor de afname van de blaastest tegen de politie verteld dat hij alcohol had gehad.
3.12.
Voorafgaand aan de mondelinge behandeling heeft [eiser] twee verklaringen ingediend om aan te tonen dat hij de avond voorafgaand aan het ongeval niet onder invloed van alcohol was, één van zijn buurman (van zijn vorige huis) en één van een vriend die in de avond in een Marketfood/bakery werkte. Zij schrijven inderdaad dat [eiser] die avond een nuchtere indruk maakte, zonder overigens een tijdstip te noemen, maar uit die verklaringen volgt nog niet dat [eiser] pas na het ongeval alcohol heeft gedronken. De belangrijkste verklaring die zijn verhaal wel kan ondersteunen is die van zijn vriend [B] die volgens [eiser] hem op de plek van het ongeval whisky heeft gebracht. Die vriend heeft op 10 mei 2024 als volgt verklaard:
“On November 23/24, 2023 [eiser] called my around midnight telling me that he had an accident with his car and was wet. because the car was in the water after the accident.
I asked him what happened, of which he told me that he tried to avoid some animals that were on the road and because of that he ended up with the car in the water on the side of the road. [eiser (voornaam)] asked me to come to the scene of the accident to I bring him some dry clothes. because he was wet and it was very cold outside.
I wanted to help him. I did not find suitable clothes to bring them to him.
I then thought that an alcoholic drink would help him to resist the cold and shock caused by the accident.
I gave him a battle with alcohol from which he drunk while I was there. He was upset of what happened.
I left the scene of the accident quickly after because it was cold and very late and I had to get up very early the next morning.
This is my statement of what happened that night. which I support and sign.”
3.13.
Het is rond 1.00 uur als [B] arriveert betogen zijn advocaten in de spreekaantekeningen, maar tijdens de mondelinge behandeling heeft [eiser] toegelicht dat hij niet exact weet hoe laat zijn vriend er was en wanneer hij hem gebeld heeft. Hij denkt dat zijn vriend er misschien rond 10 over half 1 was. [eiser] heeft toegelicht dat zijn vriend ongeveer 1 km van de ongevalsplek woonde en op de fiets naar hem toe kwam en weer vertrok ongeveer 5 minuten voordat de politie kwam.
Voor de geloofwaardigheid van de versie van [eiser] over de toedracht is de tijdlijn van belang
3.14.
Voor de stelling dat [eiser] ná het ongeval een schrikborrel heeft gedronken komt het aan op hoe laat het ongeval was, hoe laat zijn vriend [B] gebeld is en hoe laat [B] bij [eiser] was.
3.15.
[eiser] heeft een belgeschiedenis met 112 overgelegd8. Daarop is te lezen dat er naar 112 is gebeld op vrijdag 24 november 2023 om 1.06 uur en dat dit telefoontje 8 minuten en 42 seconde duurde. Univé heeft erop gewezen dat niet te zien is van wie de telefoon is. Volgens [eiser] kan hij niet bewijzen dat het zijn telefoon is maar kan de politie dat wel. Hij heeft tijdens de mondelinge behandeling toegelicht dat toen hij de politie belde, tegen hem gezegd is dat er een politieauto zou komen en dat de verbinding toen verbroken werd. Hij heeft toegelicht dat hij de andere eerdere belgegevens van die avond (het telefoontje aan zijn baas, de medewerker van zijn baas en zijn voormalige buurman) niet kan terugvinden omdat hij problemen met zijn telefoon heeft. Over waarom hij de belgegevens van zijn vriend [B] niet heeft ingediend heeft hij toegelicht dat hij zijn vriend niet meer kan bereiken en dat het contact via Messenger verliep.
Er zijn een aantal inconsequenties in het verhaal van [eiser]
3.16.
Er zijn een aantal inconsequenties in het verhaal van [eiser] . Het invullen van de juiste tijd in cijfers heeft niets of weinig met een taalbarrière te maken en hij heeft geen verklaring gegeven waarom op het schadeformulier als tijd van het ongeval “01.00” uur (in plaats van “23.55” uur) is ingevuld.
3.17.
[eiser] heeft tijdens de mondelinge behandeling geen logische verklaring gegeven hoe het kan dat hij niet meer met de politie aan de telefoon was toen de agenten om 1.11 uur kwamen, terwijl op de print screen die hij heeft ingediend staat dat het gesprek met de politie om 1.06 uur was, ruim 8 minuten duurde dus tot na 1.14 uur heeft moeten duren.
3.18.
[eiser] heeft geen verklaring gegeven hoe het kan dat hij wel een print screen van zijn telefoongesprek met 112 heeft maar de eerdere belgegevens van die avond niet meer kan produceren omdat hij problemen met zijn telefoon heeft.
3.19.
[eiser] komt in een laat stadium met zijn verhaal over de schrikborrel. Daarmee lijkt hij er omheen te draaien. Univé heeft hem op 4 maart 2024 telefonisch geconfronteerd met het politierapport en toen heeft hij volgens Univé alcoholgebruik ontkend en slechts verteld dat er geen bloedproef was afgenomen. Op 6 maart 2024 heeft de eerste advocaat van [eiser] Univé geschreven dat zijn client alcoholgebruik ontkent. Hoewel in de brief van 20 maart 2024 van de huidige advocaat staat dat hij de feiten nog niet met [eiser] heeft kunnen afstemmen, komt dan bijna vier maanden na het ongeval voor het eerst de mogelijkheid van een eventuele schrikborrel in beeld. De advocaat schrijft dan dat niet kan worden uitgesloten dat de bestuurder na het ongeluk alcohol heeft genuttigd.
Belangrijkste bewijsmiddel niet ingediend,
3.20.
Van doorslaggevend belang is echter dat [eiser] het belangrijkste bewijsmiddel die de tijdlijn van zijn verhaal had kunnen ondersteunen niet heeft ingebracht: de belgegevens van het telefoongesprek met zijn vriend [B] . [eiser] heeft tijdens de mondelinge behandeling toegelicht dat hij geen contact meer met hem krijgt en dat het via Messenger ging. Als het zo gegaan is als [eiser] zegt, is het verschrikkelijk voor hem dat hij niet geloofd wordt, maar het kan niet zo zijn dat zonder enige toelichting het belangrijkste bewijsmiddel wordt achtergehouden. Ook als er een taalbarrière is dan hadden zijn advocaten moeten begrijpen dat dit bewijs cruciaal was om zijn verhaal over de tijdlijn en de toedracht te kunnen ondersteunen. Zij hadden op zijn minst moeten uitleggen waarom dit bewijs niet is ingebracht en wat zij eraan gedaan hebben om dit bewijs en/of de belgegevens uit Messenger te achterhalen.
Conclusie
3.21. De conclusie is dat Univé zich terecht heeft beroepen op de uitsluitingsclausule in de polisvoorwaarden. Zij heeft voldoende feiten en omstandigheden aangevoerd waaruit kan worden afgeleid dat [eiser] met drank op heeft gereden. Daartegenover heeft [eiser] geen consequente feiten en omstandigheden aangevoerd waaruit kan worden afgeleid dat hij na het ongeval een schrikborrel heeft gedronken. Bovendien heeft hij een cruciaal bewijsmiddel dat zijn versie van de toedracht zou kunnen ondersteunen niet ingebracht en hebben zijn advocaten niets toegelicht over de reden daarvan. Dat maakt zijn verhaal niet geloofwaardig. De vordering van [eiser] wordt daarom afgewezen. De nevenvorderingen delen hetzelfde lot. Rechtbank Midden-Nederland 10 september 2025, ECLI:NL:RBMNE:2025:4871