Overslaan en naar de inhoud gaan

HvD 's Hertogenbosch 100415 ongegronde klachten over niet al te voortvarende inhoudelijke behandeling en weinig transparante wijze v declareren

HvD 's Hertogenbosch 100415 ongegronde klachten over niet al te voortvarende inhoudelijke behandeling en weinig transparante wijze v declareren

5    BEOORDELING

5.1    De klachten hebben betrekking op de inhoudelijke behandeling van de zaak door verweerster enerzijds en op de wijze van declareren door verweerster anderzijds. Voor zover klagers in de appelmemorie hun klachten hebben uitgebreid dan wel nieuwe klachten hebben aangevoerd, laat het hof deze buiten beschouwing, nu klachten die voor het eerst in hoger beroep worden aangevoerd niet in behandeling kunnen worden genomen.

5.2    Met betrekking tot de inhoudelijke behandeling van de zaak leest het hof in de appelmemorie als grieven van klagers tegen de beslissing van de raad dat door verweerster en de raad eraan voorbij is gegaan dat volledige aansprakelijkheid is erkend, dat verweerster niets gedaan heeft met valse verklaringen van betrokken specialisten, ziekenhuis en advocaten, dat verweerster ondanks een toezegging daartoe de twee door klagers aangedragen externe specialisten geen vragen heeft gesteld en dat niet juist is dat de zaak aan een andere advocaat is overgedragen.

5.3    Met de raad is het hof van oordeel dat niet vastgesteld kan worden dat verweerster onvoldoende voortvarend te werk gegaan is. Letselschadezaken vergen in het algemeen veelvuldig overleg tussen de advocaat en de over en weer ingeschakelde medisch adviseurs, terwijl ook met het opstellen van expertiserapporten tijd is gemoeid. Het is daarbij niet ongebruikelijk om alvorens een besluit te nemen over het opstarten van een civiele procedure eerst af te wachten wat de uitkomst is van de klachtprocedure bij het medisch tuchtcollege. Daarbij komt in dit geval dat de verzekeraar van het ziekenhuis weliswaar aansprakelijkheid heeft erkend voor de medische fout, die tijdens de eerste operatie is begaan, maar heeft betwist dat de klachten en beperkingen die klaagster naderhand ondervond, het gevolg zijn geweest van die fout. Anders dan klagers kennelijk menen betekent acceptatie van aansprakelijkheid nog niet dat daarmee ook vaststaat wat nu precies de gevolgen van de fout zijn geweest. Juist hierover (het causaal verband) is door verweerster met de verzekeraar van het ziekenhuis (met over en weer inschakeling van deskundigen) uitgebreid gecorrespondeerd. De standpunten over en weer vertoonden verschillen, evenals de expertiserapporten. Dat wil echter nog niet zeggen dat er valse verklaringen zijn afgelegd, waarmee verweerster iets had kunnen of moeten doen.

5.4    Met betrekking tot de beoogde inschakeling van de twee door klagers aangedragen specialisten heeft verweerster aangevoerd dat zij in overleg met haar medisch adviseur bezig is geweest met het formuleren van vragen voor die specialisten, maar dat het tot voorlegging van die vragen aan de specialisten niet meer is gekomen, omdat zij haar werkzaamheden heeft beëindigd in vervolg op de e-mail van 25 maart 2011 van de advocaat die haar verzocht haar dossier over te dragen. Dat de inschakeling van beide specialisten bedoeld was voor de tuchtzaak zoals dat zijdens klagers is betoogd, wordt uitdrukkelijk betwist door verweerster en vindt onvoldoende steun in de overgelegde bescheiden. Het hof acht de verklaring van verweerster dat de inschakeling van beide specialisten bedoeld was ter nadere onderbouwing van de letselschadekwestie en niet voor de tuchtzaak niet onaannemelijk. Het hof is voorts met de raad van oordeel dat de e-mail van de andere advocaat duidelijk ziet op overdracht van het dossier en niet op een door klagers gevraagde second opinion.

5.5    Verweerster had wellicht een snellere voortgang in het dossier kunnen realiseren en ook de communicatie naar klagers, met name in het eindtraject van de dossierbehandeling en bij het beëindigen van haar werkzaamheden voor klagers, had beter gekund, maar daarmee is verweerster niet zodanig jegens klagers in gebreke gebleven dat sprake is van tuchtrechtelijk verwijtbaar nalaten.

5.6    Met betrekking tot de financiële afwikkeling is door klagers in hoger beroep onder meer aangevoerd dat fraude zou zijn gepleegd doordat declaraties die aan klagers in rekening zijn gebracht ook aan de verzekeraar zijn doorberekend en dat vervalste financiële overzichten zouden zijn overgelegd. Hiervan is het hof niet gebleken. Wel is het hof van oordeel dat verweerster transparanter had mogen zijn in haar declaratiegedrag. Zo is het hof niet gebleken dat  verweerster aan klagers verantwoording heeft afgelegd ten aanzien van de in rekening gebrachte kosten van de medisch adviseur. Ook had het op haar weg gelegen klagers een toelichting te geven op de structurele verhoging van haar uurtarief als gevolg van de door verweerster gevolgde opleiding. Het nalaten hiervan betekent evenwel nog niet dat verweerster met haar declaraties heeft gefraudeerd.

5.7    De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd. ECLI:NL:TAHVD:2015:108 op tuchtrecht.overheid.nl