Overslaan en naar de inhoud gaan

GHARL 261119 de man krijgt de gelegenheid om de voorschotten letselschade die hij heeft ontvangen nader te duiden

GHARL 261119 de man krijgt de gelegenheid om de voorschotten letselschade die hij heeft ontvangen nader te duiden

de draagkracht

5.4
Tussen partijen is in geschil de draagkracht van de man. De rechtbank heeft deze draagkracht berekend aan de hand van de arbeidsongeschiktheidsuitkering van de man (Movir) en de aanvullende bijstandsuitkering (gemeente Hoogeveen) en heeft geen rekening gehouden met de voorschotten letselschade die de man heeft ontvangen.

5.5
De kern van het geschil in hoger beroep tussen partijen betreft de vraag naar (de besteding van) de voorschotten ter zake van de letselschade die de man heeft ontvangen in verband met een ongeval dat hem in december 2015 is overkomen. Tussen partijen is niet in geschil dat de man in een aantal deelbetalingen in de periode tot en met september 2017 een totaalbedrag van € 60.000,- heeft ontvangen aan voorschotten. Uit de e-mail van 29 september 2017 van de heer [D] , letselschadejurist en werkzaam bij [E] , het bureau dat door de man is ingeschakeld om hem bij te staan bij de afwikkeling van de letselschade, blijkt dat deze voorschotten onder algemene titel zijn verstrekt. Dit is niet ongebruikelijk, zo heeft de vrouw ter zitting ook erkend. De letselschadejurist heeft in betreffende e-mail ook aangegeven dat de voorschotten betrekking hebben op de volgende schadecomponenten: persoonlijke verzorging en verpleging, huishoudelijke ondersteuning, verlies van zelfwerkzaamheid, smartengeld, medische kosten, reiskosten en verlies van arbeidsvermogen. Daarbij heeft hij uitdrukkelijk aangegeven dat de discussie in de letselschadezaak met name draait om het verlies van arbeidsvermogen.

5.6
In geschil is in hoeverre de ontvangen voorschotten (mede) zijn bestemd geweest als vergoeding voor het verlies aan inkomsten in die periode (dan wel een andere periode) dan wel vooral bestemd zijn geweest althans besteed zijn aan andere kosten van de man samenhangende met het hem overkomen ongeval (dan wel anderszins).

5.7
Waar de man stelt dat de ontvangen voorschotten niet bestemd zijn geweest om (vooral) het verlies aan arbeidsinkomsten te vergoeden dan wel deze voorschotten zijn besteed aan door hem daadwerkelijk gemaakte kosten (die samenhangen met het hem overkomen ongeval) en de vrouw deze bestemming/besteding heeft betwist, heeft het op zijn weg gelegen om de bestemming/besteding van de ontvangen gelden inzichtelijk te maken voor de vrouw en het hof. De verstrekking van de voorschotten onder algemene titel maakt dit niet anders, te meer nu genoemde voorschotten uitdrukkelijk ook betrekking hebben gehad op het verlies van arbeidsvermogen.

5.8
Voor zover dit inzicht niet (ten volle) kan worden gegeven door middel van een specificatie van de betaalde schadevergoedingen van de schadeverzekeraar die de voorschotten heeft verstrekt, had dit inzicht (mede) gegeven kunnen worden met een onderbouwd overzicht c.q. opstelling van de verrichte betalingen. Een dergelijk overzicht had kunnen worden opgesteld aan de hand van de bankafschriften en deze betalingen hadden kunnen worden onderbouwd door middel van facturen. Een dergelijke specificatie en/of onderbouwd overzicht is tot op heden niet verstrekt. Ook een specificatie van de letselschadeclaim van de man kan inzicht in de verhoudingen tussen de diverse gevorderde bedragen verschaffen, alsmede de reactie daarop van de aangesproken verzekeraar. Deze informatie ontbreekt thans.

5.9
Het hof zal de man in de gelegenheid stellen alsnog een onderbouwing te verstrekken van de uitgaven die zijn verricht uit de gelden die hij als voorschotten letselschade heeft ontvangen, een en ander zoals hiervoor bedoeld. Nu de man heeft gesteld de (te) ontvangen (aanvullende) bijstandsuitkering als voorschot of leenbijstand te (hebben) ontvangen, en gehouden is tot terugbetaling daarvan uit (te) ontvangen schadevergoeding ter zake van inkomstenverlies, dient hij ook het desbetreffende besluit van de gemeente over te leggen. Hetzelfde geldt voor de specificatie van de claim, zoals hierboven vermeld, en de correspondentie daarover met de verzekeraar.

5.10
Gelet op de tijdsduur die sinds de mondelinge behandeling is verstreken, dient de man het hof tevens - met onderbouwing - te informeren over de eventuele nadere voorschotten (met het verzoek om dan ook daarvan de bestemming/besteding inzichtelijk te maken) en de stand van zaken omtrent de afwikkeling van de letselschadezaak.

5.11
Het hof wijst de man er uitdrukkelijk op dat als hij opnieuw nalaat het vereiste inzicht te verschaffen het hof hieraan de conclusies zal verbinden die hem geraden voorkomt. ECLI:NL:GHARL:2019:10274