Rb Arnhem 170506 observatie n.a.v. verdenking fraude, rol gedragscode fraudeonderzoek,
- Meer over dit onderwerp:
Rb Arnhem 17-05-06: observatie n.a.v. verdenking fraude, rol gedragscode fraudeonderzoek, terugvordering uitkering ongevallenverzekering, kosten fraude onderzoek.
De onder het vorige punt genoemde schade van RVS bestaat naar het oordeel van de rechtbank dan uit die door RVS gemaakte (onderzoeks)kosten die zij zonder onrechtmatige gedragingen van [gedaagde] niet had hoeven maken (vgl. Hoge Raad 18 februari 2005, NJ 2005, 216).
Hierbij wordt echter overwogen dat slechts die kosten voor vergoeding in aanmerking kunnen komen die gelet op het doel van het onderzoek noodzakelijk gemaakt zijn. In dit kader acht de rechtbank de observatieactiviteiten van 19 december 2003 (door Areto), 6 februari 2004 en 14 februari 2004 (door [getuige 4]) niet noodzakelijk verricht. Ditzelfde geldt voor het gesprek van 20 februari 2004 (door [getuige 4]). Immers uit de observatierapporten van Areto/[getuige 4] volgt dat al op de eerste dag van het observatieonderzoek door Areto (18 december 2003) gedragingen van [gedaagde] zijn gerapporteerd – het gebruiken van de rechterhand bij het uitlaten van de hond – waaruit volgens RVS in deze procedure blijkt dat [gedaagde] onjuiste mededelingen heeft gedaan omtrent haar klachten en beperkingen. Voor het uiteindelijke resultaat was het overbodig dat het ‘dynamische observatieonderzoek’ nog werd verlengd of uitgebreid met (al dan niet listige) methoden.
Hieruit volgt dat alleen de door Areto gemaakte kosten voor vergoeding in aanmerking komen, met uitzondering van de onderzoekskosten voor 19 december 2003 (7,5 uur à
EUR 92,50 + 19% BTW = EUR 825,56). Voor vergoeding in aanmerking komt dan het door Areto gefactureerde bedrag met aftrek van de kosten voor 19 december 2003, wat neerkomt op een bedrag van EUR 4.155,33 – EUR 825,56 = EUR 3.329,77 (incl. BTW).
Nu de door [getuige 4] gemaakte kosten niet voor vergoeding in aanmerking komen zal dit deel van de vordering (EUR 5.091,03) worden afgewezen.
Naar het oordeel van de rechtbank hadden eveneens de kosten voor het aanvullende medisch onderzoek (gevorderd: EUR 750,- voor [getuige] + EUR 31,90 voor huisartsinformatie = EUR 781,90) niet gemaakt hoeven worden zonder de onrechtmatige gedragingen van [gedaagde]. Ook deze kosten komen daarmee als schade van RVS voor vergoeding in aanmerking.
De vordering van RVS van EUR 1.100,- ter zake interne kosten zal worden afgewezen nu hiervoor onvoldoende gesteld is.
RVS heeft een bedrag van EUR 1.075,76 aan buitengerechtelijke (incasso-)kosten gevorderd. De rechtbank hanteert het uitgangspunt dat dergelijke kosten alleen voor vergoeding in aanmerking komen, indien zij betrekking hebben op verrichtingen die meer omvatten dan een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een (niet aanvaard) schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. RVS heeft weliswaar gesteld dat de gevorderde kosten geen betrekking hebben op verrichtingen waarvoor de proceskostenveroordeling een vergoeding pleegt in te sluiten, maar uit de gegeven omschrijving van deze werkzaamheden dient het tegendeel te worden afgeleid. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke (incasso-)kosten moet daarom worden afgewezen. LJN AY0882