Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Arnhem 040106 Eindleeftijd 70 jaar niet onredelijk

Rechtbank Arnhem 04-01-2006, (enkelvoudig)
4.6 [eiseres] vordert blijkens de dagvaarding sub 7 (11) 5,5 uur huishoudelijke hulp per week à € 99,83 per maand tot de leeftijd van 70 jaar, zodat de rechtbank (niettegenstaande het feit dat de berekening van Pals de kosten huishoudelijke hulp berekent tot de leeftijd van 75 jaar) van die eindleeftijd uitgaat. Tussen de partijen is - naar aanleiding van het arbeidskundig rapport van [betrokkene 2] van 17 maart 2003, waarin het aantal uren huishoudelijk hulp per week op 7 is gesteld - op zichzelf niet in geschil dat [eiseres] 5,5 uur per week huishoudelijke hulp behoeft. De kern van het verweer van gedaagden luidt dat zij recht heeft op een PGB in het kader van de AWBZ, en dat de vordering beperkt dient te blijven tot de leeftijd van 65 jaar omdat aannemelijk is dat [eiseres], het ongeval weggedacht, in haar 65e levensjaar toch wel huishoudelijke hulp zou hebben ingeschakeld. Waarom dit laatste zo zou zijn, wordt door gedaagden niet onderbouwd zodat dit verweer dient te worden gepasseerd. Er zijn geen aanwijzingen die er op duiden dat [eiseres], het ongeval weggedacht, vanaf de leeftijd van 65 jaar toch wel behoefte aan huishoudelijke hulp zou hebben. De rechtbank acht een leeftijd van 70 jaar niet onredelijk en neemt deze daarom tot uitgangspunt. Bij repliek heeft [eiseres] aangevoerd dat zij een PGB heeft aangevraagd bij de gemeente maar dat dit verzoek is afgewezen. Bij dupliek hebben gedaagden de juistheid van dit laatste niet bestreden. Zij hebben volstaan met een herhaling van hun verweer dat [eiseres] aanspraak kan maken op een sociale-verzekeringsuitkering zonder dit verweer ook maar enigszins te onderbouwen hetgeen, gelet op de stelling van [eiseres] dat haar verzoek om een PGB door de gemeente is afgewezen, op haar weg had gelegen. Dat verweer wordt daarom, als onvoldoende gemotiveerd gehandhaafd, gepasseerd. Nu de juistheid van de gevraagde vergoeding van € 99,83 per maand op zichzelf niet is bestreden dient daarvan te worden uitgegaan. Een en ander betekent dat toewijsbaar is de gevorderde vergoeding voor huishoudelijke hulp ad € 90,83 per maand, te berekenen vanaf 4 mei 1991 tot het bereiken van de leeftijd van 70 jaar (26 augustus 2027).
LJNAV2038