Overslaan en naar de inhoud gaan

HR 040507 partijgetuigen

HR 040507 partijgetuigen
Twee maten van een maatschap waren respectievelijk eigenaar en gebruiker van een perceel grond. Het Waterschap is waterkwantiteitsbeheerder, met als hoofdtaak het peilbeheer. In september 2001 heeft het overvloedig geregend. Het perceel heeft toen wateroverlast ondervonden. Het gemaal "Willemspolder" was destijds in verband met vervanging buiten gebruik. Het Waterschap had daarom ter plaatse twee noodpompen geïnstalleerd, en heeft daaraan nog een derde toegevoegd. Het Waterschap is aansprakelijk gesteld door de maatschap en een van de maten voor de door eisers geleden schade - die voornamelijk zou bestaan in opbrengstverlies door het geheel of gedeeltelijk tenietgaan van de gewassen, beredderingskosten en schade ten gevolge van grondstructuurbederf.
Rechtsvraag: Een van de maten is als getuige opgetreden. Heeft het Hof, door hem als partijgetuige aan te merken, miskend dat hier sprake is van cumulatie van twee zelfstandige vorderingen van twee verschillende eisers, waaronder een vordering van de maatschap tegen het Waterschap, en dat iemand alleen partijgetuige is wanneer de bewijslast op hem rust, dus ook alleen in zijn eigen procedure, en dat niet sprake is van één procedure?

Beslissing:
De Hoge Raad oordeelt deze klacht gegrond. De maatschap beoogt met haar vordering vergoeding te verkrijgen van schade die de ene maat heeft geleden als eigenaar van het perceel, terwijl het de andere maat gaat om vergoeding van schade die hij heeft geleden als exploitant van datzelfde perceel. Weliswaar betreffen de vorderingen van de maatschap en de andere maat dezelfde schadetoebrengende gebeurtenis en worden daaraan dezelfde verwijten ten grondslag gelegd, maar - en dat is hier beslissend - zij hadden ook afzonderlijk berecht kunnen worden. Na verwijzing zal in het geding tussen de maatschap en het Waterschap opnieuw beoordeeld moeten worden of de maatschap in het opgedragen bewijs is geslaagd. (ro 3.4) Juridisch Wetenschappelijk Bureau