Rb Den Haag 200110 beroepsfout in bestuursrechtelijke procedure; geen redelijke kans van slagen voor beroep
- Meer over dit onderwerp:
Rb Den Haag 200110 beroepsfout in bestuursrechtelijke procedure; geen redelijke kans van slagen voor beroep
Een advocaat heeft een beroepsfout begaan door in een bestuursrechtelijke procedure over de tegemoetkoming in de schade als gevolg van extreem zware regenval op 13 en 14 september 1998 niet tijdig de gronden van het hoger beroep in te dienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De voormalige cliënt vordert onder meer vergoeding van de als gevolg van de beroepsfout geleden schade, nader op te maken bij staat. De rechtbank beoordeelt of het hoger beroep, als de gronden daarvan tijdig zouden zijn ingediend, een redelijke kans van slagen zou hebben gehad. Daarvan is geen sprake. De rechtbank acht de mogelijkheid van schade bij de voormalige cliënt als gevolg van de beroepsfout niet aannemelijk. Ook het door de advocaat gedeclareerde honorarium betreft geen schade als gevolg van de beroepsfout. Niet gesteld of gebleken is dat er een ander belang is bij de gevorderde verklaring voor recht dat de advocaat toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de opdracht tot verlening van rechtsbijstand, zodat ook deze vordering wordt afgewezen. LJN BL0999 (samenvatting rechtspraak.nl)