Rb R.dam 160708 Schaatster blijft in scheur haken op mobiele ijsbaan; toetsingskader exoneratiebeding
- Meer over dit onderwerp:
Rb R.dam 160708 Schaatster blijft in scheur haken op mobiele ijsbaan; toetsingskader exoneratiebeding
2.7 Vervolgens dient bezien te worden of opgaat het beroep van de Stichting op het feit dat zij iedere aansprakelijkheid heeft uitgesloten. Als niet weersproken staat vast dat de Stichting aan ieder bezoeker, onder wie [eiseres], vermeldt dat het betreden van de ijsbaan ‘voor eigen risico’ gebeurt. Tussen partijen is niet in geschil dat deze vermelding een algemene voorwaarde betreft die een uitsluiting inhoudt van aansprakelijkheid c.q. een exoneratiebeding betreft.
Ten verwere tegen het beroep van de Stichting op deze exoneratie heeft [eiseres] betoogd, althans zo verstaat de rechtbank haar stellingen, dat deze exoneratie onredelijk bezwarend is in de zin van art. 6:233 aanhef en onder a BW. Ingevolge artikel 6:233 aanhef en onder a BW is een beding in algemene voorwaarden vernietigbaar, indien het, gelet op de aard en de overige inhoud van de overeenkomst, de wijze waarop de voorwaarden zijn tot stand gekomen, de wederzijds kenbare belangen van partijen en de overige omstandigheden van het geval, onredelijk bezwarend is voor de wederpartij. Een beding als het onderhavige, dat ten nadele van de consument afwijkt van de wettelijke bepalingen over de verplichting tot schadevergoeding, wordt ingevolge artikel 6:237 aanhef en onder f vermoed onredelijk bezwarend te zijn. Bij de beantwoording van de vraag of in dit geval hantering van het beding niettemin gerechtvaardigd is, zal (onder meer) in aanmerking moeten worden genomen de aard van de uitgesloten schadeoorzaak, de schadesoort, hoe laakbaar de fout die tot aansprakelijkheid leidt, is geweest, wat de gevolgen van die fout zijn en in hoeverre de daardoor ontstane schade al dan niet verzekerbaar is. De rechtbank acht het debat op dit punt tussen partijen onvoldoende gevoerd. De zaak zal daarom naar de rol worden verwezen voor het nemen van een akte aan de zijde van de Stichting. [eiseres] zal in de gelegenheid worden gesteld daarop te reageren.
2.8 De rechtbank is vooralsnog van oordeel dat de door [eiseres] geleden schade (voldoende) in dit geding moet kunnen worden vastgesteld. De rechtbank ziet daarom geen reden om voor de vaststelling van de schade te verwijzen naar een schadestaatprocedure. [eiseres] wordt dan ook verzocht zich in deze procedure uit te laten over de omvang van haar schade. De rechtbank zal de zaak daarom naar de rol verwijzen voor het nemen van een akte aan de zijde van [eiseres]. De Stichting zal in de gelegenheid worden gesteld daarop te reageren. LJN BD7436