Rb Arnhem 301007 i.c. geen 'schulddeling' op bkr vanwege onjuist beroep op overmacht
- Meer over dit onderwerp:
Rb Arnhem 301007 i.c. geen 'schulddeling' op buitengerechtelijke kosten ass beriep zich ten onrechte op overmacht
4.18. Tegen het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke kosten ad EUR 4.000,00 heeft Sterpolis het verweer gevoerd dat de daaraan ten grondslag liggende werkzaamheden ter instructie van de zaak hebben gediend en derhalve de eventuele proceskostenveroordeling daarvoor een vergoeding inhoudt. Verder heeft Sterpolis betwist dat Menzis deze schade daadwerkelijk heeft geleden. Ingeval zij niettemin buitengerechtelijke kosten moet vergoeden, moet daarop de ‘schulddeling’ ingevolge art. 6:101 BW worden toegepast, aldus Sterpolis.
4.19. Uit de door Menzis overgelegde specificatie van de verrichte werkzaamheden blijkt dat deze inderdaad ten dele betrekking hebben op werkzaamheden - zoals het aanmaken en de bestudering van het dossier en het corresponderen met de wederpartij - waarvoor, indien het tot een gerechtelijke procedure komt, de proceskostenveroordeling wordt geacht een vergoeding in te houden. Uit die specificatie blijkt echter ook dat schikkingsvoorstellen zijn gedaan. In zoverre zijn de werkzaamheden te beschouwen als in redelijkheid gemaakte kosten ter vaststelling van de aansprakelijkheid en ter verkrijging van voldoening buiten rechte die een afzonderlijke vergoeding rechtvaardigen. Dat geldt ook indien een regresnemend ziekenfonds deze kosten zelf heeft gemaakt (of, zoals hier onbetwist is gesteld, dit fonds die werkzaamheden heeft uitbesteed aan een door haar daartoe opgerichte stichting en deze kosten aan hem worden doorbelast), zo volgt uit o.a. HR 26 september 2003, NJ 2003, 154. Rekening houdend met het deels ‘van kleur verschieten’ van de gemaakte kosten worden deze bepaald op EUR 2.000,00 (zijnde één punt op basis van het hier toepasselijke liquidatietarief). Hoewel bij vermindering van een schadevergoedingsplicht op de voet van art. 6:101 BW in beginsel ook de verplichting om de in art. 6:96 lid 2 BW bedoelde kosten te vergoeden in dezelfde mate wordt verminderd (HR 21 september 2007, RvdW 2007, 789), ziet de rechtbank daartoe in het onderhavige geval, waarin Sterpolis zich in haar aan de procedure voorafgaande discussie met Menzis ten onrechte op overmacht heeft beroepen, geen aanleiding. LJN BB7461