Hof Den Bosch 010408 wn-'er psychisch aangeslagen; k.o.o. van wn-'er die 46 jaar in dienst was
- Meer over dit onderwerp:
Hof Den Bosch 010408 wn-'er psychisch aangeslagen na bedrijfsovername; k.o.o. van wn-'er die 46 jaar in dienst was
4.8. Het hof is van oordeel dat [Y.] de evenredigheid tussen haar eigen belang bij de beëindiging van de arbeidsovereen- komst en de te verwachten nadelige gevolgen daarvan voor de werknemer uit het oog heeft verloren, reden waarom de opzegging van de arbeidsovereenkomst als kennelijk onredelijk wordt aangemerkt. Daarbij neemt het hof het volgende in aanmerking.
4.8.1. [Y.] had op zich een te rechtvaardigen belang bij de opzegging van de arbeidsovereenkomst daar [X.] ten tijde van de opzegging ruim 2 jaar arbeidsongeschikt was en aannemelijk was dat herstel binnen 26 weken niet zou optreden, terwijl gelet op het ingewonnen arbeidsdeskundigen-bericht [Y.] in 2005 geen passend werk voor [X.] had.
4.8.2. Weliswaar kan de aanleiding van de arbeidsongeschiktheid van [X.], te weten de onverwachte aankondiging van de bedrijfsovername niet aan [Y.] worden verweten, doch het hof is op grond van de inhoud van de hiervoor onder 4.2.4. tot en met 4.2.8. genoemde verslagen van oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat [Y.] gedurende het eerste ziektejaar is tekort geschoten in haar reïntegratieverplichting jegens [X.]. [Y.] heeft zich de belangen van [X.], wetende dat [X.] als gevolg van de bedrijfsovername psychisch aangeslagen was, onvoldoende aangetrokken. [Y.] is niet ingegaan op het dringende advies van de bedrijfsarts tot psychologische interventie. In plaats daarvan heeft zij in oktober 2003 het reïntegratiebedrijf “Keerpunt” in de arm genomen beneden, welk bureau nauwelijks enige reïntegratieactie heeft ondernomen, hetgeen voor rekening en risico van [Y.] komt. Eerst op 1 juli 2004, nadat het UWV [Y.] in juni 2004 een loonsactie had opgelegd (na bezwaar door [Y.] heeft het UWV dit bezwaar gegrond verklaard op grond van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep in een zestal andere loonsanctie zaken) heeft [Y.] “Keerpunt” vervangen door een ander reïntegratiebedrijf (“Verzuimpunt”), doch toen bestond de arbeidsongeschiktheid van [X.] al een jaar.
Het – onzekere - antwoord op de vraag of voldoende reïntegratie inspanningen gedurende het eerste ziektejaar van [X.] tot daadwerkelijke werkhervatting van [X.] geleid zouden hebben maakt vorenstaand oordeel niet anders.
4.8.3. Het hof neemt de overige omstandigheden in aanmerking, te weten het zeer lange dienstverband: 46 jaar, waarvan [X.] 43½ jaar feitelijk werkzaam is geweest en hij zich jarenlang met hart en ziel voor het bedrijf heeft ingezet en daartoe veel overwerk heeft verricht (vgl. voor dit laatste: oordeel bedrijfsarts 1/3/04), de leeftijd ten tijde van het ontslag (60 jaar) en zijn geringe kansen op de arbeidsmarkt als gevolg van arbeidsongeschiktheid en leeftijd. Het hof neemt voorts in aanmerking de WAO uitkering die [X.] bij einde arbeidsovereenkomst ontving.
4.8.4. Aan de zijde van [Y.] houdt het hof rekening met het gegeven dat [Y.] een vrij klein bedrijf is (ongeveer 22 werknemers) en zij het loon van [Y.] gedurende het eerste ziektejaar heeft moeten doorbetalen.
4.9. Vorenstaande omstandigheden in aanmerking nemend oordeelt het hof een schadevergoeding van € 40.000,-- bruto in overeenstemming met de wettelijke – hiervoor onder 4.7.2. genoemde - maatstaf. LJN BD4800