Rb Roermond 050308 rechter volgt gezamenlijke expertise; geen zwaarwegende en steekhoudende bezwaren
- Meer over dit onderwerp:
Rb Roermond 050308 rechter volgt gezamenlijke expertise; geen zwaarwegende en steekhoudende bezwaren
4.2. Teneinde duidelijkheid te verkrijgen omtrent aan het ongeval van 8 augustus 2001 toe te schrijven klachten en beperkingen hebben partijen gezamenlijk gekozen voor een onafhankelijke expertise, uit te voeren door een orthopedisch chirurg. Partijen hebben invloed gehad op de keuze van de medisch specialist, de vraagstelling en de inhoud van het aan de medisch specialist voorgelegde dossier. Het rapport voldoet aan de vereisten die aan een deskundigenonderzoek kunnen worden gesteld: het is opgesteld door een onafhankelijke deskundige, die (benadeelde) heeft onderzocht en die gebruik heeft gemaakt van de medische gegevens zoals die aan hem door (benadeelde) ter beschikking zijn gesteld. Het medische deel van het conceptrapport is aan (benadeelde) toegezonden en met haar op- en aanmerkingen werd rekening gehouden bij het opstellen van het definitieve rapport. Naar het oordeel van de rechtbank is er dan ook sprake van een deugdelijk onderzoek en is de rapportage op zorgvuldige wijze tot stand gekomen. Slechts zwaarwegende en steekhoudende argumenten kunnen er derhalve toe leiden dat afgeweken zou moeten worden van het rapport van Van Kampen. Naar het oordeel van de rechtbank zijn die argumenten niet naar voren gebracht (zie nader nog het overwogene onder 4.3), zodat zij van de uitkomsten van het rapport zal uitgaan.
4.3. In zijn rapportage heeft Van Kampen geconcludeerd dat er bij het door hem uitgevoerde onderzoek geen relatie vastgesteld kon worden tussen de huidige klachten en het ongeval dat (benadeelde) overkomen is, dat er bij haar geen functiestoornis aanwezig is, dat er geen beperkingen op zijn vakgebied zijn als gevolg van het ongeval en dat er geen andere beperkingen zijn als gevolg van het ongeval, waarmee rekening gehouden moet worden. Als blijvend ongevalsgevolg is aan te merken een (gering) litteken van ongeveer 1 bij 2 cm aan het rechterbeen, 8 cm onder de rechterknie. In het rapport zijn tevens de pijnklachten beschreven die (benadeelde) ten tijde van het onderzoek ondervond.
(benadeelde) heeft zich op het standpunt gesteld dat er, gelet op die tijdens het onderzoek nog aanwezige pijnklachten, los van de orthopedische invalshoek, op basis van de Richtlijnen van de American Medical Association for Permanent Impairment (AMA), vijfde druk, bladzijde 575, een percentage van 0,5 tot 1% blijvende invaliditeit toegekend zou kunnen worden. Deze stelling is gemotiveerd bestreden door de gemeente Venlo. De rechtbank ziet geen grond om de stelling van (benadeelde) te honoreren. Teneinde de klachten en beperkingen van het ongeval te inventariseren hebben partijen in onderling overleg gekozen voor onderzoek door een orthopedisch chirurg. In de vraagstelling aan Van Kampen is verwezen naar de AMA-Richtlijnen. Van Kampen heeft, gelet op diens bevindingen op orthopedisch gebied waarbij de pijnklachten van (benadeelde) betrokken zijn, geen aanleiding gezien om een percentage blijvende invaliditeit op grond van de AMA-Richtlijnen toe te kennen, nu hij bij (benadeelde) geen functiestoornis heeft vastgesteld. De stelling dat- los van een orthopedische invalshoek-op grond van pijnklachten een percentage blijvende invaliditeit van 0,5 - 1 % kan worden toegekend, biedt echter naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende aanknopingspunten voor de conclusie dat het rapport van Van Kampen op dit punt niet gevolgd zou moeten worden of dat (zonder nader medische onderbouwing) van een dergelijk percentage bij de beoordeling van de zaak zou moeten worden uitgegaan. Piv-site