Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Den Bosch 090408 huish. hulp; invloed van verhuizing naar Turkijke op schadeberekening

Rb Den Bosch 090408 huishoudelijke hulp en mantelzorg; invloed van verhuizing naar Turkijke op schadeberekening
2.15. Ook is de vraag aan de orde of[eiseres] schade heeft geleden in verband met behoefte aan huishoudelijke hulp. De Noordhollandsche heeft aangevoerd dat[eiseres] geen kosten voor huishoudelijke hulp maakt omdat zij inwoont bij haar ouders en er geen sprake is van verplaatste schade.[eiseres] heeft daar tegenover gesteld dat zij niet zelfstandig haar huishouden kan doen, maar dat zij geen kosten maakt omdat zij niet over de middelen beschikt om hulp te financieren. Volgens[eiseres] gaat het om vergoeding van haar aangetaste vermogen en niet of dit aangetaste vermogen tot daadwerkelijke kosten heeft geleid. De rechtbank stelt voorop dat een eventueel te benoemen arbeidskundige aan de hand van voornoemde beperkingen zal moeten vaststellen of en in hoeverre[eiseres] niet in staat is om zelf alle voorkomende huishoudelijke werkzaamheden te verrichten. Indien wordt vastgesteld dat[eiseres] vanwege die beperkingen niet in staat is om (bepaalde) huishoudelijke werkzaamheden te verrichten, dient te worden bepaald of kosten van huishoudelijke hulp voor vergoeding in aanmerking komen en in hoeverre daarbij rekening moet worden gehouden met door derden verleende (kosteloze) mantelzorg. Voor de beantwoording van die laatste vraag dient naar het oordeel van de rechtbank te worden aangesloten bij de maatstaf die de Hoge Raad in zijn arresten van 28 mei 1999 (NJ 1999, 564) en 6 juni 2003 (NJ 2003, 504) heeft aangelegd, te weten of en in hoeverre het inschakelen van professionele hulp voor het verrichten van de huishoudelijke werkzaamheden normaal en gebruikelijk is. Indien de derde (kosteloos) werkzaamheden verricht die tot de normale dagelijkse werkzaamheden van een huishouden behoren (boodschappen doen, was, afwas, maaltijden bereiden), zullen die in zijn algemeenheid niet voor vergoeding in aanmerking komen. Indien het werkzaamheden betreffen waarvoor het inschakelen van professionele hulp normaal en gebruikelijk is (zoals schoonmaakwerkzaamheden), zullen die werkzaamheden in het algemeen wel vergoed moeten worden.

2.16. De Noordhollandsche heeft nog aangevoerd dat voor de behoefte aan huishoudelijke hulp, het persoonsgebonden budget (PGB) van invloed is. Indien dat niet het geval zou zijn, zouden verzekeraars dubbel worden aangesproken, enerzijds door te betalen ingevolge de afkoop in de collectiviteit en anderzijds door rechtstreeks schade te vergoeden aan slachtoffers. De rechtbank zal[eiseres] in de gelegenheid stellen zich over dit verweer uit te laten.

2.17. De Noordhollandsche heeft gesteld dat[eiseres] zich definitief heeft gevestigd in Turkije en dat het niet reëel is dat zij weer terugkeert naar Nederland. De schade dient volgens De Noordhollandsche dan ook te worden beoordeeld en begroot naar de situatie in Turkije.[eiseres] heeft ter comparitie verklaard dat zij ongeveer anderhalf jaar na de geboorte van haar tweede kind met haar ouders naar Turkije is gegaan, omdat het daar beter gaat met haar psychische klachten. Zodra zij beter is, wil zij weer in Nederland wonen omdat ze hier meer kan verdienen, aldus[eiseres]. De rechtbank is voorshands van oordeel dat, indien[eiseres] sinds 2001 of 2002 onafgebroken in Turkije heeft gewoond, aannemelijk is dat zij niet zal terugkeren naar Nederland. Zij geeft haar gezondheid op als reden om in Turkije te wonen. Gelet op de medische rapportages is niet aan te nemen dat er veel verandering (in de zin van verbetering) zal optreden in haar gezondheidssituatie. Daarnaast zal zij naar alle waarschijnlijkheid in de loop der jaren een grotere binding met Turkije krijgen, omdat haar sociale leven zich daar afspeelt en haar kinderen daar opgroeien. De rechtbank is echter niet op de hoogte van de actuele stand van zaken en zal[eiseres] daarom in de gelegenheid stellen om zich uit te laten over haar woonsituatie en haar voornemens daaromtrent voor de toekomst. De rechtbank merkt nog op dat[eiseres] bij dagvaarding de stelling heeft ingenomen dat zij vanwege financiële nood – omdat De Noordhollandsche stopte met bevoorschotting – naar Turkije is gegaan, maar die stelling acht de rechtbank onvoldoende onderbouwd. Ter comparitie heeft[eiseres] immers verklaard zoals hiervoor weergegeven en heeft zij niets vermeld over financiële moeilijkheden.

2.18. Indien moet worden aangenomen dat[eiseres] niet zal terugkeren naar Nederland, heeft dat gevolgen voor de schadeberekening. In verband met een zo concreet en reëel mogelijke schadeberekening moet in dat geval naar het voorlopige oordeel van de rechtbank worden aangesloten bij de schade zoals[eiseres] die heeft geleden of zal lijden in haar omstandigheden in Turkije. Dit betekent dat het eventuele verlies aan verdienvermogen moet worden gerelateerd aan het inkomen dat zij in Turkije zou kunnen genereren en de hoogte van een eventuele schadevergoeding wegens huishoudelijke hulp moet worden gerelateerd aan de hoogte van de kosten zoals die in Turkije gebruikelijk zijn. Een en ander brengt de nodige complicaties mee voor een eventueel onderzoek dat door een (Nederlandse) arbeidsdeskundige wordt verricht, die (naar valt aan te nemen) geen expertise heeft aangaande bijvoorbeeld de beschikbaarheid van bepaald werk in een regio in Turkije. De rechtbank zal daarom partijen, allereerst[eiseres], in de gelegenheid stellen zich uit te laten over het vervolg van de procedure en hoe in hun visie dergelijke complicaties zijn te ondervangen. De rechtbank geeft daarbij partijen expliciet in overweging om te trachten alsnog een minnelijke regeling in deze zaak te treffen. De rechtbank heeft immers in een groot aantal geschilpunten al een beslissing gegeven. Partijen zullen zich bovendien moeten afvragen of benoeming van een arbeidsdeskundige de aangewezen weg is in deze procedure, gelet op de resterende omvang van de schadevergoeding en de hiervoor gememoreerde complicaties. Zij kunnen in dat kader verzoeken om verwijzing naar de parkeerrol, maar zij kunnen ook om een comparitie van partijen verzoeken.
LJN BC8647