Overslaan en naar de inhoud gaan

RBNHO 190723 schending mededelingsplicht; verlaten plaats eenzijdig ongeval waardoor alcohol-onderzoek onmogelijk is gemaakt

RBNHO 190723 schending mededelingsplicht; verlaten plaats eenzijdig ongeval waardoor alcohol-onderzoek onmogelijk is gemaakt

2De feiten

2.1.

[eiseres] is de eigenaresse van een personenauto van het merk Audi A1.

2.2.

[eiseres] heeft voor deze auto een verzekering op grond van de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (WAM) en cascoverzekering afgesloten bij NH1816.

2.3.

Op 16 juli 2022 om circa 5:30 uur is [eiseres] met deze auto betrokken geraakt bij een eenzijdig ongeval waarbij zij met de auto tegen een lantaarnpaal en vervolgens tegen de pijler van een matrixbord is beland.

2.4.

Voorafgaand aan dit ongeval had [eiseres] de avond en nacht bij vrienden doorgebracht. Daarbij waren – onder meer – aanwezig: [betrokkene 1], [betrokkene 2] en [betrokkene 3].

2.5.

Ten tijde van het ongeval bestuurde [eiseres] de auto en zat [betrokkene 1] op de passagiersstoel voorin. [betrokkene 3] reed op datzelfde moment met zijn auto (een blauwe Renault) direct achter [eiseres] aan.

2.6.

Na het ongeval heeft [eiseres] de plaats van het ongeval verlaten door achterin de auto van [betrokkene 3] te stappen, die vervolgens is weggereden.

2.7.

Op dezelfde dag om 10:35 uur heeft [betrokkene 4] ten overstaan van de politie het volgende verklaard:
“Ik ben deze ochtend getuige geweest van een verkeersongeval op de N2.
(…)
Ik zag dat de auto die ook stopte, een grote, donkerblauwe Renault betrof. (…) Ik zag, dat de man van de blauwe Renault naar de bestuurster liep. Ik hoorde dat hij vroeg, hoe het met de dames ging. Ik dacht in eerste instantie, dat het gewoon een omstander was. Maar vervolgens hoorde ik hem zeggen: ‘Stap maar uit schat en stap maar bij mij in, dan weet niemand wie er gereden heeft’ of woorden van gelijke strekking. Hij zei dit tegen de bestuurster. Hieruit maakte ik op, dat hij de dames kende.
Ik zag dat de dames uitstapte en ik zag dat de bestuurders bloed op haar hoofd had. Ik hoorde de bijrijdster zeggen, dat haar been zeer deed. (…)
Ik zag dus dat ze uitstapten en dat ze beide, de rijbanen overstaken, naar de blauwe Renault. (…) Ik zag dat de man en de dames in de blauwe Renault stapten en dat ze vervolgens meteen wegreden.”

2.8.

Op zaterdag 16 juli 2022 om 12:36 uur plaatste de NOS het volgende bericht op nos.nl:

Audi botst frontaal op paal A2 bij Eindhoven, inzittenden spoorloos .
De politie is op zoek naar de inzittenden van een grijze Audi A1, die in de vroege ochtend frontaal botste op een paal naast de A2 bij Eindhoven. Op foto's is te zien dat de auto zich door de flinke klap deels om de paal heeft gevouwen en dat beide airbags zijn afgegaan. (…). Hulpdiensten rukten na het ongeluk massaal uit met onder meer een traumahelikopter, maar troffen vervolgens niemand aan in de auto. (…) De politie hoopt dat de inzittenden zelf en ook getuigen van het ongeval zich nog melden.”1

2.9.

Later op diezelfde dag is het ongeval (niet door [eiseres]) telefonisch gemeld bij de politie en daarbij is gezegd dat [eiseres] de auto bestuurde.

2.10.

[eiseres] heeft op 18 juli 2022 het ongeval telefonisch bij NH1816 gemeld.

2.11.

Op 20 juli 2022 heeft [eiseres] een schadeaangifteformulier ingevuld en aan NH1816 verzonden. Op dit formulier staat de volgende vraag vermeld:|
“Wie is naar uw mening aansprakelijk? Waarom meent u dat?”
[eiseres] heeft hierop als antwoord ingevuld:
“Ik raakte in een slip.”

2.12.

Op 5 augustus 2022 heeft expertisebureau Dekra Automotive de schade aan de auto begroot op € 14.745,00.

2.13.

[eiseres] heeft NH1816 onder verwijzing naar de polis verzocht en gesommeerd om tot uitkering van voornoemd schadebedrag over te gaan. NH1816 heeft geweigerd hieraan te voldoen.

2.14.

Bij brief van 1 september 2022 heeft Rijkswaterstaat NH1816 aansprakelijk gesteld voor de door haar als gevolg van het ongeval geleden schade.

3De vordering

3.1.

[eiseres] vordert dat de kantonrechter NH1816 veroordeelt tot betaling van € 14.745,00.

3.2.

Zij legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat NH1816 op grond van de tussen partijen gesloten verzekeringsovereenkomst gehouden is de door [eiseres] geleden schade te vergoeden en het schadebedrag aan haar uit te keren.

4Het verweer en de tegenvordering

4.1.

NH1816 voert verweer en vordert daarnaast bij wijze van tegenvordering dat de kantonrechter;
(i) verklaart voor recht dat [eiseres] de aansprakelijke persoon is voor de veroorzaking van het ongeval;
(ii) [eiseres] veroordeelt om aan NH1816 te vergoeden al hetgeen waartoe NH1816 vanwege de aanrijding tegenover Rijkswaterstaat gehouden is te vergoeden.

4.2.

[eiseres] voert verweer tegen de tegenvordering.

4.3.

Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover van belang, nader worden ingegaan.

5De beoordeling

de vordering

5.1.

Niet in geschil is dat cascoschade aan de auto als gevolg van een ongeval in beginsel onder de dekking van de bij NH1816 afgesloten polis valt.
NH1816 meent echter niet tot uitkering te zijn gehouden, omdat [eiseres], kort gezegd, haar uit de wet en uit de polisvoorwaarden voortvloeiende medewerkingsverplichting heeft geschonden en NH1816 hierdoor in haar belangen is geschaad. NH1816 beroept zich hierbij concreet op artikel 7:941 van het Burgerlijk Wetboek en artikel 5.9. van de Bijzondere Voorwaarden Cascoverzekering Motorrijtuigen en 5.2. rubriek A van de Bijzondere Voorwaarden Aansprakelijkheidsverzekering. Concreet verwijt NH1816 [eiseres] dat zij niet direct de politie en/ of de andere hulpdiensten heeft ingeschakeld of de komst daarvan ter plaatse heeft afgewacht, maar in plaats daarvan zonder achterlating van contactgegevens de plaats van het ongeval heeft verlaten om zich pas de volgende dag bij de politie te melden. Hiermee heeft [eiseres] de belangen van NH1816 als schadeverzekeraar geschaad, aldus NH1816.

5.2.

De kantonrechter is van oordeel dat dit verweer van NH1816 slaagt en overweegt hiertoe als volgt. Bij verkeersongevallen zoals het onderhavige is het gebruikelijk dat de direct betrokkenen (of eventuele omstanders) daarvan ten spoedigste melding doen bij de politie en/of de eventuele andere hulpdiensten en hun komst ter plaatse afwachten. Deze handelwijze ligt voor de hand om – indien nodig – ter plaatse de eerste noodzakelijke medische zorg te verkrijgen en om de verantwoordelijke autoriteiten in te lichten over de toedracht van het ongeval. Bij verkeersongevallen behoort voorts een onderzoek naar rijden onder invloed van drugs en/of alcohol tot de te verwachten mogelijkheden. Deze algemeen bekende gang van zaken dient ook de belangen van de verschillende bij verkeersongevallen indirect betrokken schadeverzekeraars (zoals NH1816) die met de afwikkeling van financiële schade zijn belast. Het afwachten van de komst van de hulpdiensten lag in dit geval te meer voor de hand nu uit de door de getuige [betrokkene 4] ten overstaan van de politie afgelegde verklaring blijkt dat zowel bij [eiseres] als bij [betrokkene 1] sprake was van letsel. De kantonrechter overweegt in dit verband dat deze verklaring al enkele uren na het ongeval is afgenomen, alsmede dat de getuigenverklaring consistent en gedetailleerd is. Voorts is van belang dat genoemde getuige als objectief kan worden beschouwd, nu gesteld noch gebleken is dat het hier om een bekende van de bij het ongeval betrokkenen gaat. Al met al heeft de kantonrechter geen aanleiding om de juistheid van deze verklaring te betwijfelen.

5.3.

De kantonrechter moet in deze zaak vaststellen dat [eiseres] in strijd met de gebruikelijke handelwijze de plaats van het ongeval heeft verlaten zonder haar identiteit en contactgegevens kenbaar te maken bij de politie. Voorts is gebleken dat één van de vrienden c.q. bekenden van [eiseres] op zijn vroegst op 16 juli 2022 om 16:22 uur – dus na een tijdsverloop van meer dan 12 uur – de politie van het ongeval kond heeft gedaan. Uit de door [eiseres] ingenomen stellingen blijkt dat zijzelf niet eerder dan 17 juli 2022 contact met de politie heeft opgenomen.

5.4.

Hierdoor is het niet mogelijk geweest om te onderzoeken of [eiseres] ten tijde van het ongeval onder invloed van alcohol e.d. verkeerde. De vraag of dit het geval was, is van wezenlijk belang voor NH1816, omdat de eventuele dekking van de als gevolg van het ongeval veroorzaakte schade hier in belangrijke mate mee samenhangt. Aldus zijn de redelijke belangen van NH1816 als schadeverzekeraar geschaad.

5.5.

De kantonrechter heeft kennisgenomen van de stellige ontkenning van [eiseres] dat zij onder invloed verkeerde en de schriftelijke verklaringen die deze ontkenning ondersteunen, maar dit alles is naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende om in deze zaak van doorslaggevend belang in het voordeel van [eiseres] te kunnen zijn. Feit is en blijft dat objectief en deskundig onderzoek door de handelwijze van [eiseres] achterwege is gebleven. [eiseres] heeft in dit geval de belangen van NH1816 niet geschonden door al dan niet dronken achter het stuur te zitten, maar door de objectieve beantwoording van de vraag óf dat zo was, onmogelijk te maken.

5.6.

Aldus heeft [eiseres] haar uit de wet en uit de polisvoorwaarden voortvloeiende medewerkingsverplichting jegens NH1816 geschonden en is NH1816 hierdoor in haar redelijke belangen geschaad. [eiseres] heeft er weliswaar nog gesteld dat zij aldus heeft gehandeld omdat zij in shock verkeerde, maar dat maakt het oordeel niet anders. NH1816 is niet gehouden de geleden schade te dekken en tot uitkering aan [eiseres] over te gaan.

5.7.

De vordering van [eiseres] ligt voor afwijzing gereed.

5.8.

De proceskosten komen voor rekening van [eiseres], omdat zij ongelijk krijgt. Volgens vaste rechtspraak levert een kostenveroordeling ook voor de nakosten een executoriale titel op. Een veroordeling tot betaling van de proceskosten omvat dus een veroordeling tot betaling van de nakosten. De kantonrechter zal daarom de door NH1816 gevorderde nakosten (die worden begroot op € 132,00 en, als betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, de explootkosten van betekening van het vonnis) niet afzonderlijk in de proceskostenveroordeling vermelden.

de tegenvordering

5.9.

De kantonrechter is van oordeel dat de vordering van NH1816 voor toewijzing gereed ligt als na te melden.

5.10.

Vast staat dat [eiseres] met haar auto tegen een matrixbord van Rijkswaterstaat aan is gereden. Hiermee heeft zij onrechtmatig jegens Rijkswaterstaat gehandeld. Op grond van artikel 6 lid 1 WAM kan Rijkswaterstaat zich ter verhaal van haar schade tot NH1816 wenden. Op grond van artikel 15 lid 1 van dezelfde wet kan NH1816 vervolgens verhaal halen bij [eiseres].

5.11.

De gevorderde verklaring voor recht ligt voor toewijzing gereed.

5.12.

NH1816 vordert daarnaast dat [eiseres] wordt veroordeeld om aan haar te vergoeden het bedrag waartoe NH1816 jegens Rijkswaterstaat gehouden zal worden te betalen. Omdat niet duidelijk is hoe de schade tussen Rijkswaterstaat en NH1816 zal worden afgewikkeld en welk bedrag hiermee is gemoeid, maar wel voorzienbaar is dat NH1816 enig bedrag aan Rijkswaterstaat zal moeten vergoeden, zal de kantonrechter deze vordering ambtshalve verwijzen naar de schadestaatprocedure.

5.13.

Het voorgaande leidt tot na te melden beslissing.

5.14.

De proceskosten komen voor rekening van [eiseres], omdat zij ongelijk krijgt. De vordering van NH1816 om aan de proceskostenveroordeling een betalingstermijn van 14 dagen te verbinden, wordt afgewezen bij gebrek aan belang. Vanwege de samenhang tussen de vordering en de tegenvordering zal de kantonrechter de proceskosten die zien op de tegenvordering begroten op nihil. ECLI:NL:RBNHO:2023:6718

1Audi botst frontaal op paal A2 bij Eindhoven, inzittenden spoorloos (nos.nl)