MA verzekeraar niet tuchtrechterlijk aan te spreken voor beoordeling aansprakelijkheid verzekerde
- Meer over dit onderwerp:
CTG 11 mei 2005 2005/056 (Medisch Adviseur verzekeraar niet tuchtrechterlijk aan te spreken voor beoordeling aansprakelijkheid verzekerde)
Beoordeling van de ontvankelijkheid van de klacht 4.3. Bij klaagster zijn door een gynaecoloog in het Ziekenhuis F. te G. onder algehele narcose condylomata in het uro-genitaalgebied verwijderd met behulp van diathermie. Bij gebruik van een alcohol bevattend desinfectiemiddel in combinatie met diathermie zijn eerste- en tweedegraads brandwonden ontstaan. Klaagster heeft het ziekenhuis aansprakelijk gesteld voor alle door haar geleden en nog te lijden materiële en immateriële schade. Het ziekenhuis heeft de afwikkeling van deze aansprakelijkheidstelling in handen gegeven van zijn aansprakelijkheidsverzekeraar H. te I.. De arts is als geneeskundig adviseur voor H. werkzaam. De taak van de geneeskundig adviseur bij H. bestaat hoofdzakelijk uit het beoordelen van de geneeskundige aspecten wanneer één van de bij H. verzekerde instellingen c.q. één van de betrokken artsen aansprakelijk wordt gesteld. De geneeskundig adviseur voorziet daarbij de juridisch geschoolde zaaksbehandelaars van H. van mondelinge en schriftelijke informatie die van belang is voor hun juridische standpuntbepaling ten aanzien van vraagstukken met betrekking tot aansprakelijkheid, causaliteit en schade.
4.4.Zo is het ook in dit geval gegaan. De arts heeft als geneeskundig adviseur intern de vraag van de zaaksbehandelaar van H. beantwoord in hoeverre de gynaecoloog verwijtbaar heeft gehandeld. Dit is geen handelen waarover op grond van de Wet BIG bij de tuchtrechter kan worden geklaagd. Op grond van artikel 47 juncto artikel 1 Wet BIG kan slechts geklaagd worden over handelingen op het gebied van de individuele gezondheidszorg die rechtstreeks betrekking hebben op een persoon en ertoe strekken diens gezondheid te bevorderen of te bewaken, dan wel te beoordelen. Naar het oordeel van het Centraal College is daarvan geen sprake in het geval een arts als geneeskundig adviseur zijn medisch oordeel geeft ter beantwoording van de vraag of een arts, die ten aanzien van zijn medisch handelen aansprakelijk wordt gesteld, zo onzorgvuldig heeft gehandeld dat er grond is voor die aansprakelijkheidstelling. Het Regionaal College heeft dan ook terecht klaagster in haar klacht niet-ontvankelijk verklaard. CTG