Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Arnhem (enkelvoudig) 040106 Moeder met kinderen; situatie zonder ongeval

Rechtbank Arnhem 04-01-2006, (enkelvoudig)
4.4 Omtrent de hypothetische verdiencapaciteit moet op grond van het arbeidskundig rapport van [betrokkene 2] en de processen-verbaal van het voorlopig getuigenverhoor worden geoordeeld dat naar redelijke verwachting valt aan te nemen dat [eiseres] zonder ongevallen vanaf de zomer 1991, dat wil zeggen vanaf het moment dat haar jongste kind 5 jaar oud zou zijn en naar de peuterspeelzaal zou gaan, gedurende twee ochtenden in de week van 4 uur als hulp in de huishouding zou zijn gaan werken en vanaf 1 september 1999 (het moment dat haar jongste kind naar de middelbare school zou gaan) gedurende 20 uur per week in de functie van alfahulp of helpende in de zorg, een en ander op basis van het minimumloon tot een maximum van € 1.500,-- bruto per maand en gerekend tot de leeftijd van 65 jaar. Het valt bij gebreke van concrete aanwijzingen die op het tegendeel wijzen niet in te zien dat [eiseres] in de bedoelde tijdvakken (zomer 1991 tot september 1999 2 ochtenden per week à vier uur en vanaf 1 september 1999 20 uur per week) in de hypothetische situatie zonder ongevallen niet zou hebben gewerkt. LJNAV2038