Overslaan en naar de inhoud gaan

PPS Bulletin 2024-1 Sanne Poelhekke en Romy Schellevis; De kracht van impact: Delta-V bij achteropaanrijdingen

PPS Bulletin 2024-1 Sanne Poelhekke en Romy Schellevis; De kracht van impact: Delta-V bij achteropaanrijdingen

Niet zelden wordt bij een (WAM-)verzekeraar een letselschadeclaim ingediend na een achteropaanrijding waarbij sprake is van een lage botsingssnelheid, ook wel een lage ‘Delta-V’ genoemd. Indien een betrokkene als gevolg van zo’n aanrijding (niet-objectiveerbare) klachten stelt te ervaren, rijst de vraag of deze klachten wel door de aanrijding veroorzaakt kunnen zijn. Diverse onderzoeken wijzen namelijk uit dat het ongebruikelijk is dat na een aanrijding met een lage Delta-V (langdurige) pijnklachten optreden.1 De rechtspraak laat dit onderwerp niet ongemoeid. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden overwoog in 2020 dat pas kan worden aangenomen dat een aanrijding waarbij sprake is van een lage Delta-V klachten kan hebben veroorzaakt, indien dit ook blijkt uit een deugdelijk deskundigenrapport.2 Deze rechtsregel wordt sindsdien binnen de rechtspraak standaard gehanteerd bij aanrijdingen met een lage Delta-V en kan worden aangemerkt als vaste rechtspraak. Waar het gerechtshof zich helaas niet over heeft uitgelaten, is welke deskundige zich over dit causale verband moet uitlaten en welke eisen aan een dergelijk ‘deugdelijk’ deskundigenrapport worden gesteld. Wij hebben daarom onderzocht of in uitspraken die na het arrest van het gerechtshof zijn gewezen over de rol van de Delta-V bij achteropaanrijdingen, aanknopingspunten kunnen worden gevonden aan de hand waarvan kan worden getracht in dit kader enige handvatten te geven. PPS Bulletin 2024-1