Overslaan en naar de inhoud gaan

Rijksoverheid 140520 Rapport Commissie Vergemakkelijking Schadeafhandeling Beroepsziekten (Heerts) beroepsziekteclaims: ‘Stof tot nadenken’

Rijksoverheid 140520 Rapport Commissie Vergemakkelijking Schadeafhandeling Beroepsziekten (Heerts) beroepsziekteclaims: ‘Stof tot nadenken’

Werknemers die ziek worden als gevolg van blootstelling aan gevaarlijke stoffen hebben belang bij een snelle tegemoetkoming, zonder ingewikkelde rechterlijke procedures. Dat concludeert de onderzoekscommissie onder leiding van Ton Heerts, die in opdracht van het kabinet onderzocht hoe de afhandeling beroepsziekteclaims kan worden vereenvoudigd. De commissie onderstreept daarnaast het belang van goede preventie. Rijksoverheid.nl en

het rapport www.commissievsab.nl/

met aanbevelingen:

Tegen de geschetste achtergrond beveelt de commissie het kabinet aan:

1 Introduceer een regeling die het mogelijk maakt mensen die door het werken met een gevaarlijke stof ernstig ziek zijn geworden een algemene tegemoetkoming toe te kennen

Werkenden en ex-werkenden die lijden aan een ziekte, die is ontstaan door de gevaarlijke stoffen waarmee zij werken of hebben gewerkt, verkrijgen op grond van deze regeling het recht op een (gefixeerde) financiële tegemoetkoming. Met de regeling ontstaat een korte en snelle route naar erkenning van een beroepsziekte.

De tegemoetkoming vormt een erkenning van het feit dat men door participatie aan het arbeidsproces ziek is geworden. De regeling kan zo een bijdrage leveren aan behoud of verbetering van de overgebleven levenskwaliteit, die door ziekte is ingeperkt.
Met een tegemoetkoming geeft de samenleving uitdrukking aan haar betrokkenheid bij het leed dat door het werken met gevaarlijke stoffen in het arbeidsproces is veroorzaakt. Met deze overweging sluit de commissie aan bij de beweegredenen van het kabinet om de tas3 (Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers 2014, red. LSA LM) in te voeren, die van toepassing is op asbestgerelateerde ziekten. Die beweegredenen zijn onverminderd geldig en van toepassing op een grotere groep van personen die lijden aan een ernstige beroepsziekte als gevolg van het werken met gevaarlijke stoffen.

De hoogte van de tegemoetkoming houdt geen verband met de feitelijke schade die een werkende door zijn ziekte lijdt. De commissie pleit voor een gefixeerde tegemoetkoming in de vorm van een eenmalig uit te keren vast normbedrag.
De hoogte van de tegemoetkoming dient naar de mening van de commissie aan te sluiten bij het bedrag dat in het kader van de tas wordt uitgekeerd.

Maatschappelijke erkenning in de vorm van de door de commissie geadviseerde tegemoetkoming moet snel, on-bureaucratisch en zonder hoge drempels verkregen kunnen worden. Dus zonder de obstakels die het aansprakelijkheidsrecht, vanuit de werkende bezien, in de praktijk opwerpt om compensatie te krijgen.

2 Laat het recht op een tegemoetkoming ontstaan wanneer het voorshands aannemelijk is dat een werkende aan een beroepsziekte lijdt
Voorwaarde voor toekenning van een tegemoetkoming aan een werkende vormt het oordeel van een aan te wijzen onafhankelijke arbeidsgeneeskundige organisatie, dat de aanvrager lijdt aan een beroepsziekte als gevolg van het werken met gevaarlijke stoffen.
Dat is het geval wanneer het voorshands aannemelijk is dat zijn gezondheidsklachten door blootstelling aan gevaarlijke stoffen op het werk zijn veroorzaakt.
Het antwoord op de vraag of het voorshands aannemelijk is dat de gezondheidsklachten van een aanvrager door blootstelling aan gevaarlijke stoffen op het werk zijn veroorzaakt, is gebaseerd op een beoordeling van:
• de aard van de aandoening en
• de blootstellingsgeschiedenis van de aanvrager, dat wil zeggen het risico dat aanvrager tijdens zijn of haar arbeidsverleden is blootgesteld aan stoffen in een mate die volgens de gangbare wetenschappelijke inzichten oorzakelijk verband houdt met de gediagnosticeerde aandoening.

De beoordeling wordt uitgevoerd door een multidisciplinair panel van medisch specialisten en arbeidshygiënisten dat door de onafhankelijke arbeidsgeneeskundige organisatie per geval samengesteld wordt uit een netwerk van erkende deskundigen.
De commissie is van oordeel dat erkenning van het feit dat sprake is van een beroepsziekte in de vorm van een gefixeerde tegemoetkoming los moet staan van de vraag of de werkgever voor de beroepsziekte aansprakelijk is, of aansprakelijk gesteld kan worden. Voor deze erkenning hoeven slachtoffers de belastende confrontatie met de werkgever niet aan te gaan.
Een tegemoetkoming wordt alleen verstrekt wanneer de ziekte is terug te voeren op het werk. Een aanvrager dient daarom naar vermogen aannemelijk te maken, dat hij of zij tijdens de uitoefening van zijn of haar werkzaamheden is blootgesteld aan een of meerdere gevaarlijke stoffen. Ten behoeve van de onafhankelijke beoordeling verschaft de aanvrager inzicht in het arbeidsverleden en legt hij bij aanvraag het nodige bewijsmateriaal voor.
Werkgevers en/of opdrachtgevers dienen op verzoek van het zo juist genoemde multidisciplinair samengestelde arbeidsgeneeskundige panel de informatie te verstrekken die nodig is om een zo duidelijk mogelijk beeld van de blootstellingsgeschiedenis van de aanvrager te kunnen krijgen. De commissie adviseert hiervoor de juridische basis te leggen in de relevante wet- en regelgeving.
Het arbeidsgeneeskundige panel van deskundigen brengt over haar bevindingen advies uit aan een op te richten fonds (zie hieronder). De tegemoetkoming wordt verstrekt wanneer daartoe door het arbeidsgeneeskundige panel positief is geadviseerd.

3 Wijs de in hoofdstuk twee genoemde onafhankelijke arbeidsgeneeskundige organisatie aan als instelling, die per geval een deskundig panel samenstelt dat advies uitbrengt over de vraag of het voorshands aannemelijk is dat een aanvrager lijdt aan een beroepsziekte

De in hoofdstuk twee aanbevolen onafhankelijke arbeidsgeneeskundige organisatie is in staat de expertise bijeen te brengen om snel, efficiënt en wetenschappelijk verantwoord te kunnen adviseren. De organisatie verenigt de meest vooraanstaande deskundigen op het terrein van de beroepsziekten die een oorzaak hebben in de blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Door de in hoofdstuk twee aanbevolen verankering van de organisatie in academische structuren wordt gegarandeerd dat het oordeel van het panel voldoet aan de meest recente wetenschappelijke inzichten.

4 Beperk het bereik van de regeling tot stoffen en beroepsziekten die deel uit maken van een vooraf vastgestelde lijst
Toekenning van een tegemoetkoming dient op zo objectief mogelijke gronden te geschieden. Uitgangspunt voor de toekenning vormt een arbeidsgeneeskundige beoordeling door een multidisciplinair samengesteld team, waarbij medisch diagnostisch onderzoek gecombineerd wordt met blootstellingsonderzoek. De beoordeling van het verband tussen gezondheidsklachten van de aanvrager en diens blootstellingsgeschiedenis dient gebaseerd te zijn op vooraf vastgestelde objectieve wetenschappelijke methoden. Het is aan de wetenschap deze methoden vast te stellen en aan te passen wanneer nieuwe inzichten daartoe aanleiding geven.4
Ook de vraag wanneer het voorshands aannemelijk is dat de gezondheidsklachten door blootstelling aan gevaarlijke stoffen zijn veroorzaakt, dient beantwoord te worden aan de hand van vooraf vastgestelde, wetenschappelijke (medische, epidemiologische en etiologische) criteria.
De commissie beveelt aan een lijst met stoffen-gerelateerde ziekten vast te stellen, waarvan de aannemelijkheidscriteria en de diagnostische methoden zijn vastgesteld door de in hoofdstuk twee genoemde onafhankelijke arbeidsgeneeskundige organisatie.
Een vooraf vastgestelde lijst van beroepsziekten creëert transparantie over het recht op een tegemoetkoming. Zo ontstaat helderheid voor werkenden en ex-werkenden met een ziekte over wie in aanmerking kan komen voor een tegemoetkoming en wordt voorkomen dat mensen teleurgesteld worden. Transparantie vooraf draagt bovendien bij aan een efficiënte uitvoering van de regeling.
Vaststelling van de lijst moet geschieden door de overheid na toetsing door en op voordracht van een deskundige instelling. De lijst dient geregeld te worden geëvalueerd in het licht van nieuwe wetenschappelijke inzichten en de lijst moet worden aangepast als zich nieuwe risico’s voordoen, die uitbreiding van de lijst rechtvaardigen.
Bij het vaststellen van ziekten die aanleiding geven voor toekenning van een tegemoetkoming is de ernst van de ziekte volgens de commissie van belang. Niet alle aandoeningen die het gevolg zijn van het werken met gevaarlijke stoffen hebben een even grote impact op gezondheid en welzijn.

5 Richt een “Fonds Beroepsziekten als gevolg van het werken met gevaarlijke stoffen” op
De commissie adviseert voor de uitvoering en financiering van de tegemoetkomingsregeling een fonds in het leven te roepen. Snelle, rechtvaardige en efficiënte behandeling van aanvragen is van belang. Met het oog
daarop dient het fonds belast te worden met de volgende taken:
• Het fonds neemt aanvragen in ontvangst en is verantwoordelijk voor de intake van aanvragen;
• Het fonds doet een eerste beoordeling en selectie van aanvragen;
• Het fonds verstrekt opdracht voor een arbeidsgeneeskundige beoordeling door een per geval samengesteld panel van deskundigen;
• Het fonds neemt een beslissing over toekenning van een tegemoetkoming na advies van het panel van deskundigen;
• Het fonds keert toegekende tegemoetkomingen uit.

De commissie adviseert het fonds te financieren uit de werkgeverpremies voor de socialezekerheidsregelingen en uit middelen van de overheid. De permanente financiering van tegemoetkomingen aan zelfstandigen zonder personeel met een beroepsziekte dient eegenomen te worden in de herziening van het fiscale regime van deze groep werkenden. De inzet van publiek geld is volgens de commissie gerechtvaardigd waar het fonds een voorziening is om slachtoffers van een beroepsziekte te erkennen en tegemoet te komen die geen arbeidsorganisatie aansprakelijk kunnen stellen.
Zo komt bovendien de maatschappelijke betrokkenheid bij de slachtoffers van een beroepsziekte tot uitdrukking.
De omvang van het fonds is afhankelijk van een aantal keuzes die bij de nadere vormgeving van het fonds op politiek niveau gemaakt moeten worden. Voor de dekking van de tegemoetkomingen aan werknemers en ex-werknemers meent de commissie dat volstaan kan worden met een opslag van 0,1% op de premies voor werkloosheid en arbeidsongeschiktheid.
In lijn met de taken en de financiering dient het fonds naar mening van de commissie een publiek karakter te hebben.

6 Laat alle werkenden onder de regeling vallen

De commissie is van oordeel dat erkenning van een beroepsziekte niet afhankelijk mag zijn van de aard van de arbeidsrelatie. Een tegemoetkoming moet daarom open staan voor alle werkenden en voormalig werkenden die getroffen worden door een beroepsziekte als gevolg van het werken met gevaarlijke stoffen.
Een algemene tegemoetkomingsregeling moet voor werkenden en ex-werkenden de mogelijkheid van erkenning creëren die de ingewikkelde, lange en belastende weg van het aansprakelijk stellen van de werkgever niet kunnen of willen bewandelen. In tegenstelling tot het aansprakelijkheidsrecht biedt de tegemoetkomingsregeling dus ook een zekere erkenning aan getroffenen met niet-verhaalbare vorderingen, slachtoffers waarvan de werkgever onvindbaar of failliet is of van wie de vorderingen inmiddels verjaard zijn. De commissie komt hiermee tegemoet aan de taakopdracht zoals die in de toelichting bij artikel 3 van de Instellingsregeling is geformuleerd.

7 Benadruk de primaire verantwoordelijkheid van werkgevers voor gezonde en veilige arbeidsomstandigheden
Met de introductie van een algemene, gefixeerde tegemoetkoming neemt de samenleving een zekere verantwoordelijkheid voor erkenning van het leed dat bij werkenden en ex-werkenden door de uitoefening van hun beroep is ontstaan.

Aan de verantwoordelijkheid van de werkgever voor gezonde en veilige arbeidsomstandigheden doet introductie van een algemene tegemoetkoming uiteraard niets af. Werkgevers blijven verantwoordelijk voor gezonde en veilige arbeidsomstandigheden. Werknemers die menen door een beroepsziekte getroffen te zijn kunnen de werkgever ook aansprakelijk stellen wanneer ze een tegemoetkoming in het kader van de voorgestelde regeling hebben ontvangen.
De door de commissie voorgestelde tegemoetkoming beoogt slechts, ook in financiële zin, tot uitdrukking te brengen dat het voorshands aannemelijk is dat de aanvrager is getroffen door een beroepsziekte. Van schadevergoeding is geen sprake. Daarvoor zal de getroffene nog altijd de route van het aansprakelijkheidsrecht moeten bewandelen.

Introductie van een algemene tegemoetkoming laat het aansprakelijkheidsrecht dus ongemoeid. Erkenning via de te introduceren regeling zegt uiteraard niets over de aansprakelijkheid van een werk- of opdrachtgever.

8 Introduceer een passende boete voor werkgevers en opdrachtgevers die hun zorgplicht niet nakomen
De verantwoordelijkheid van de werk- of opdrachtgever dient ook tot uitdrukking te komen in een helder en krachtig boete- en toezichtbeleid.
Daarom bepleit de commissie verruiming van de mogelijkheden een gerichte en naar omvang passende boete op te leggen aan bedrijven en organisaties waar een beroepsziekte is geconstateerd en vast komt te staan dat de werkgever en/of de opdrachtgever zijn of haar verplichtingen verwijtbaar niet is nagekomen. De werkgever en/of opdrachtgever die kennis heeft of had kunnen hebben van blootstelling aan gevaarlijke stoffen in de werkomgeving en willens en wetens geen of onvoldoende maatregelen heeft getroffen ter bescherming van werkenden moet daarvoor ook door de overheid worden aangesproken. Een stringent boetebeleid moet een extra stimulans vormen voor bedrijven om de verantwoordelijkheid voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden adequaat op te pakken. De commissie adviseert de hoogte van de boete te relateren aan de economische omvang van de arbeidsorganisatie, zodat kleine arbeidsorganisaties niet onevenredig belast worden.
Boetes zelf hebben weinig impact en nog minder preventieve werking als de pakkans klein is. Daarom acht de commissie het wenselijk dat een beroepsziekte die geconstateerd wordt in het kader van de door de commissie voorgestelde tegemoetkomingsregeling, gemeld moet worden aan de Inspectie szw.
Een melding van een beroepsziekte die het gevolg is van het werken met gevaarlijke stoffen dient vervolgens zwaar te wegen bij de nadere invulling van het selectieve risico-gestuurde toezicht van de Inspectie. Op een melding dient in principe een inspectie bij de arbeidsorganisatie te volgen.
Een effectief sanctiebeleid is ook een garantie voor eerlijke concurrentie tussen bedrijven. Werkgevers en opdrachtgevers die investeren in veilige en gezonde arbeidsomstandigheden moeten erop kunnen vertrouwen dat de overheid arbeidsorganisaties die zich niet aan de regels houden, op de vingers tikt.

Voor het rapport zie: www.commissievsab.nl/