Rb A.dam 111109 whiplash; rb schat behoefte aan huishoudelijke hulp in op € 5000,00
- Meer over dit onderwerp:
Rb A.dam 111109 whiplash; rb schat behoefte aan huishoudelijke hulp in op € 5000,00
2.7. Ter onderbouwing van haar vordering ten bedrage van € 30.965,- aan kosten voor huishoudelijke hulp stelt [A] dat zij niet meer in staat is alle huishoudelijke taken te verrichten. Zij is in juni 2003 zelfstandig gaan wonen. Haar ouders kwamen toen twee keer per week haar woning schoonmaken. In juni 2006 is [A] weer bij haar ouders ingetrokken. De huishoudelijke taken die [A] niet zelf kan verrichten begroot zij op 75 uur per jaar à € 15,- per uur vanaf juni 2003 tot 1 juli 2046, in welk jaar zij 75 wordt.
Fortis voert daartegen aan dat [A] niet heeft onderbouwd welke werkzaamheden zij niet kan verrichten en waarom gedurende 75 uur per jaar een professionele hulpverlener nodig zou zijn tot het 75e levensjaar van [A]. Verder betwist Fortis het uurloon van € 15,-. Volgens haar is een uurloon van € 8,50 redelijk en zij voert aan dat [A], indien zij daarvoor in aanmerking komt, thuiszorghulp of een Persoonsgebonden Budget (PGB) dient aan te vragen.
2.8. Voor de vraag in hoeverre [A] beperkt is in het verrichten van huishoudelijke werkzaamheden acht de rechtbank de rapportage van [C] van belang. Hij schrijft in zijn rapport (op blz. 9 als antwoord op vraag 7) dat [A] als gevolg van de nekklachten, die zij aan het ongeval heeft overgehouden, beperkt is in de nekbelasting en bij zware huishoudelijke werkzaamheden zoals langdurig stofzuigen en ramen lappen en het sanitair schoonmaken. De rechtbank acht het op grond van deze bevindingen van [C] aannemelijk dat [A] in enige mate schade lijdt als gevolg van haar beperkingen bij het verrichten huishoudelijke werkzaamheden.
In hoeverre [A] bij deze werkzaamheden beperkt is, dus tot welke mate zij nog wel in staat is om de werkzaamheden te verrichten en welk deel zij niet meer kan, geeft [C] niet aan. Daarnaast heeft [A] niet onderbouwd waarom zij tot haar 75e, en niet voor een kortere periode, huishoudelijke hulp nodig heeft en evenmin waarom zij uitgaat van een uurtarief van € 15,-. Verder is niet duidelijk of [A] in aanmerking komt voor een vergoedingsregeling (thuishulp of een PGB). Daarom kan de omvang van deze schadepost niet nauwkeurig worden vastgesteld, zodat de rechtbank het schadebedrag zal begroten.
Gelet op de woonsituatie van [A], haar leeftijd (zij is thans 38 jaar), de door [C] genoemde beperkingen en de overige omstandigheden van het geval is de rechtbank van oordeel dat enige schade aannemelijk is, maar de omvang daarvan wordt niet groter geschat dan totaal € 5.000,-. LJN BK7118