Overslaan en naar de inhoud gaan

RBMNE 260624 opzet tot misleiding bij invullen gezondheidsverklaring AOV; opname in IVR en EVR rechtmatig

RBMNE 260624 opzet tot misleiding bij invullen gezondheidsverklaring AOV; opname in IVR en EVR rechtmatig

2 De (verdere) beoordeling

2.1.

Centraal in deze zaak staat de vraag of ASR terecht de persoonsgegevens van [eiseres] heeft opgenomen in het IVR en het EVR. Partijen zijn het er over eens dat [eiseres] haar mededelingsplicht1 tegenover ASR heeft geschonden, door bij het aangaan van de arbeidsongeschiktheidsverzekering (hierna: AOV) vragen uit de (schriftelijke) gezondheidsverklaring onjuist te beantwoorden. Wat partijen verdeeld houdt, is de vraag of [eiseres] hierbij opzet had ASR te misleiden en ASR daardoor gerechtigd was de persoonsgegevens van [eiseres] op te nemen in het IVR en het EVR. De kantonrechter is van oordeel dat deze vraag bevestigend moet worden beantwoord en wijst de vorderingen van [eiseres] daarom af. Dit wordt hieronder toegelicht.

Opzet tot misleiding

2.2.

Beoordeeld moet worden of [eiseres] bij het onjuist invullen van de gezondheidsverklaring heeft gehandeld met de bedoeling ASR ertoe te bewegen een AOV aan te gaan die zij anders niet of niet onder dezelfde voorwaarden zou hebben gesloten. De stelplicht en bewijslast met betrekking tot de vraag of sprake is van opzettelijke misleiding rusten op ASR.

Feiten

2.3.

Op 11 juni 2018 zijn [eiseres] en de bestuurder van een motorrijtuig betrokken geraakt bij een verkeersongeval, als gevolg waarvan [eiseres] letsel heeft opgelopen. Dit letsel bestond uit whiplashachtige en/of rechterschouderklachten waarvoor zij verschillende onderzoeken heeft ondergaan, een revalidatieprogramma heeft gevolgd en waarvoor verschillende medische expertiserapporten zijn opgesteld. In mei 2022 is de schade definitief afgewikkeld, en hebben de aansprakelijkheidsverzekeraar van het motorrijtuig en [eiseres] een vaststellingsovereenkomst (hierna: vso) getekend op basis waarvan [eiseres] een bedrag van € 447.500,00 – waarvan € 371.816,00 aan verlies verdienvermogen – heeft ontvangen van de verzekeraar.

2.4.

Begin 2022 heeft [eiseres] een financieringsaanvraag gedaan bij de ABN Amro bank in verband met een door haar te starten tandartsenpraktijk. Voor het verkrijgen van deze financiering moest [eiseres] onder andere een AOV afsluiten. [eiseres] heeft vervolgens bij ASR de AOV aangevraagd. Hiervoor moest zij een gezondheidsverklaring invullen. Op 13 april 2022 heeft [eiseres] de gezondheidsverklaring aan ASR opgestuurd. Zij heeft hierin de volgende vragen als volgt beantwoord:

Had u ooit of heeft u klachten, ziekten of aandoeningen van:

Botten, spieren, pezen en/of gewrichten

Bij een aandoening aan botten, spieren, pezen en/of gewrichten kunt u bijvoorbeeld denken aan: botbreuken, rugklachten, spit, hernia, nekklachten, naar armen of benen uitstralende klachten, schouderklachten, knieklachten, meniscusklachten, KANS of RSI, bekkeninstabiliteit, fibromyalgie of een reumatische aandoening.

Verzekerde heeft deze vraag met NEE beantwoord.

[…]

Had of heeft u een aandoening of klacht(en) welke hiervoor niet is genoemd? U kunt bijvoorbeeld denken aan pijnklachten […]

Verzekerde heeft deze vraag met NEE beantwoord.

[…]

Bent u ooit door een van de volgende hulpverleners behandeld? Het gaat alleen om behandelingen die u nog niet bij de hiervoor gestelde vragen hebt vermeld

[…]

Heeft u in de afgelopen 5 jaar een huisarts of medisch specialist bezocht, gebeld of op een andere manier contact gehad?

Voor welke, klacht, ziekte of aan was dit?: anticonceptie

Wanneer wat dit: 2021

Heeft u nog klachten: Nee.

[…]

Is een van de aandoeningen, ziekte of klachten een (indirect) gevolg geweest van een ongeval?

Heeft u wel eens langer dan 2 weken hele dagen of een deel van de dag niet gewerkt door lichamelijke of psychische klachten of door een arbeidsconflict?

De medisch adviseur wil weten wat het risico is dat u om medische redenen niet kunt werken. Dit heet arbeidsongeschikt. Daarom stelt hij vragen over uw werk. U vult ook in of u vroeger een tijd niet kon werken. Of dat u onderdelen van uw werk niet kon doen. Of als u zich via een bedrijfsarts ziek meldde. Dit zegt iets over het risico dat u in de toekomst niet kunt werken. Ook vult u hier in of u om medische redenen minder werkt of werkte dan u normaal doet.

Verzekerde heeft deze vraag met NEE beantwoord.

U verklaart het volgende:

Ik heb de toelichting op de gezondheidsverklaring gelezen. Deze toelichting hoort bij deze gezondheidsverklaring.

Ik heb alle vragen beantwoord. Mijn antwoorden kloppen. Daarmee voorkom ik dat de rechten uit deze overeenkomst kunnen vervallen.

2.5.

In de gezondheidsverklaring is verder, onder het kopje ‘Gegevens over uw gezondheid’, voorafgaand aan de onder 2.4 genoemde vragen, de volgende toelichting opgenomen:

Uw gezondheid

Heeft u één van de aandoeningen, ziekten, klachten of gebreken die u bij de volgende vragen leest? Of heeft u deze gehad? Dan is het risico dat u arbeidsongeschikt wordt misschien hoger dan gemiddeld. Daarvan krijgt de medisch adviseur graag een goed beeld.

[…]

Was het lang geleden?

Bij “Gegevens over uw gezondheid” vraagt de verzekeraar naar bepaalde aandoeningen, ziekten, klachten of gebreken die u ooit heeft gehad. Sommige dingen zijn misschien al heel lang geleden. Is dat nog wel belangrijk, vraagt u zich misschien af. Ja. Het kan zijn dat de ziekte van toen na een aantal jaren weer voor klachten zorgt. Dat moet de medisch adviseur kunnen beoordelen. U moet daarom alles invullen wat u ooit heeft gehad.

Bij de volgende vragen moet u aangeven of u een of meer van de genoemde klachten, ziekten of aandoeningen had of heeft.

Let op!

Kruis ook ‘ja’ aan als u:

 bij een huisarts, hulpverlener, alternatief zorgverlener of medisch specialist bent geweest. Of als u hier contact mee heeft opgenomen;

 was opgenomen in het ziekenhuis, een psychiatrische inrichting of andere instelling. Dit geldt ook voor een dagopname;

 geopereerd bent of geopereerd wordt, een kijkoperatie valt hier ook onder;

 medicijnen gebruikt of gebruikt heeft;

 onder controle staat of onder behandeling bent of bent doorverwezen.

2.6.

In de toelichting bij de gezondheidsverklaring is verder nog opgenomen:

Waarom een gezondheidsverklaring?

a.s.r. vraagt informatie over uw gezondheid. U vult uw persoonlijke en medische informatie in op de gezondheidsverklaring. Daarna stuurt u deze rechtstreeks aan de medische dienst. De medisch adviseur of een medewerker van de medische dienst beoordeelt vervolgens uw medische gegevens. Dan geeft de medisch adviseur een advies aan a.s.r.

Dit advies gaat over de risico’s die a.s.r. loopt als u een verzekering afsluit. Heeft u een grotere kans om arbeidsongeschikt te worden dan gemiddeld? Dan is dat een hoger risico voor a.s.r. De mogelijkheid bestaat dat u dan een hogere premie betaalt of dat er beperkende voorwaarden gelden. Of u krijgt geen verzekering.

Het advies van de medisch adviseur kan zijn:

- Uw risico is niet verhoogd. U krijgt de verzekering zonder bijzondere voorwaarden of een hogere premie.

- Uw risico is hoger dan gemiddeld. A.s.r. bepaalt dan of u een hogere premie moet betalen. Of dat er beperkende voorwaarden gelden.

- Uw risico is té hoog. In dat geval adviseert de medisch adviseur u niet te verzekeren.

a.s.r. beslist uiteindelijk over uw aanvraag.

Stuurt u de gezondheidsverklaring niet op?

Dan kunt u geen verzekering afsluiten en stopt de aanvraag.

[…]

Wat moet u vertellen?

Heeft of had u een bepaalde klacht, ziekte of aandoening? Meld dit dan altijd. Ook als dit lang geleden was. Of als niet duidelijk is waardoor dit veroorzaakt wordt. Het kan belangrijk zijn voor uw aanvraag. Niet elke doorgemaakte klacht, ziekte of aandoening betekent dat u geen verzekering krijgt of een hogere premie moet betalen.

Wat is een klacht?

Lichamelijk of geestelijk ongemak of pijn noemen we een klacht. Bij een klacht is niet altijd duidelijk waardoor deze veroorzaakt wordt.

Wat is een aandoening?

Een aandoening is een afwijking van de gezonde lichamelijke of geestelijke toestand.

Beoordeling

2.7.

Van opzet tot misleiding als bedoeld in art. 7:930 lid 5 BW is sprake indien de verzekeringnemer feiten of omstandigheden die hij kent of behoort te kennen, niet aan de verzekeraar heeft medegedeeld, met de bedoeling de verzekeraar ertoe te bewegen een overeenkomst aan te gaan die hij anders niet of niet onder dezelfde voorwaarden zou hebben gesloten. De kantonrechter is van oordeel dat de vragen die door [eiseres] onjuist zijn beantwoord, mede in het licht van de door ASR bij die vragen gegevens toelichting, zodanig zijn geformuleerd dat het niet anders kan zijn dan dat [eiseres] heeft gehandeld met het opzet ASR te misleiden. Hierbij zijn voor de kantonrechter de volgende omstandigheden doorslaggevend.

2.8.

De kantonrechter is, zoals ASR ook stelt, van oordeel dat het ongeval van [eiseres] in 2018 en de daarmee gepaard gaande onderzoeken en revalidatie bij het aangaan van de AOV bij [eiseres] nog vers in haar geheugen hadden moeten liggen. Dat [eiseres] stelt dat zij vluchtig door de vragen van de gezondheidsverklaring heen is gegaan, omdat het een van de vele punten op haar to-do-list was in het kader van de financieringsaanvraag, maakt dit niet anders. De vragen uit de gezondheidsverklaring zijn helder geformuleerd en [eiseres] had meermaals, bij verschillende vragen, het ongeval uit 2018 kunnen en moeten noemen. Een van de vragen luidt zelfs “Is een van de aandoeningen, ziekte of klachten een (indirect) gevolg geweest van een ongeval?” De kantonrechter acht het zeer onwaarschijnlijk dat [eiseres] steeds over de precieze vraagstelling heen heeft gelezen.

2.9.

Ook de stelling van [eiseres] dat zij geen last meer heeft van haar schouder en dacht dat ze het ongeval en de daarmee gepaard gaande gevolgen daarom niet hoefde te vermelden, gaat niet op. In de gezondheidsverklaring beginnen veel van de vragen met ‘had of heeft u […]’, wat aangeeft dat ook wordt gevraagd naar lichamelijke klachten uit het verleden. Ook staat in de toelichting, voorafgaand aan de vragen: “Bij “Gegevens over uw gezondheid” vraagt de verzekeraar naar bepaalde aandoeningen, ziekten, klachten of gebreken die u ooit heeft gehad. Sommige dingen zijn misschien al heel lang geleden. Is dat nog wel belangrijk, vraagt u zich misschien af. Ja. […]” Daarbij is [eiseres] als tandarts hoog opgeleid en medisch onderlegd, zodat zij begrijpt, althans behoort te begrijpen, dat bij het aanvragen van een AOV ook klachten uit het verleden moeten worden vermeld. Mocht dit haar niet duidelijk zijn geweest, dan is dit belang meermaals uitgelegd in de (toelichting bij) de gezondheidsverklaring, waarin staat beschreven dat de medisch deskundige de antwoorden op de vragen van de gezondheidsverklaring beoordeelt en op basis daarvan ASR adviseert over het aangaan van de verzekering met de aanvrager.

2.10.

De kantonrechter is daarbij van oordeel dat ASR, zoals zij ook stelt, bij een juiste voorstelling van zaken, de verzekering niet of in ieder geval niet onder dezelfde voorwaarden was aangegaan. Uit het medisch advies van 27 december 2023 van extern medisch adviseur [A] (hierna: [A] ) blijkt dat hij bij een juiste voorstelling van zaken ASR zou hebben geadviseerd de verzekering niet aan te gaan, ook niet met een uitsluitingsclausule van de rechterschouder. Hierbij neemt [A] onder andere in overweging dat het beroep van tandarts sterk schouderbelastend is, dus dat dit een extra hoog risico vormt. [eiseres] brengt hier tegenin dat het feit dat het beroep tandarts schouderbelastend is, juist meebrengt dat ASR bij een juiste stand van zaken alsnog een verzekering af zou sluiten met [eiseres] . De schouderklachten zouden immers sowieso ontwikkeld worden vanwege het beroep, aldus [eiseres] . De kantonrechter gaat niet mee in deze redenatie. Partijen zijn het er over eens dat het beroep tandarts meebrengt dat een groter risico bestaat op het ontwikkelen van schouderklachten. Wanneer iemand met het beroep tandarts reeds een beperking aan de schouder heeft/heeft gehad, wordt het risico dat deze persoon uiteindelijk uitvalt door het (verder) ontwikkelen van schouderklachten vergroot. Daarbij komt dat [eiseres] op basis van de vso een bedrag van € 371.816,00 heeft ontvangen voor verlies aan verdienvermogen. [eiseres] voert aan dat dit bedrag zag op het verlies aan verdienvermogen in het verleden. Dit acht de kantonrechter maar ten dele waar, aangezien bij de vaststelling van een dergelijke vso de goede en kwade kansen in de toekomst worden afgewogen. Een dusdanig bedrag duidt er op dat beperkingen aan de schouder in de toekomst niet onaannemelijk zijn. De kantonrechter is van oordeel dat hiermee vaststaat dat ASR de AOV niet, of in ieder geval niet onder dezelfde voorwaarden, zou hebben afgesloten.

2.11.

[eiseres] voert aan dat zij de AOV slechts aanvroeg, omdat zij deze nodig had ter verkrijging van de financiering bij de ABN Amro bank en dat zij deze niet aanging om ASR te misleiden. Dit zou volgens [eiseres] ook blijken uit het feit dat zij nooit aanspraak heeft gemaakt op uitkering en de verzekering ook meteen heeft stopgezet toen de financiering niet rondkwam. De kantonrechter overweegt als volgt. [eiseres] had belang bij het verkrijgen van de AOV, juist omdat zij deze verzekering nodig had voor het verkrijgen van de financiering. Uit de omstandigheid dat dit voor haar de reden was om de AOV te sluiten, kan daarom niet afgeleid worden dat zij niet opzettelijk het ongeval heeft verzwegen opdat ASR de AOV met haar zou aangaan.

Registratie persoonsgegevens in IVR en EVR op goede grond

2.12.

Uit het oordeel dat [eiseres] heeft gehandeld met het opzet om ASR te misleiden, vloeit voort dat ASR gerechtigd was de persoonsgegevens van [eiseres] op te nemen in het IVR en het EVR en hier melding van te maken bij Centrum Bestrijding Verzekeringsfraude van het Verbond van Verzekeraars. De gevorderde verklaring voor recht dat ASR onrechtmatig jegens [eiseres] heeft gehandeld en de primaire vorderingen tot ongedaanmaking van de registraties worden daarom afgewezen. De kantonrechter acht ook de registratietermijn van 8 jaren proportioneel. Het staat immers vast dat [eiseres] opzet had tot misleiding van ASR, door ASR een overeenkomst te laten aangaan met mogelijk vergaande, langdurige financiële verplichtingen voor ASR, terwijl ASR die overeenkomst niet, althans zeker niet onder dezelfde voorwaarden, zou zijn aangegaan als zij niet zou zijn misleid. Bovendien heeft [eiseres] laten weten dat zij aanspraak wilde gaan maken op een uitkering uit hoofde van de AOV in het kader van zwangerschap, zodat haar stelling dat de overeenkomst door haar op korte termijn hoe dan ook beëindigd zou zijn geen steun vindt in de feiten. De subsidiaire vordering tot verkorting van de registratietermijnen wordt daarom afgewezen.

[eiseres] moet de proceskosten betalen

2.13.

[eiseres] is (grotendeels) in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van ASR worden begroot op:

  • salaris gemachtigde € 542,00 (2 punten x tarief € 271,00 )

  • nakosten € 135,00

Totaal € 677,00

2.14.

De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

Uitvoerbaar bij voorraad

2.15.

De kantonrechter verklaart de beslissing uitvoerbaar bij voorraad, zoals is gevorderd. Dat betekent dat de beslissing moet worden gevolgd, ook als één van partijen hoger beroep instelt tegen deze beslissing. De beslissing van de kantonrechter geldt in dat geval totdat het gerechtshof een andere beslissing neemt. ECLI:NL:RBMNE:2024:3779

1Zoals bedoeld in artikel 7:928 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek.