Overslaan en naar de inhoud gaan

PPS Bulletin dec. 2021: Actueel 14e Gronings Letselschadecongres: Bewijs in letselschadezaken

PPS Bulletin dec. 2021: Actueel 14e Gronings Letselschadecongres: Bewijs in letselschadezaken
Het veertiende Groningse Letselschadecongres, online op maandag 4 oktober 2021, had als thema ‘bewijs in letselschadezaken’. De afdeling Juridisch Postacademisch Onderwijs van de Rijksuniversiteit Groningen had een keur van inleiders bereid gevonden te spreken over de onderwerpen bewijsperikelen in letselschadezaken, het bewijs en de deskundige, de feitenvergaring vanuit het perspectief van de advocaat en vanuit het perspectief van de rechter en het bewijs van de hypothetische situatie zonder ongeval. Het congres werd in goede banen geleid door dagvoorzitter Albert Verheij, hoogleraar Privaatrecht aan de Rijkuniversiteit Groningen.

Carla Klaassen, hoogleraar Burgerlijk recht aan Radboud Universiteit Nijmegen, sprak over het thema bewijsperikelen in letselschadezaken. “Het gaat er niet om of je gelijk hebt, maar of je gelijk krijgt”, zo prikkelde Klaassen haar toehoorders aan het begin van haar inleiding. Ze behandelde vervolgens twee onderwerpen, namelijk de betekenis van het begrip bewijzen en vervolgens enkele bedenkingen bij het bewijs van causaal verband. Wat het begrip bewijs betreft, bracht Klaassen vier gradaties te berde: hard maken, met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid aantonen, aannemelijk maken en aantonen dat er net iets meer vóór dan tegen het te bewijzen feit pleit. Klaassen: “Kijk je naar de rechtspraak, dan lijkt het erom te gaan dat je iets kunt aantonen met een redelijke mate van waarschijnlijkheid in de overtuiging van de rechter. Anders dan het strafrecht kent het civiele recht geen omschrijving van een bewijsmaatstaf en wordt het uiteindelijk aan het oordeel van de rechter overgelaten.” PPS-Bulletin