Rb R.dam 300708 niet anatomisch herstelde acetabulumfractuur; vraagstelling voor deskundigenbericht
- Meer over dit onderwerp:
Rb R.dam 300708 niet anatomisch herstelde acetabulumfractuur; vraagstelling voor deskundigenbericht
5.2 Zoals ter comparitie besproken, zal allereerst een deskundige worden benoemd teneinde te beoordelen of [gedaagde-1] bij de uitvoering van de eerste operatie heeft gehandeld met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mag worden verwacht. Partijen hebben laten weten te kunnen instemmen met de benoeming van dr. [KLM], chirurg/traumatoloog, als enige deskundige. Deze heeft zich bereid verklaard als zodanig op te treden, desgevraagd te kennen gegeven geen binding met partijen te hebben en niet betrokken te zijn bij de tussen partijen in geschil zijnde problemen. Mede in aanmerking genomen voorts hetgeen partijen omtrent de aan de deskundige voor te leggen vragen naar voren hebben gebracht, zal de rechtbank de in het dictum te vermelden vragen aan de deskundige ter beantwoording voorleggen. De deskundige heeft het aan het onderzoek verbonden loon en de kostenvergoeding begroot op € 2.380,- (incl. BTW). Ingevolge artikel 195 Rv, tweede volzin, dient [eiseres] ter zake van dit loon en deze kostenvergoeding dit bedrag als voorschot te deponeren. De rechtbank neemt aan dat bij gebreke van de betaling van het voorschot [eiseres] de door de deskundige te onderzoeken stellingname niet langer handhaaft.
5.3 Voor wat betreft de vraag of [gedaagde-2] bij de uitvoering van de tweede operatie heeft gehandeld met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mag worden verwacht, is ter comparitie afgesproken dat eerst voormeld deskundigenbericht zal worden afgewacht. Partijen worden verzocht in hun conclusie na deskundigenbericht aan te geven of ten aanzien van deze vraag de rechtbank eveneens een deskundigenbericht dient te gelasten dan wel bij de beantwoording van deze vraag gebruik kan/moet worden gemaakt van het hiervoor onder 2.5 vermelde rapport van [DFE]. Voorts is ter comparitie afgesproken dat van de zijde van gedaagden verklaringen zullen worden ingebracht omtrent de tijdstippen waarop de bloeding is ontstaan, de vaatchirurg is opgeroepen en de vaatchirurg in de operatiezaal aanwezig was. Gedaagden worden verzocht deze verklaringen op voorhand aan [eiseres] te doen toekomen, zodat zij bij het opstellen van haar conclusie na deskundigenbericht rekening kan houden met deze verklaringen.
5.4 Iedere overige beslissing wordt aangehouden in afwachting van het deskundigenbericht.
6 De beslissing
De rechtbank, alvorens verder te beslissen, beveelt een deskundigenonderzoek ter beantwoording van de volgende vragen:
Wilt u aan de hand van het dossier en (hulp)onderzoekingen (waaronder röntgenopnamen) de toestand van de heup van [eiseres] voorafgaand aan de eerste operatie en na de eerste operatie tot aan de tweede operatie vaststellen?
Hoe diende er, uitgaande van de door u geschetste situatie van de heup voorafgaand aan de eerste operatie, in 1998 gehandeld te worden ten aanzien van de operatietechniek, respectievelijk éénzijdige vs tweezijdige benadering, en eventuele orthopedische consultatie?
Was het, gezien het [eiseres] overkomen letsel en haar conditie, noodzakelijk en/of medisch verantwoord om het tijdstip van opereren teneinde de centrale luxatie van de heupkop op te heffen, uit te stellen tot 13 maart 1998?
Heeft dit consequenties gehad voor de keuze van benaderen – één of twee incisies – en was het medisch verantwoord dat [gedaagde-1] heeft gekozen voor een extended ilio-femoral approach?
Was [gedaagde-1] voldoende bekwaam om een operatie als de onderhavige uit te voeren?
Had [gedaagde-1] een orthopedisch consult moeten aanvragen voorafgaand aan de eerste operatie.
Hoe beoordeelt u de uitvoering van de eerste operatie en is door [gedaagde-1], getoetst aan de toenmalige stand van de wetenschap, gehandeld op een wijze die beantwoordt aan de binnen uw beroepsgroep geldende normen?
Indien u van mening mocht zijn dat anders gehandeld had dienen te worden, kunt u dan aangeven waaruit dit handelen had moeten bestaan, zo mogelijk met verwijzing naar literatuurgegevens?
Indien u van mening bent dat door [gedaagde-1] anders gehandeld had dienen te worden, wat zou dan, gelet op de overige gegevens, het te versachten resultaat zijn geweest? Zouden er in dag geval naar uw mening beperkingen op uw vakgebied zijn geweest? Zo ja, welke? Zou een tweede operatie ook in dat geval noodzakelijk zijn geweest? Zo ja, zou dat een operatie van dezelfde zwaarte en complexiteit als de door [gedaagde-2] uitgevoerde tweede operatie zijn geweest?
Heeft u voor het overige nog op- of aanmerkingen die voor de beoordeling van deze casus van belang zijn?
Wilt u uw antwoorden zo duidelijk en uitgebreid mogelijk toelichten, zo mogelijk op een wijze die voor een niet-medicus begrijpelijk is;
benoemt tot deskundige die het onderzoek zal verrichten
dr. J.D. [KLM], chirurg,
[NOP]Ziekenhuis, afdeling Heelkunde,
[adres],
[postcode] Den Haag,
telefoon: [012-3456789];
bepaalt dat [eiseres] binnen vier weken na heden het voor de deskundige bestemde voorschot ad € 2.380,- overmaakt naar bankrekeningnummer 19.23.25.892 ten name van MvJ Arrondissement Rotterdam (545), onder vermelding van het zaak- en rolnummer, alsmede: "voorschot deskundigenbericht"; draagt de griffier op aan genoemde deskundige mede te delen dat het voorschot is gestort; bepaalt dat bij achterwege blijven van storting van het voorschot de zaak zal worden verwezen naar de rol van 24 september 2008 voor conclusie na niet-uitgebracht deskundigenbericht; bepaalt dat [eiseres] het procesdossier in afschrift aan de deskundige doet toekomen; bepaalt dat het onderzoek zal plaatsvinden op een nader door de deskundige na overleg met de procureurs (raadslieden) van partijen te bepalen plaats en tijd; bepaalt dat de deskundige partijen in de gelegenheid moet stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en daarvan moet doen blijken in het door hem op te maken deskundigenbericht; bepaalt dat het ondertekende deskundigenbericht uiterlijk 3 maanden nadat de griffier heeft medegedeeld dat het voorschot is voldaan, zal worden ingeleverd ter griffie van deze rechtbank; bepaalt dat de deskundige bij de inlevering van het deskundigenbericht een gespecificeerde opgave doet van het loon en de kostenvergoeding; bepaalt dat [eiseres] vier weken nadat het deskundigenbericht bij de griffie van deze rechtbank is ingeleverd in de gelegenheid is ter rolle een conclusie na deskundigenbericht te nemen, waarbij zij wordt verzocht zich tevens uit te laten als hiervoor onder 5.3 bedoeld .LJN BD9572