Overslaan en naar de inhoud gaan

RBNHO 230322 voorlopig deskundigenbericht tzv mogelijk fouten bij operatie hallux valgus toegewezen; vraagstelling orthopeed

RBNHO 230322 voorlopig deskundigenbericht tzv mogelijk fouten bij operatie hallux valgus toegewezen; vraagstelling orthopeed

2
Feiten

2.1.
In verband met een hallux valgus (vergroeiing van de grote teen) is [verzoekster] onder behandeling gekomen van orthopedisch chirurg dr. Huitema in het Westfries Gasthuis (thans en verder te noemen: het Dijklander). Op 21 november 2013 is [verzoekster] door dr. Huitema geopereerd aan haar rechtervoet. Op 9 januari 2014 vond een vervolgoperatie plaats door dr. Huitema.

2.2.
Volgens [verzoekster] bleef zij tussen de operaties en daarna klachten houden aan haar voet. Hierdoor is een vertrouwensbreuk ontstaan tussen [verzoekster] en het Dijklander. Om die reden heeft [verzoekster] zich vervolgens verder laten behandelen aan haar voet in de Bergman Clinics. [verzoekster] heeft het Dijklander aansprakelijk gesteld voor de schade die zij stelt te hebben geleden als gevolg van een vermeende tekortkoming. Het Dijklander heeft de aansprakelijkheid afgewezen.

3
Het geschil

3.1.
[verzoekster] verzoekt de rechtbank een voorlopig deskundigenbericht te bevelen met benoeming van een orthopedisch chirurg als deskundige. [verzoekster] is voornemens een vordering in te stellen tegen het Dijklander, omdat zij meent dat vanaf 21 november 2013 binnen de muren van het Dijklander onzorgvuldig is gehandeld. Na de operatie van de hallux valgus op 21 november 2013 zijn er fouten gemaakt waardoor zij schade lijdt. De schade bedraagt meer dan € 25.000,-. Centramed wordt op grond van de directie actie in de procedure betrokken.

3.2.
Verweerders verzetten zich niet tegen het houden van een deskundigenonderzoek, maar wel tegen de persoon van de deskundige, de vraagstelling en de verdeling van de kosten zoals [verzoekster] heeft voorgesteld.

4
De beoordeling

4.1.
De rechtbank is van oordeel dat het verzoek ter zake dienend en voldoende concreet is en feiten behelst die met een deskundigenonderzoek kunnen worden bewezen. [xxx] heeft voldoende belang bij haar verzoek. Het verzoek van [verzoekster] tot het benoemen van een deskundige zal dus worden toegewezen.

Persoon deskundige

4.2.
[verzoekster] heeft voorgesteld om dr. J.W.K. Louwerens te benoemen als deskundige Verweerders hebben voorgesteld om dr. M. Heeg te benoemen als deskundige.

4.3.
De rechtbank heeft de door partijen voorgestelde deskundigen gevraagd of zij kunnen optreden als deskundigen. Zij zijn echter allebei niet bereid en/of staan niet vrij om het onderzoek uit te voeren. Gelet hierop heeft de rechtbank mevrouw drs. W. Metsaars, orthopeed bij DC Expertisecentrum, verzocht het onderzoek te verrichten. Metsaars heeft verklaard bereid te zijn en vrij te staan om het onderzoek te verrichten. [verzoekster] heeft verklaard geen bezwaren te hebben tegen de benoeming van Metsaars. Verweerders hebben aangegeven niet bekend te zijn met rapporten van Metsaars en daarom dus niet over de kwaliteit ervan kunnen oordelen. Verweerders hebben daarmee geen inhoudelijk onderbouwd bezwaar aangevoerd tegen de benoeming van Metsaars. Aan beoordeling van de later nog door verweerders voorgestelde deskundigen wordt daarom niet toegekomen. De rechtbank zal dan ook overgaan tot benoeming van Metsaars als deskundige.

Vraagstelling

4.4.
Beide partijen hebben een eigen voorstel gedaan voor de vraagstelling aan de deskundige. Zoals ter zitting is besproken, zal de rechtbank zoveel mogelijk de vraagstelling van [verzoekster] volgen. Het is namelijk [verzoekster] die aan de hand van het deskundigenonderzoek haar proceskansen moet kunnen inschatten en heeft hier de door haar gewenste informatie voor nodig. De rechtbank past de vraagstelling wel iets aan, namelijk zoals in de beslissing wordt vermeld.

Kosten

4.5.
[verzoekster] heeft verzocht om te bepalen dat beide partijen de helft van het voorschot van de deskundige dragen en heeft hiervoor verwezen naar de GOMA. Verweerders betwisten de toepasselijkheid van de GOMA in deze en stellen dat [verzoekster] het voorschot moet voldoen op grond van artikel 195 Rv.

4.6.
Metsaars heeft haar voorschot begroot op € 5.410,- exclusief btw (€ 6.546,10 inclusief btw). [verzoekster] is van mening dat de begroting aan de hoge kant is en heeft aangegeven dat Metsaars bij haar onderzoek zo efficiënt mogelijk moet werken en er rekening mee moet houden dat [verzoekster] de helft dan wel de volledige kosten zelf zal moeten betalen. Verweerders hebben aangegeven dat de kostenraming (veel) meer uren betreft dan gebruikelijk is. De uren en het tarief van Metsaars komen de rechtbank echter niet onredelijk voor. Wel vraagt de rechtbank aandacht van de deskundige voor de gemaakte opmerkingen van partijen over haar begroting en daar, voor zover dat verantwoord is voor het onderzoek, rekening mee te houden. De rechtbank ziet geen aanleiding om af te wijken van het uitgangspunt van de wet, dat het voorschot op de kosten van de deskundige in beginsel door de verzoekende partij moet worden gedeponeerd. Het voorschot zal daarom door verzoekster moeten worden betaald.

Tot slot

4.7.
De rechtbank wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige. De rechtbank zal deze verplichting uitwerken zoals nader onder de beslissing omschreven. Wordt aan een van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de rechtbank daaruit de gevolgtrekking maken die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.

4.8.
Als een partij desgevraagd of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundige toestuurt, moet zij daarvan direct afschrift aan de wederpartij verstrekken.

5
De beslissing

De rechtbank

5.1.
beveelt een onderzoek door een deskundige ter beantwoording van de volgende vragen:

Vraag 1 – algemeen
a. Kent u of heeft u banden met de betrokkenen?
b. Voelt u zich vrij om in deze kwestie te rapporteren?
c. Beschikt u over voldoende gegevens om over deze kwestie te rapporteren? Zo nee, wilt u dan laten weten welke gegevens u nog wenst te ontvangen?

Vraag 2 – medische voorgeschiedenis
Wilt u op basis van het dossier een zo gedetailleerd mogelijke beschrijving geven van de medische voorgeschiedenis van betrokkene op uw vakgebied?

Vraag 3 – indicatie operaties
a. Wilt u zo gedetailleerd mogelijk beschrijven wat de indicatie voor de operaties van 21 november 2013 en 9 januari 2014 was?
b. Wilt u gemotiveerd aangeven of die indicaties naar uw oordeel juist waren?
c. Waren er andere behandelopties? Zo ja, wilt u dan een beschrijving geven van die behandelopties en de daaraan verbonden risico’s?

Vraag 4 – technische uitvoering en eventuele complicatie
a. Wilt u gemotiveerd aangeven of de operaties naar uw deskundige mening zorgvuldig zijn uitgevoerd? Wilt u uw antwoord toelichten?
b. Wilt u gemotiveerd aangeven of de hier opgetreden standsverandering te beschouwen is als een complicatie? Wilt u uw antwoord toelichten?

Vraag 5 – nazorg
Wilt u gemotiveerd aangeven of het postoperatieve beloop en/of het handelen na de operaties op 21 november 2013 en 9 januari 2014 naar uw deskundige oordeel zorgvuldig is verlopen? Wilt u daarbij de navolgende aspecten betrekken:
1. Aanleggen drukverband;
2. Voorschrijven pijnmedicatie (toename pijn een dag na de operatie);
3. Aanmeten orthese in afwijkende stand;
4. Voorschrijven antibiotica;
5. Wondzorg.

Vraag 7 – verklaring(en) voor standsverandering
Wat is naar uw deskundige oordeel de verklaring voor de standsverandering die is opgetreden na de operatie van 21 november 2013? Wilt u uw antwoord toelichten?

Vraag 8 – alternatief beloop
Indien u tot het oordeel komt dat er niet in overeenstemming met de medische inzichten is gehandeld, wilt u dan aangeven in welke zin het beloop voor betrokkene anders zou zijn geweest? Zouden er dan ook beperkingen zijn geweest en zo ja, welke beperkingen zou betrokkene dan ervaren?

Vraag 9 - overig
Zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen?

5.2.
benoemt tot deskundige: (etc. red. LSA LM) ECLI:NL:RBNHO:2022:2539