Overslaan en naar de inhoud gaan

KBS 280820 Oswald Nunes; Een supervisor zonder zicht; Hoe beoordeelt de tuchtrechter niet goed geregelde supervisie van een basisarts?

KBS 280820Oswald Nunes; Een supervisor zonder zicht; Hoe beoordeelt de tuchtrechter niet goed geregelde supervisie van een basisarts?

Een politieagent meldt zich (in 2015) ziek en wordt op consult gezien door een basisarts onder supervisie van een bedrijfsarts, beiden werkzaam bij een arbodienst. De agent dient eerst een klacht in tegen de basisarts. Die klacht wordt gegrond verklaard omdat de basisarts zich ten onrechte heeft uitgegeven als bedrijfsarts en zich mitsdien heeft bediend van een onjuiste titelaanduiding.

Het college neemt echter aan dat de supervisie goed geregeld was en wijst dat klachtonderdeel af.

Hierna dient de agent ook een klacht in tegen de superviserend bedrijfsarts. De agent stelt dat de bedrijfsarts tekort is geschoten in de supervisie ten aanzien van de basisarts waar het betreft het door de basisarts verrichte consult en diens diagnose.

Het tuchtcollege refereert aan het NVAB-professioneel statuut van de bedrijfsarts (2003) waarin staat a) zolang een arts, werkzaam bij de arbodienst, (nog) niet geregistreerd is als bedrijfsarts, deze arts wat betreft bedrijfsgeneeskundige taken onder supervisie van de bedrijfsarts dient te werken en b) de bedrijfsarts persoonlijk verantwoordelijk is voor de kwaliteit van zijn of haar beroepsuitoefening. Verder toetst het college de klacht aan het NVAB-Verenigingsstandpunt (2004), dat gaat over de delegatie van taken door bedrijfsartsen in het kader van de sociaal medische begeleiding.

De bedrijfsarts moet bij het tuchtcollege erkennen dat de agent in het geheel niet is ingelicht over de supervisie. Dat dit wel zijn verantwoordelijkheid was heeft de bedrijfsarts ook erkend. Hierbij wordt door de bedrijfsarts als verzachtende omstandigheid aangevoerd dat deze verantwoordelijkheid wel breder getrokken moet worden, aangezien die ook ligt bij de basisarts zelf alsmede de arbodienst.

Het college overweegt dat dit punt niet(s) afdoet aan de persoonlijke, tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid van de bedrijfsarts zelf. De klacht wordt gegrond verklaard. De bedrijfsarts krijgt de maatregel van waarschuwing.

De les die uit deze uitspraak volgt is, dat bedrijfsartsen die supervisie hebben over een basisarts – bijvoorbeeld bij een bedrijfsarts in opleiding – er persoonlijk op moeten toezien dat een werknemer in begrijpelijke termen wordt ingelicht over het delegeren van elementen van de begeleiding, de eindverantwoordelijkheid van de bedrijfsarts en de mogelijkheid tot consultering van de bedrijfsarts. Het verdient de voorkeur om dit schriftelijk te doen. Degene die supervisie krijgt – hier dus de basisarts – dient ervoor te zorgen dat het aan de werknemer duidelijk is dat sprake is van delegatie. Blijft deze informatieverstrekking achterwege dan kan dit niet alleen voor de gesuperviseerde, maar ook voor de superviserend bedrijfsarts tuchtrechtelijke consequenties hebben. Gekscherend wordt in dit verband wel eens gezegd: vertel de waarheid, het is goedkoper dan een advocaat èn veel doeltreffender kbsadvocaten.nl