Overslaan en naar de inhoud gaan

Hof A'dam 110107 16-jarige rijdt zonder geldig bromfietscertificaat, uitsluiting van verzekering

Hof A'dam 110107 16-jarige rijdt zonder geldig bromfietscertificaat, uitsluiting van verzekering
4.1 Het gaat in deze zaak om het volgende.
Op [...] 2001 heeft een aanrijding plaatsgevonden op het fietspad aan de [...] te Amsterdam waarbij [verzekeringnemer], als bestuurder van een bromfiets, op genoemd fietspad, rijdend in de verboden rijrichting, op een overstekend ouder echtpaar is ingereden dat daardoor ten val kwam. Als gevolg van het ongeval is de man ter plaatse overleden en heeft de vrouw ernstig letsel opgelopen. Aan [verzekeringnemer] was ten tijde van het ongeval niet afgegeven het (krachtens artikel 135 van de Wegenverkeerswet 1994) vereiste bromfietscertificaat. De bromfiets was door [verzekeringnemer] als verzekeringnemer met ingang van 5 oktober 2001 verzekerd bij Orion ingevolge de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (WAM). Op de achterzijde van het aan [verzekeringnemer] verstrekte verzekeringsbewijs is onder het kopje “Uitsluitingen” als één van de verzekeringsvoorwaarden vermeld dat schade, ontstaan als wordt gereden zonder een geldig bromfietscertificaat, niet is verzekerd.
Op basis van voornoemde verzekering heeft Orion de schade van het slachtoffer dat letsel heeft opgelopen vergoed. Orion wenst de door haar uitbetaalde schadevergoeding, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke incassokosten, alsmede de nog te betalen schade, nader op te maken bij staat, te verhalen op [verzekeringnemer]. Omdat, ook na sommatie, betaling van het gevorderde schadebedrag uitbleef heeft Orion [verzekeringnemer] in rechte betrokken.

4.2 Orion heeft in eerste aanleg haar vordering gebaseerd op het bepaalde in artikel 15 lid 2 WAM en aangevoerd dat de met [verzekeringnemer] gesloten verzekeringsovereenkomst, gelet op de uitsluiting in de van toepassing zijnde polisvoorwaarden, geen dekking biedt voor de door [verzekeringnemer] onder de hierboven omschreven omstandigheden veroorzaakte schade.

4.3 [Verzekeringnemer] heeft zich tegen de vordering verweerd en, voor zover in hoger beroep van belang, betwist dat Orion met een beroep op artikel 15 lid 2 WAM de door haar vergoede schade op hem kan verhalen. [Verzekeringnemer] heeft daartoe aangevoerd dat Orion zich als grond voor haar regresvordering niet kan beroepen op de hiervoor onder 4.1 vermelde uitsluiting in de verzekeringsvoorwaarden. (...)

4.6 Het hof begrijpt de grief aldus dat deze zowel aan de orde stelt de vraag of de omstreden uitsluiting deel uitmaakt van de bromfietsverzekering als ook de vraag of, zo deze uitsluiting is gaan gelden tussen partijen, Orion zich daarop mag beroepen.
De stellingen van [verzekeringnemer] zijn ontoereikend voor de gevolgtrekking dat de onderhavige uitsluiting geen deel uitmaakt van de tussen partijen gesloten verzekeringsovereenkomst. [Verzekeringnemer] heeft het door Orion opgestelde verzekeringsformulier (productie 4 bij inleidende dagvaarding) ondertekend. Op de achterkant daarvan zijn de verzekeringsvoorwaarden, waaronder de onderhavige uitsluiting, weergegeven. [verzekeringnemer] heeft aldus tijdig van die uitsluiting kennis kunnen nemen. Aangenomen moet worden dat [verzekeringnemer], zoals van hem mag worden verlangd, de desbetreffende bepaling heeft gelezen. Het hof is van oordeel dat [verzekeringnemer] die bepaling, ook als zijn jeugdige leeftijd (16 jaar) en onervarenheid voor het overige in aanmerking wordt genomen, heeft kunnen begrijpen. De bepaling is in duidelijke bewoordingen gesteld. Bovendien wist [verzekeringnemer] dat het rijden op de bromfiets zonder bromfietscertificaat verboden was, zoals hij ter comparitie in eerste aanleg heeft verklaard. Met die wetenschap kon hij zonder onredelijke inspanning uit de bepaling opmaken dat de schade, veroorzaakt rijdend zonder bromfietscertificaat, niet was verzekerd.
Dat betekent dat Orion door haar handelwijze niet de schijn heeft gewekt dat zij aan [verzekeringnemer] een verzekering aanbood waarvan de omstreden uitsluiting geen deel uitmaakte.

4.7 Dat Orion bij het aangaan van de verzekering niet naar het bezit van dat certificaat heeft gevraagd, maakt dat niet anders. Niet kan worden aanvaard dat Orion door het niet stellen van gerichte vragen naar het bromfietscertificaat de schijn heeft gewekt een verzekering aan te bieden zonder de omstreden uitsluiting, hoewel het aanbod dat zij deed met zoveel woorden in andere richting wees. Hierbij past niet om aan de zijde van Orion een verderstrekkende waarschuwingsplicht te aanvaarden. Voor een onderzoek naar de vraag of [verzekeringnemer] over een bromfietscertificaat beschikte, bestond voor Orion ook verder onvoldoende aanleiding. Het bezit van een bromfietscertificaat is immers geen vereiste voor het sluiten van een WAM-verzekering. De eigenaar van een motorrijtuig is krachtens de WAM ook verplicht zich tegen wettelijke aansprakelijkheid te verzekeren als hij het motorrijtuig niet zelf bestuurt, maar het door een ander laat besturen of het slechts op de weg laat staan.
Ook overigens bestaat onvoldoende grond om te oordelen dat [verzekeringnemer] gerechtvaardigd erop mocht vertrouwen dat hij ook verzekerd zou rijden als hij niet over een bromfietscertificaat beschikte. Zo’n certificaat is bedoeld om ervoor te zorgen dat [verzekeringnemer] pas zou gaan rijden op zijn bromfiets wanneer hij over voldoende kennis beschikte. [Verzekeringnemer] had, ook zijn leeftijd in aanmerking genomen, er ernstig rekening mee te houden dat het voor de verzekeraar belangrijk was dat hij pas zou gaan rijden nadat hij die kennis had verworven. De kans op ongelukken zou dan immers kleiner zijn.

4.8 Op de voet van bovenstaande overwegingen moet bovendien worden geoordeeld dat Orion een beroep op de omstreden uitsluiting mocht doen. Het inroepen daarvan was naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar.
Dat geldt ook als in aanmerking wordt genomen dat de consequenties van de uitsluiting voor [verzekeringnemer] zeer ingrijpend zijn. Daartegenover staat immers dat de uitsluiting goede zin heeft, omdat zij een aansporing bevat dat de verzekerde bromfiets wordt bestuurd door een persoon die over de vereiste kennis beschikt. Daarbij past niet om die bepaling terzijde te laten, nu gebleken is dat [verzekeringnemer] ervoor gekozen heeft te gaan rijden, hoewel hij niet over het vereiste bromfietscertificaat beschikte. [Verzekeringnemer] heeft hier de consequenties van zijn eigen handelen te dragen.
LJN BA5929