Overslaan en naar de inhoud gaan

Hof 's-Hertogenbosch 020713 pensioenleeftijd stelplicht en bewijslast op slachtoffer; nav brief wg-er op 65 jaar

Hof 's-Hertogenbosch 020713 ongeval bromfietser; causaal verband whiplash aangenomen;
- geen eigen schuld vanwege te hoge snelheid; 
- pensioenleeftijd stelplicht en bewijslast op slachtoffer; nav brief wg-er op 65 jaar;

- zelfwerkzaamheid ogv richtlijn Letselschaderaad € 700,00 per jaar;
- smartengeld € 18.000,00 
- geen verrekening uitkering ongevallenverzekering;

- toewijzing voorbehoud mbt wijziging in de wet- en regelgeving op het terrein van de sociale zekerheid

werken tot 65 jaar?

7.7.1.
Partijen verschillen van mening over de vraag of [geïntimeerde], het ongeval weggedacht, tot zijn 65e jaar zou zijn blijven werken, dan wel eerder met pensioen zou zijn gegaan.
[geïntimeerde] heeft daarbij nog gesteld dat inmiddels werken tot 67 jaar een feit is, maar hij heeft zijn vordering, die uitgaat van pensionering op 65-jarige leeftijd, niet gewijzigd, zodat het hof aan die stelling voorbij gaat.
7.7.2.
London heeft evenals [geïntimeerde] terecht voorop gesteld dat voor het bepalen van de hypothetische situatie zonder ongeval moet worden uitgegaan van een redelijke verwachting over toekomstige ontwikkelingen. Daarbij mogen aan het bewijs geen al te hoge eisen worden gesteld; de rechter kan met het verlies van de keuzemogelijkheid in de loopbaanontwikkeling zoveel mogelijk in het voordeel van de benadeelde rekening houden, maar dat brengt niet mee dat van pensionering op 65- jarige leeftijd moet worden uitgegaan tenzij in de persoonlijke omstandigheden van de benadeelde reden wordt gevonden voor het tegendeel (HR 14 januari 2000, NJ 2000, 437 Van Sas/Interpolis). De stelplicht, en zo nodig de bewijslast, van deze omstandigheden rust op [geïntimeerde] (HR 13 december 2003, NJ 2003, 212).
7.7.3.
London heeft erop gewezen dat [geïntimeerde] in continudienst werkte en dat uit het sociaal jaarverslag 2002 van DSM blijkt dat slechts een zeer gering aantal werknemers van boven de 59 jaar nog steeds in continudienst werkt.
[geïntimeerde] heeft van zijn kant een brief overgelegd van DSM d.d. 1 oktober 2010 aan zijn advocaat, waarin wordt vermeld:
- dat binnen DSM de pensioengerechtigde leeftijd 65 jaar is
- dat op basis van vrijwilligheid gebruik kan worden gemaakt van een prepensioenregeling vanaf 62 jaar; [geïntimeerde] nam daaraan geen deel (droeg geen premies daarvoor af)
- dat weinig werknemers de pensioengerechtigde leeftijd als brandwacht/bevelvoerder (de functie die [geïntimeerde] zonder ongeval waarschijnlijk zou hebben bereikt) bereiken, maar dat deze medewerkers passend herplaatst worden met een gehele of gedeeltelijke vergoeding van de uit de herplaatsing voortvloeiende loonderving, zodat de in het jaarverslag gepubliceerde cijfers niet terzake doen
- dat [geïntimeerde] herplaatst had kunnen worden in de staforganisatie of in het bedrijfsbureau (functies in dagdienst).
London is op deze gegevens niet meer ingegaan.
7.7.4.
Op grond van deze specifiek ten aanzien van (werknemers bij DSM in de situatie van) [geïntimeerde] verstrekte gegevens oordeelt het hof dat het een redelijke verwachting is ervan uit te gaan dat [geïntimeerde], het ongeval weggedacht, tot zijn 65e jaar bij DSM in dienst zou zijn gebleven in een functie van dezelfde salarishoogte als hij in continudienst ontving.
Grief 12 van London wordt derhalve verworpen.

ECLI:NL:GHSHE:2013:2726